Ovderdom, buyten-leven, en hof-gedachten, op Sorgh-Vlietby Jan Jacobsz. Schipper, 1656 - 726 pagina's |
Overige edities - Alles bekijken
Ovderdom, Buyten-leven, en Hof-gedachten op Sorgh-vliet, Volume 1 Jacob Cats Volledige weergave - 1656 |
Ovderdom, Buyten-leven, en Hof-gedachten op Sorgh-vliet, Volume 1 Jacob Cats Volledige weergave - 1656 |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aerden aert befte boomen buyten daer dagh defen dickmael dient dingh doot dunckt eenigh eerft enckel eygen fagh faken fchoon feggen fegh feker felfs feltfaem fendt feven fich fien fiet fijn finnen flechts flim foecken foet fonder ftaegh ftaen ftaet fult gaen gaet gantfche gedaen gedurigh geeft gefeyt gefichte gelijck gemoedt gingh Godt goede goet groen grondt gunft hadt haeft haer hert hoogh huys ick fal Ick fie Ick heb Ick wil jeucht Keyfer kint kleyn kruyt kunft laet landt langh leften leven leyt lieve luft mach machtigh maeckt Maer maken menfch menighmael menſchen naer noyt onfe ontrent oock oogh over-al quam recht Rijck ruft ſchijnt ſchoon Siet tijdt tijt trooft uwen vaft vermaeck vleefch volck Vorft vriendt vruchten waer waerom Want wefen werck werelt wert weſen weynigh wort yeder yemandt ziel zijt
Populaire passages
Pagina 110 - Maer wilt u aen het ooft, of boomen niet vergapen , Hier is al meer te doen , als appels op te rapen. Hier is , beminde ziel, hier is al meer te doen , Als buyten alle forgh te leggen in het groen.
Pagina 61 - Dan buyght u, buyght gelyck een riet, Soo valt op u het onweer niet. Zeker, buigzaam is ook Cats geweest, buigzaam in zijne gezantschappen, buigzaam tegenover Prins Willem II toen deze hem den aanslag op Amsterdam mededeelde, buigzaam ook in zijn omgang met de menschen...
Pagina 109 - En hoe men met een bot. of met een tackjen int. En hoe men boomen soogt. en nieuwe planten wint.
Pagina 90 - Al dit fwaer-hoofdich werck , dat laet ick aen den Haegh , Op dat ick in het groen mijn herte niet en knaegh. Ick wou dat niet een menfch mijn tuyntjen cjuam genaken , Wanneer hy fwanger is met dele tuymel fLken.
Pagina 1 - t huwelyck, en 't geen daer omtrent is, onder de gedaente van een fuyck.
Pagina 25 - Dat ick geenfints weet te doen, Als ick trede door het groen , Als ick door een Boomgaert gae, Of ontrent de bloemen ftae ; Want een fchoon en net gewas , Laet de geeft niet daerfe was. Maer noch prijs ick boven al, Dat ick in uw' eenfaem ftal, In den loop van mijn gebet, Noyt of felden werdt belet.
Pagina 224 - Ghy hebt een whTel-brief van Godes eygen handt. Slaet hier geen twijfel aen, ghy mooght u des betrouwen , Want in den Hemel felfs werdt hier van boeck gehouwen.
Pagina 62 - Noch kan ick het gemack niet laten aen te raken , Dat ons de beke doet ontrent de keucken...
Pagina 104 - Men segge, wat men wil, men kan van boomen leeren, Men kan, waer groente wast, den grooten Schepper eeren.