Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

of Facit, 50 zyn; om dat dit Facit vyfmaal zo groot is als het getal 10, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5.

7

2

6

8

Zesmaal 6 is 36. of . waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 6; de vermenigvuldiger is alhier 6; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 36 zyn; om dat dit Facit zesmaal zo groot is als het getal 6, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenidvuldiger 6. Nog eens: zesmaal 7 is 42. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 7 de vermenigvuldiger is wederom 6; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 42 zyn; om dat dit Facit, zesmaal zo groot is als het getal 7 dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvul diger 6 Nog eens: zesmaal 8 is 48. of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 8; de ver. menigvuldiger is wederom 6: derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit 48 zyn; om das dit Facit, zesmaal zo groot is als het getal &, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 6. Nog eens: zesmaal 9 is 54. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 9; de vermenigvuldiger is wederom 6: derhalven moet het ver menigvuldigde getal, of Facit, 54 zyn; om dat dis Facit zesmaal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 6. Nog eens zesmaal 10 is 60. of g. waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 10; de vermenigvuldiger is wederom 6; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 60 zyn; om dat dit Facit zesmaal zo groot is als het getal 10, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 6.

7

10

9

Zevenmaat is 49. of. waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 7; de vermenigvuldiger

8

[ocr errors]

و

is alhier 7: derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 49 zyn; om dat dit Facit zevenmaal zo groot is als het getal 7, dat men heeft vermenig vuldigt, door de vermenigvuldiger 7. Nog eens: zevenmaal 8 is 56. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 8; de vermenigvuldiger is wederom 7; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 56 zyn, om dat dit Facit zevenmaal zo groot is als het getal 8, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 7. Nog eens: zevenmaal 9 is 63. of . waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 9; de vermenigvuldiger is wederom 7: derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 63 zyn; om dat dit Facit zeven. maal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 7. Nog eens: zevenmaal 10 is 70 of waarom? Het getal dat men- wil multipliceren is 10; de vermenigvudiger is wederom 7; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit 70 zyn; om dat dit Facit zevenmaal zo groot is als het getal 10, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 7.

8

67

[ocr errors]

Agtmaal & is 64. of . waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 8; de vermenigvuldiger is alhier 8; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 64 zyn; om dat dit Facit agtmaal zo groot is als het getal 8, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 8. Nog eens: agtinaal 9 is 72. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 9; de vermenigvuldiger is wederom 8; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 72 zyn, om dat dit Facit agtmaal zo groot is als het getal dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 8. Nog eens: agtmaal 10 is 80, of waarom? Het getal

10

CC_7

dar

dat men wil multipliceren is 10; de vermenigvuldiger. is wederom 8; derhalven inoet het vermenigvuldigde getal, of Facit so zyn; om dat dit Facit agtmaal zo groot is als het getal 10 dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 8.

[ocr errors]

Negenmaal 9 is 81. of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen, is 9; de vermenigvuldiger is alhier 9; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit 81 zyn; om dat dit Facit, negenmaal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 9. Nog eens: negenmaal 10 is 90. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 10; de vermenigvuldiger is wederom 9; derhalven moet het vermenig vuldigde getal, of Facit, 90 zyn; om dat dit Facit negenmaal zo groot is als het getal ro, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 9.

10

95

Wanneer men dit den goeden eenvoudigen landman op deze herhalende wyze, klaar en duidelyk heeft doen begrypen, kan men verder tot de oeffening overgaan, en eerder ook niet, of het zal moeiten en tyd verloren zyn, gelyk ons de bevinding geleerd heeft daarom bekommeren wy ons, nog in deze grondbeginzelen, nog in de oeffening niet, met de korter wyze van rekenen onder de cyfferaars en kooplieden gewoon; die, fchoon in zich zelven volmaakt, nooit klaar kan bevat worden van iemand aan wien de eerfte kenniffe en gronden der letterkennis ontbreekt; en ons oogwit is alleen, om den goeden landman, zo verre in de rekenkunft te onderwyzen als hy tot het waarnemen van zyn beroep volstrekt nodig heeft, gelyk wy zulks in de volgende oeffening genoeg doen blyken.

Ter oeffening moet men hem voorstellen; by voorbeeld: Nademaal hy 6 fchepels erweten heeft verkogt, tegen 2 gulden het fchepel, hoe veel geld by,

daar

daar voor van den koopman moet ontfangen? te weten 12 guldens. Dat het getal, het geen in dit geval vermenigvuldigt of gemultipliceert moet worden 6, of het getal van de fchepel erweten is; en dat de vermenigvuldiger 2 is, om dat hy, voor ieder van die 6 fchepels, 2 gulden moet ontfangen: dat hy daarom, het getal van 6, het geen vermenigvuldigt of gemultipliceert moet worden, ter neder moet zetten, en stellen de vermenigvuldiger 2, daar onder; aldus en hoe hy dit op deze wyze moet bewerken, zeggende 3, twee maal zes is. 12, waarom hy 12 guldens van den koop. man, voor die 6 fchepels erweten ontfangt.

6

6

Hem met die enkelde getallen genoeg geoeffend, en hy zulks wel bevat hebbende, fteld men hem een tweede voorbeeld voor; te weten dat hy 12 fchepels erweten heeft verkogt, tegen 3 gulden het fchepel, en hem doen rekenen hoe veel geld dit bedraagt: Dat het getal 12 moet vermenigvuldigt worden, door de vermenigvuldiger 3. Aldus driemaal 2 is 6; en driemaal 1 is 3, zettende de 3 ter linkerhand van de 6, en dus is het Facit 36 guldens die hy ontfangen moet.

2

Ook in diergelyke voorbeelden geoeffend zynde fteld men hem voor, dat hy 25 magere varkens heeft gekogt tegen 5 guldens en 5 ftuivers het stuk. Het geen men hem in twee fommen ter oeffening, doct berekenen eerft de guldens en dan de ftuivers; dat het getal, het geen vermeerdert moet worden is 25; dat de eerfte vermeerderaar of vermenigvuldiger is 5 gulden, bedragende 125 guldens: dat dit zelve getal ook vermeerdert moet worden met de 5 ftuivers, bedragende 125 ftuivers, of 6 guldens en 5 ituivers, en hoe hy dezelve moet voegen by die 125 guldens, bedragende te zamen 131 guldens en 5 ftuivers, die hy moet betalen; en op deze wyze zal men hem in kor. ten tyd grotelyks doen vorderen.

MUSCAATDRUIF. Zie DRUIVEN.

MUS

MUSCIPETA, is een vogeltje als een klein meesje, waar onder het veel geteld word, zynde nogtans een geflagt op zich zelve: Het aaft op vliegen, die ze al vliegende inflokt: men vind ze veel omtrent de koeijen.

MUSCIPULA, zo veel als vliegen net: Dit kruid, dat veel aan wegen, op drooge ongeploegdé landen groeid, maakt dunne, ronde, roode en kwaftige stengels van ruim een voet hoog, draagt roode en witte bloemen, word ook in onze hoven gequeekt: uit de ftengel loopt een zo lymig vogt, dat de vliegen daar op komende, niet weder los konnen raken. Het heeft veel oly en zout, en word geprezen voor het byten en fteken van vergiftige dieren: het zuiverd en geneeft.

MUSKUS, is eene fyne, fterkruikende, donker. graauwe of eenigzints bruine geronne ftoffe. Eenige verbeelden zich, dat dit niet anders is, dan een etter van zeker gezwel, komende uit de navel van het Muscusdier, dat dit dier ongemak baart tot dat het gezwel doorbreekt. Maar het aanneemelykfte is, dat de oprechte muscus, uit de natuur, in het ronde zakje, dat het dier altyd onder den buik by de agterste poten draagt, door de eyeren, daar in befloten, van het bloed afgefcheiden en geteeld, ook door zekere adertjes in de holligheid van het zakje geteeld word. De proef van de muscus bestaat daar in, dat het zwartgraauw, niet nat nog dún is, fterk van reuk die 'er by blyft als men ze in loode dozen bewaard; komt veel van Bengale.

MUSCUSKRUIDJE, maakt dunne tedere ftengels, bleekgroen van couleur, met gekurvene zee groene bladen, met vyf by elkander ftaande kleine grasgroe ne bloemen, die te zamen een dobbelfteen verbeelden; bladen en bloeffem hebben een muscus reuk, en zyn zoet van fmaak. Het groeid veel aan heggen. De wortel zuiverd en verdeelt; en is zeer heilzaam voor wonden.

MUURKRUID. Zie GLASKRUID.

MUUR

« VorigeDoorgaan »