Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

1 Mey.

goedvinden, in plaatse van de reedelijkfle en vroedfle, foo als
het Privilegie der Steede Muyden vereischte, of wel foo
als meergemelde U Edele Groot Mog. Refolutie meede-
bragt, de befte, ervaarenfte en gepractifeerfte Mannen op de-
felve Nominatie te brengen, daar op te ftellen de tien Per-
foonen, by de pretenfe aan U Edele Groot Mog. toege-
fondene Nominatie vermeld, waar onder maar vier van de
thans in Regeering zynde Scheepenen gevonden worden,
in plaatfe dat daar op (dewyl na de oude gebruiken voor
dit jaar ten minste drie Scheepenen uit de vyf afgaande
Scheepenen hoope hadden om te werden gekoofen) alle
de vyf afgaande Scheepenen hadden moeten werden ge-
bragt, dat de oudste dier vyf Scheepenen heeft moeten te
rug ftaan voor de twee allerjongfte onder deefe, dat Daniël
vander Spar aan het hoofd en booven aan is geftelt, en
onder of na dien Jan Viffer, offchoon een oud Regent en
te meermaalen voorfittend Scheepen geweeft zynde, en
voorts buiten den Perfoon van Jan de Vries, waar teegens
de Ondergeteekende felfs betuigde niets te hebben, voorts
zyn genomineert vier Perfoonen, welke nooyt het Schee-
pens-Ampt hebben bekleet, naamentlijk Dirk Kroefe, An-
dries Helder, Thaddeus Langgras en Jan van Gogh, alle
vier Luiden, om 'er niet fterkers van te feggen, dewyl de
Ondergeteekende niet voorneemens is die Luiden te taxee-
ren, gelijk men by het overgelegt Berigt fchynt verkoofen te
hebben, te doen, welke nooyt in den Regtbank gezeeten
hebbende, overfulks geenfints onder de claffis van de
vroedfte, beft gepractifeerfte en ervarenften, alwaar het fchoon
fy uit die van de reedelijkften niet ten eenemaal uit te flui-
ten waaren, gereekent kunnen worden; te meer, dewyl
'er verfcheide gequalificeerde oude Regenten gevonden wor-
den welke het Scheepens-Ampt reeds te meermaalen be-
kleet, en daarom met goed regt een Adftendant, en bee-
tere gequalificeertheid uit hoofde van eene meerdere kun-
digheid en ervaarentheid, in en omtrent de behandelingen
der faaken voor de Regtbank der Stad Muyden voorval-
lende, fig moogen laaten voorstaan, en die aan jongere on-
bedreevene Luiden gepoftponeert worden, en feekerlijk
daar door eenige hardigheid koomen te lyden, vooral daar
in de oudste Privilegien U Edele Groot Mog. eige Refo-
lutie en de voorheen altoos byna in obfervantie gehoude-
ne coftumen, de fulke in het byfonder tot de bedieninge
van het Regter-Ampt voor alle andere in confideratie zyn
gekoomen, fulks het paffeeren en niet benoemen van de-
felve niet anders van hen kan werden opgenoomen dan
voor eene indirecte uitfluiting door een geformeerde Ca-
baale, onder het fpecieufe voorwendfel van overftemming
gemachineert en ter uitvoer gebragt, tot merkelijk nadeel
van de goede Juftitie, en om wyders alle policie en goede
ordres binnen de Stad Muyden, waar in, gelijk U Edele
Groot Mog. wel weeten, dat doorgaans een groote fchaars-
heid van bequaame en gequalificeerde Subjecten tot het
bekleeden van het Regter-Ampt gevonden worden, te ren-
verfeéren, en waar door dan ook op eene verregaande wy-

fe

fe geluxeert word, aan de foigneufe ordres by voorgeroefde U Edele Groot Mog. Refolutie beraamt en vaftgeftelt, tot geruftheid der goede Ingezeetenen, en voorkoominge van alle oppreffien van de felven, ja defelve hooge ordres opentlijk te vilipendeeren, fonder dat het voorgeeven by het Berigt, dat 'er binnen Muyden juift geene Regtsgeleerden gevonden worden welke men foude kunnen nomineeren, het onwettig bestaan van Burgermeefteren en hunne meedeftemmende drie Scheepenen ten deese eenigfints fal kunnen pallieeren of billyken, of ook ten deefe in eenige discuffie fal behoeven gebragt te worden wat van de befte policie zy, altoos Perfoonen te nomineeren welke meermaalen Scheepenen geweeft zyn, of eenige nieuwe foogenaamde Aankoomelingen, dewyl het eerftgedagte iets is het geen nog de aloude Privilegien deefer Stad nog de dikwils aangehaalde U Edele Groot Mog. Refolutie vorderen, en het laatftgemelde alsnu een uitgemaakte faak geworden is, en waar van het adveu of desaveu niet meer aan Burgermeefteren fchynt overgelaaten te zyn, feedert door U Ed. Groot Mog. uitdrukkelijk gedeclareert is, dat op de befte, gepractifeerfte en ervaarenfte Mannen alleen by het maaken der Nominatie reguard moet genoomen, en dus die, booven onervaarene nieuwe Aankoomelingen, gelijk buiten twyffel de gemelde vier op de Nominatie geftelde Perfoonen, waar onder 'er zyn over welkers verdere gequalificeertheid, immers van den laatstgemelde, die korts geleeden het BoodensAmpt nog heeft bedient, anders ook nog vry wat foude kunnen gefegt worden, foo fulks eenigfints ter faake kon doen, behoorden geprefereert te zyn; omtrent de gequalificeertheid van Daniël vander Spar, fal de Ondergeteekende enkelijk remarqueeren, dat, hoe recommandabel en verdienftig men die ook by fijn Berigt heeft willen doen voor. koomen, defelve egter naauwlijks van eene verregaande ambitie, om in alle Collegien te prædomineeren en den baas te speelen, met geene gratie vry te fpreeken is; waar van tot eene overtuiging kan dienen, dat hy niet alleen meermaalen te gelijk met fijnen Soon de een als Burgermeefter en de andere als Scheepen fig heeft weeten in te dringen, maar ook nu weederom fig felven het eerst en voor de drie Scheepenen, welke maar een jaar ditmaal hebben gefungeert, aan het hoofd van de pretenfe overgefondene Nominatie heeft weeten te ftellen, teegens het oud gebruik aan, het welk gemeenlijk meedebragt, dat fulke Scheepenen aan het hoofd en booven aan de Nominatien, en de afgaande of reeds meer dan een jaar gefungeert hebbende Scheepenen aan het hoofd van het tweede Vyftal gebragt wierden, foo als ook in verfcheide felfs groote Steeden gebruikelijk is, dat die, als geprefumeert wordende de meest kundigfte te zyn, gemeenlijk het volgende jaar aanblyven, booven en behalven dat gedagte Daniël vander Spar, ook door fijne Cabaale den afgaanden Præfident-Scheepen geheel van het onderite Vyftal heeft doen uitsluiten: Men heeft hy het overgeleevert Berigt wel getragt aan het onwettig bestaan van den felven vander Spar en fijnen Soon,

6 P

[ocr errors]

hoe

✰ Mej.

I Mey.

hoe feer met weinig gratie en aanneemlijkheid, eenige cou-
leur te geeven, dog dewyl dit felfs by het Berigt als een
afgedaane faak geconfidereert word, foude de Ondergetee-
kende van U Edele Groot Mog. attentie met hoogwigti-
ger faaken geoccupeert, te veel abufeeren, by aldien hy in
eenig verder demelé van die faake fig foude willen inlaa-
ten, en nog veel meer foo de Ondergeteekende mogte wil-
len na merite refcontreeren alle de indifcrete en opgeraap-
te vertellingen, waar meede men fig by het voorgedagte
Berigt foo onnuttelijk als ontydiglijk heeft opgehouden, om
(waar het doenlijk). de handelingen by den Ondergeteeken-
de foo binnen de Stad: Muyden als te Weefp en elders ge-
houden, by. U Ed. Groot Mog. haatelijk te maaken, buiten
dat foo al (het geen egter den Ondergeteekende vermeent
niet te zyn) te: Weefp of elders in het ftuk der policie en
het beleid der Regeering by erreur of te verregaande toe-
geeventheid iets mogte zyn gebeurt dat juist niet na de
ftricte reegelmaat of behooren gefchied waare, fulks aan
niemand het voorbeeld, veel min het regt kan of behoor-
de te geeven, om het felve tot fijn rigtfnoer te neemen,
na te volgen, of tot fijn verfchooning te doen dienen; van
welke confideratie onder andere dan ook foude moeten
zyn, dat de Steedehouder van den Ondergeteekende tot
Burgermeefter der Stad Weefp foude zyn verkooren, en
dat defelve in den gepaffeerden jaare als Oud-Burgermeester
foude in Regeering gebleeven zyn, nietteegenftaande fijn
Broeder van halven Bedde tot Præfident-Scheepen soude
aangeftelt geweeft zyn; het zyn alle faaken welke ten dee-
fe niet te paffe koomen, en daarenbooven ook den Onder-
geteekende niet toucheeren, door dien defelve geenfints de
electie van Burgermeefteren te Weefp heeft, maar wel van
Scheepenen uit een dubbelt getal, en die vervolgens de
Burgermeefteren kiefen; dog het geen den Ondergeteeken-
de wat nader foude fchynen aan te gaan, en meede de
cenfure van voornoemde Daniël vander Spar en fijne Con-
frater J. Bolten (want de andere fijne Meede-Adherenten
in deefe maar ftomme Perfonages zyn) niet heeft kunnen
échappeeren (hoe feer die cenfuur niemand minder dan
den laatftgemelden voegt, als die maar even voor fijne aan-
ftelling tot Burgermeefter, uit de Curateele, waar onder hy
als Prodigus geftelt geweeft is, ontflaagen is geworden)
tragt men te haalen uit de aanstelling van J. J. Weyker
tot Schout en Steedehouder van de Steeden Muyden en
Naarden, onlangs door den Ondergeteekende gedaan; dee-
fe aanstelling gelieven deefe duum viri Reipublicæ conftituen-
de voor onbehoorlijk en onwettig te decrieeren, om dat
defelve Steedehouder van de Lutherfche Gefintheid foude
weefen, en hy foo uit dien hoofde, als ook ter oorfaake
hy onbevoegt waar om die twee poften te gelijk waar te
neemen, na de Wetten deefer Landen voor ongequalifi-
ceert foude moeten gehouden worden; welke allegatie, bui-
ten dat die ten deefe gantfch mal a propos en na een ad-
veu van foo veele jaaren gedaan word, daarenbooven een
overtuigend bewys uitleevert, of van eenen gantfch inge-

ne

[ocr errors]
[ocr errors]

nereufen toeleg, om U Edele Groot Mog. door verkeerde en valsche voorgeevens te fub- én obripieeren, of van eene geringe bedreeventheid in faaken, de conftitutic der policie van deefe Provincie betreffende. De Placaaten by Be1!4 rigt aangehaald, zyn alle betrekkelijk tot het Generaliteits Territoir, en by de Refolutie van U Edele Groot Mog. van 29 July 1654, worden wel de Roomfchgefinden, maar geenfints die van de Lutherfche Religie van de Magiftraatsen andere publique Ampten en Bedieningen uitgeflooten, ook word by het eerfte Articul van de te meermaalen geal... legeerde Refolutie van U Edele Groot Mog. van 28 February 1654, (foo defelve al van eenige applicatie op de evengemelde aanftelling kan zyn, des nogtans, foo als ftraks fal blyken geenfints) alleen gerequireert dat er Perfoonen tot de Bedieningen, daar by gementioneert, genomineert worden, welke, of profeffie doen van de Gereformeerde Religie, of ten minsten die zyn toegedaans fulks de profeffie van de Gereformeerde Religie, op fig felve geen noodfaakelijk requifit binnen de Provincie van Holland is, om aldaar in de Regeering van eenige Steeden of van den Lande te moogen participeeren; felfs ontbreeken er geene exempelen, dat Luiden welke van eenige andere Gefintheid buiten de Roomfche profeffie doende, van de exercitie van de Magiftratuure in kleine Steeden geenfints zyn uitgeflooten geworden, foo als voor weinig jaaren onder andere uit het voorbeeld van feeker Burgermeefter der Stad: Woerden, welke, offchoon Lidmaat van de Remonftrantfche Gemeente zynde, egter door U Edele Groot Mog. teegens de drift. van eenige Kerkelijken, welke hem van fijne gemelde Bediening wilde ontfet hebben, daar in gemaintineert is geworden, gelijk by van Zurk in fijne Codex Batavus Tit. Magiftraaten S. 17 in Notis onder andere exempelen word bygebragt; dog waar omtrent ten refpecte van voornoemden J. J. Weyker te minder queftie kan vallen, om dat defelve flegts als Subftitut of Steedehouder van den Ondergeteekende fungeerende, en niet dan in den naame en van weegens den Ondergeteekende pareffeerende, niet kan gefegt worden eenige Magiftratuure te exerceeren, of in Stads of Dorps Regeeringen te participeeren, foo min als op den felven van eenige applicatie te maaken zy, het by Berigt geallegeerde agtite Articul van de Ordonnantie op de Crimineele Juftitie van den jaare 1570, ten refpecte van fijne aanstellinge over Muyden, Naarden en Gooyland, en dus over verfcheide Plaatsen tot Subftitut en Steedehouder van den Ondergeteekende, aangesien het gemelde Articul fpreekt van de fulke die twee Staaten van judicatuure bekleeden, als waar meede geenfints Subftituten of Steedehouders, maar alleen Regters, want die eigentlijk de Staaten van judicátuure kunnen gefegt worden te bekleeden, bedoelt worden; dog foo aan de ontydige bedilfugt van de gemelde Berigters geen paalen geftelt worden, is het te dugten, dat felfs de wettigheid der aanftelling van den Ondergeteekende tot Droffaard en Caftelein van Muyden, Bailliuw van Naarden en Gooyland, Hoofd-Officier der

6 P 2

ལ་

}

[ocr errors]

Stad

+ Mey.

1 Mey.

Stad Weefp, &c. &c. &c., offchoon by U Edele Groot Mog. felve gefchied, als feekerlijk meer dan een Staat uitmaakende, en fig tot onder meer dan een Territoir extendeerende, op eeven defelve fraaye argumentatien, foo wel als de voorfz aanstelling van gemelde J. J. Weyker, wel haaft in twyffel fal getrokken, en dus met 'er tyd een gantfch nieuwe reforme in de conftitutie der hooge Bedieningen deefer Provincie na de willekeurige verkiefinge van deefe yverige Reformateurs der goede politie deefer Landen, foo al niet geëffectueert, ten minste na hunne verkeerde denkbeelden geprojecteert worden; de Ondergeteekende wel bewuft zynde dat U Edele Groot Mog. dergelijke onderneeminge met indignatie aanfien, twyffelt ook geenfints, of hoogftdefelve fullen van den Ondergeteekende niet vergen dat hy ten deese eene opereufe apologie fal maaken over het geen by hem in en omtrent faaken, welke U Edele Groot Mog. felve ter fijnen dispofitie hebben gelieven te laaten, mogte gedaan geweeft zyn; te meer, dewyl de Ondergeteekende fig op goede gronden laat voorftaan, het verre beneeden fijn Caracter te zyn fig daar over ten deefe op de ontydige aanklagten van deefe ongequalifi qeerde Befchuldigers te disculpeeren, genoeg zynde dat die aanstelling, wanneer gemelde Schout en Steedehouder fijne Commiffie heeft vertoont, by niemand der Regenten van Muiden, Naarden of Gooyland eenige conteftatie heeft ontmoet; waar toe te minder fujet kon zyn, om dat men wel wist dat die Bedieningen van foo weinig confideratie zyn, dat wanneer die vaceerden, fig daar toe niemand, felfs niet de fulke van de Muyder Regenten, welke anderfints alles ambieeren, als Candidaaten opgedaan hebben, en dat ook de thans als onwettig gedecrieerde combinatie van gemelde Bedieningen genoegfaam noodfaakelijk waar, foude anderfints iemand daar door een gering beftaan kunnen genieten.

Waar meede de Ondergeteekende, in foo verre het verschil met eenige Leeden der Regeering deefer Steede aangaat, voor genoegfaam gerefuteert houd, het geen men heeft ingebragt ten refpecte van de voorfz aanstelling van fijnen Subftitut of Steedehouder, van wiens bequaamheid en irreprochabele conduites de Ondergeteekende fig door een langduurige ondervinding beeter overtuigt bevind, dan van die van de fulke welke thans den felven gaarn als ongequalificeert tot het waarneemen van fijn gemelde Bedieninge wilden doen voorkoomen, uit hoofde van eene vermeende aankleeving aan eene Religie waar in hy gebooren en opgevoed is, en welke tot nog toe hier te Lande niet alleen buiten vervolging gebleeven, maar felfs ook in meer dan een opfigte alle gunftige protectie en accueil gewoon is te ontmoeten: Dus de Ondergeteekende dit fijn Contra-Berigt dan fal befluiten, in eene welgefundeerde verwagting, dat U Edele Groot Mogende ten respecte van de by hem ten deefe gedaane remonftrantien wel ten definitive verders foodanig fullen gelieven te disponeeren, als door den Ondergeteekende by fijn overgeleevert Request verfogt geworden is, en U Edele Groot Mogende na der

fel

« VorigeDoorgaan »