Peter en Anna, of de gelukkige landbouw

aankomende afdoen akker alles altijd alzoo baas Beekhil best boer boerderij boerenstand boerin boter boterham deed dezelve dikwijls eenig gaan gaarne gebragt gedaan geld genoeg gesprekken geven gij uwe ging goed gebruik goed overleg goed te maken goede gelegenheid graan grond haver heid hetgene hetwelk hetzelve hoeve houden huishouden hunne zaken hunnen stand huur iemand jonge lieden kanker kennen KLAAS kleederen kleeren kost kwade gewoonten kwam landbouw landlieden landman laten lessen van PETER lezen maakt menschen mest moeijelijk moeite moest naarstigheid en zuinigheid nieuwe leerwijze noodig ondervinding onkruid onze opzigten oude knecht ouders PETER EN ANNA pligt PRAAT regt schadelijke schen Schoolleeraar Schout schuld slecht slordig spinnewiel spoedig spreuken stuiver tering uw werk verder vereischt verrigten verstandige VERVLIJT voeder voorbeeld voordeel voorslag voort te komen vooruit VROMANS vrouw vruchten wanneer want weide weinig welgezeten wierd wilde zei Peer-oom zeide zelf zelven zindelijk zoude zulk