Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

onder de familie der Straelbloemen die met veel bloempjes versierd bloeijen gesteld, on onder de 19o klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia aequalis, samenhelmigen-veelechtigen-gelykbloeijenden.

De Stevia met gezaegde bladen (Stevia serrata van Willdenow of Ageratum punctatum) is eene langlevende kruidplant van Mexiko, die met verspreide bladen en stengels, maer omtrent 30 centimeters hoog groeit, en alhier van july tot in augusty bloeit, met bloemtrosjes op de toppen en trechtervormige witte bloemen, die gesloten zyn.

De Stevia met Hyssopebladen (Stevia hyssopifolia van Willdenow) is eene langlevende kruidplant van Zuid-Amerika; zy groeit met tegenovereenstaende bladen en stengels van omtrent 50 of 60 centimeters hoog; bloeit meest in augusty, met bloemtrosjes en schoone rooskleurige bloemen.

De Stevia met cironde bladen (Stevia ovata van Willdenow) is eene langlevende plant van Mexiko; zy groeit wel omtrent 1 meter hoog, met getakkelde stengels en tegenovereenstaende bladen, en bloeit meest in augusty, met kroonwyze geschikte bloemen, die een lieflyk violetachtig roozekleur hebben.

De trosvormige Stevia (Stevia paniculata) is ook van ZuidAmerika, en groeit met lansvormige bladen en stengels van omtrent 1 meter hoog, die langs boven getakkeld zyn; bloeit van augusty tot in september, met trosvormige witte bloemen.

De Stevia met lansvormige bladen (Stevia lanceolata) groeit met stengels van meer dan 1 meter hoog, en lansvormige, smalle bladen, en draegt in september lieflyke rooskleurige bloemen.

De Stevia met Spaenschhout-bladen (Stevia ivaefolia van Willdenow) van Mexiko, bloeit in september, met trosvormige bloemen, die een schoon roozekleur hebben.

De Stevia purpurea van Willdenow bloeit meest in september, met zeer lieve purpere bloemen.

Deze schoone planten, die in den zomer onze bloemtuinen zoo fraei versieren, moeten alhier nog 's winters, by zeer koude saizoenen, in de planthuizen worden bevryd, en kunnen in ligten grond, op schotels of in lauwe bakken in de oranjehuizen worden

gezaeid. De eerste jaren met zorg gekoesterd zynde, kan men die het tweede jaar in de vrye lucht planten, maer toch moeten zy 's winters bevryd en met dorre bladen gedekt zyn. De krachten van deze planten zyn my niet bekend.

STEWARTIA, in 't fransch Stewartia, in 't latyn Stewartia, is door Jussieu onder de familie van de Lindeboomen gesteld, en onder de 16° klasse van Linnaeus, Monadelphia polyandria, éénbroederigen, planten die met de meeldraden en helmknopjes lot één lichaem vereenigd zyn en een groot getal stampertjes hebben.

De Stewartia malachodendron van Linnaeus, is een kreupel- of heester-houtgewas van Virginië, dat alhier in de oranjery 's winters wordt bevryd, en regt, zeer getakkeld groeit, met groote, eironde bladen; bloeit van juny tot in augusty, met steellooze, okselachtige, groote witte bloemen, die purper gevlekt en geteekend zyn. Dit schoon gewas, dat zich tot heden zonder medesoorten bevindt, kan in den heigrond op schotels gezaeid en door inleggers vermenigvuldigd worden; de jonge planten, na 2 of 3 jaren in de oranjehuizen gekoesterd te zyn, kunnen op goede standplaetsen in den heigrond geplant worden; maer zy moeten bezonderlyk voor de lentekoude bevryd zyn, dewyl die koude de bloemknoppen hindert en zy alsdan binnen den zomer geene volmaekte bloemen geven. Eindelyk, iedere behendige bloemkweeker kan ligtelyk bemerken dat als er eenige van die uitheemsche gewassen door de koude in onze luchtgesteldheid gehinderd wordt, hy daeraen eene betere standplaets moet bezorgen en die in de planthuizen of op eene andere wyze bevryden, terwyl zeer velen van die vreemde gewassen onze koude winters niet kunnen wederstaen.

STINKBOOM of Chinesche Zonnescherm, in 't fransch Sterculier, in 't latyn Sterculia, is door Jussieu onder de familie van de Maluwplanten gesteld, en door sommige nieuwe Kruidkenners onder de 11° klasse van Linnaeus, Dodecandria monogynia; maer Linnaeus zelf heeft dit gewas onder zyne 21 klasse, Monoecia monadelphia, éénhuizigen-éénbroederigen, gesteld.

De Stinkboom met Plaenboombladen (Sterculia platanifolia van Linnaeus) is een langlevend boomgewas van China en Japan, dat in het land zyner afkomst wel 4 of 5 meters hoog groeit, met schralen, blooten stam, op de toppen getakkeld, en veel lommerryke bladen versierd; moet hier in de oranjery worden bevryd, alwaer die boom maer omtrent 3 meters hoogte bekomt, en meest in july bloeit, met trosvormige bloemen, die weinig van belang zyn. Deze boom wordt meest om zyne schoone lommerryke bladen en om de verzameling te vervullen, door veel liefhebbers in de oranjehuizen, op de wyze van de Oranjeboomen gekweekt, en wordt in de warme landen, als Zuid-Frankryk, Italië en elders, veel als versiering by de andere boomgewassen in de lusthoven geplant en door inleggers vermenigvuldigd.

STOFFELIER, Giroffelbloem, Giroffelplant, Steenviolier, in 't fransch Girofflée, Quarantaine, in 't latyn Cheiranthus, van Tournefort Leucoium hesperis genoemd, is door Jussieu onder de familie van de Kruisbloemen gesteld, en onder de 15° klasse van Linnaeus, Tetradynamia siliquosa, viermagtigen, planten die met vier lange en twee kortere meeldraedjes bloemen en pculvruchten of hauwtjes dragen.

Men vindt zeer veel soorten van deze planten die éénjarig, tweejarig en ook langlevende zyn, alhier byna in al de bloemtuinen. worden geplant en waervan men door het zaeijen zeer veel dubbele en enkele, in alle soorten van kleuren, heeft verkregen, die door haren aengenamen reuk onze bloemhoven zeer lieflyk versieren en van eenieder wel bekend zyn. Derhalve zal ik er enkelyk cene korte beschryving van mededeelen.

[ocr errors]

De Stoffelier die men gemeenlyk Zes weken noemt, omdat hy dikwils zes weken na het zaeijen bloemen geeft (Cheiranthus annuus van Linnaeus), is eene éénjarige plant van Europa, waeruit men door het zaed purpere, roode, witte, rooskleurige, violette en veel andere verkrygt.

De grieksche Giroffelbloem (Cheiranthus graecus of de Hesperis aestiva) van Oost-Europa, wordt ook alle jaren in de bloemtuinen gezaeid, en groeit met gladde bladen, rooskleurige, roode of witte dubbele bloemen, volgens de medesoorten.

De Hof-Stoffelier (Cheiranthus incanus van Linnaeus) is eene langlevende plant van Spaenje, die alhier ook langlevend blyft, als zy 's winters in potten in de oranjery wordt bevryd, waervan men door het zaed rooskleurige, purpere, violette, roode, witte en anders gekleurde dubbele en enkele bloemen heeft verkregen, die eenen zeer aengenamen welriekenden geur verspreiden, en alle jaren vroeg in de lente of in augusty worden gezaeid, om 's winters in potten in de planthuizen te zetten, en waervan men de enkele bloemen voor het zaed kweekt. De jonge planten van deze soort, die dubbele bloemen zullen dragen, zyn gemakkelyk uit de enkele te kennen, dewyl al degenen die dubbele bloemen zullen geven in den mond genomen, buigen en tusschen de tanden als katoen blyven, en dat die met enkele bloemen tusschen de tanden kraken en breken.

De Steenviolier, gele Stoffelier of Giroffelbloem (Cheiranthus cheiri van Linnaeus) is eene tweejarige plant van Europa, die alle jaren in den zomer wordt gezaeid en het tweede jaer vroeg in de lente welriekende bloemen draegt. Men verkrygt door het zaed er veel medesoorten van met breede bloembladen en bruinachtige gele kleuren, die de bloemtuinen in de lente versieren en om haren aengenamen geur ook veel in potten worden gekweekt, om de huizen, vensters en kamers te versieren; by zeer koude winters moeten deze jonge planten met dorre bladen bevryd of in de planthuizen bewaerd worden, want zy kunnen geene 12 graden koude wederstaen.

De Giroffelbloem of Violier (Cheiranthus mutabilis van L'Hér.) is cen langlevend houtachtig gewas van Madera, dat alhier in de matige serren wordt gekweekt, en bloeit met lieflyke gele dubbele fluweelbloemen, die eenen zeer welriekenden geur verspreiden; als men op tyds de toppen der takjes na het bloeijen inkort, draegt het byna den geheelen zomer bloemen.

De Cheiranthus fruticulosus van Spaenje en de Cheiranthus cheirifolia variegata, met dubbele bloemen, worden ook in de matige serren gekweekt en door afzetsels vermenigvuldigd.

De Zeeviolier (Cheiranthus maritimus van Linnaeus) is eene éénjarige plant van het eiland Mahon; zy wordt alle jaren in de

lente gezaeid, waerdoor men ook dubbele en enkele bloemen van verschillige kleuren heeft bekomen.

Al de Violieren werden van de oude Kruidbeschryvers Leucoïon genoemd, niet naer de witte bloemen, maer omdat de stengels, takjes en bladen gemeenlyk witachtig zyn, en Hesperis, omdat de bloemen 's nachts lieflyker rieken dan by dage. Al de enkele Violieren, die zaed voortbrengen, worden in sommige landen gekweekt, om uit het zaed eene olie te stampen, die een schoon brandende licht geeft. De bloemen van de Violieren in water gezoden en gedronken, zegt Clusius, zyn goed voor degenen die den adem niet wel kunnen halen; zy doen zweeten, verwekken de maendstonden en doen de pis lossen; die bloemen langen tyd in den azyn geweekt, worden in tyden van pest gebruikt om dikwils aen te rieken, ook in besmette tyden met de spyzen gemengd. Het water waerin de bloemen van de Steenviolieren gezoden zyn geweest of het gedistilleerd water, verhelpt alle gebreken der lever en nieren, zuivert het bloed en verzoet de smert der inwendige deelen; het sap van dit kruid zuivert de wonden en geneest de vuile zeeren. De bladen en het kruid van de Steenviolieren bezitten eene groene verw, die door de schilders en waterverwers gebruikt wordt.

STOKROOS, Malva, Sigmaerskruid, in 't fransch Rose trẻmière, Rose de Gueldre, in 't latyn Althaea rosa, door Tournefort Alcea genoemd, is door Jussieu onder de familie van de Maluweplanten gesteld, en onder de 16o klasse van Linnaeus, Monadelphia polyandria, éénbroederigen, met veel helmdraden.

De Stokroos (Althaea rosea van Willdenow) is eene tweejarige plant van China en Oost-Indiën, die alhier in het voorjaer in de bloemtuinen wordt gezaeid; zy groeit met gebogene en hoekige bladen en stengels die het tweede jaer uitspruiten, door de bladen vergezeld, en wel omtrent 1 1/2 meter hoog wassen, waerop van juny tot in september steellooze bloemen bloeijen, waeronder men dubbele en enkele, rooskleurige, violette, roode, witte, gele, sulferachtige, donkerpurpere en veel andere vindt. Deze plant, door hare breede bladen en dikke mergachtige stengels, vat veel wind;

« VorigeDoorgaan »