Sterrebloem, Sterrekruid, Astère, Aster Sterremuer, valsche Muer, Water-Sterrekruid, Stellaire, Stellaria. Stinkboom of Chinesche Zonnescherm, Sterculier, Sterculia. Stoffelier, Giroffelbloem, Giroffelplant, Steenviolier, Girofflée, Qua- Stokroos, Malva, Sigmaerskruid, Rose trémière, Rose de Gueldre, Suikerriet, Canne à sucre, Saccharum. Suikerwortel, Chervis, Gyrole, Berle, Sium. Swenblad, Zevenblad, Tormentille, Tormentilla. 72 73 74 Trachelium, Trachelie Tradescantia, Eendaegsbloem, Éphémère, Tradescantia . Trechterwinde, Schoone by dage, Ipomée, Liseron, Ipomaea Trolbloem, europeaensche Hanenvoet, Trolle, Trollius. Tuberoos, Hof-Tulperoos, Tubéreuse, Polyanthes 99 100 101 104 Turksche Tarwe, Spaensche Tarwe, Milie van de Indiën, Maïs, Blé de Turquie, Blé d'Inde ou d'Espagne, Zea. Valsche Vanille, Boomwurtelaer, Fausse Vanille, Epidendrum. Varenkruid, Engelzoet, Mannekens-Varen, Varengenst, Fougère, Veldajuin, Vogelmelk, Oignon des Champs, Ornithogale, Ornithogalum Veldgras, Agrostis Veldsalade, Koornsalade, Sint Joriskruid, Mache, Doucette, Valerianella. 119 122 124 Verkensgras, Duizendknoopen, Kreupelgras, Renouée, Bistorte, 125 Verkensvenkel, Verkenssteert, Queue de Pourceau, Peucedanum. Vingerhoedskruid, Onzer Lieve Vrouwe Handschoen, Digitale, Violette, Hof-Violette, engelsche Violette, Violette des Jardins, 126 128 Vlambloem, Phlox Vlas, Vlasplant, Lin, Linum. Vlaslelie, Phormion, Lin de la nouvelle Zélande, Phormium Vlokkebloem, Duizendkruid, Sterredistel, Grande Centaurée, Jacée, Vlookruid, Vyfvingerkruid, Zilverkruid, Vyfblad, Quintefeuille, Vogelkop, Passerine, Passerina. Vogelvitse, Lotier, Lotus. Volkameria, Volcamier, Volkameria Vrouwenspiegel, wilde Klokskens, Campanule doucette, Miroir de Wandluiskruid, stinkend Lischkruid, Herbe aux Punaises, Glaïeul, Water-Duizendblad, Volant d'eau, Myriophyllum 156 157 Waterhanenvoet, Wilde Ranonkel, Genouillette, Ranunculus aquatilis Waterklaver, Boksboon, Ménianthe, Trèfle d'eau, Menyanthes. Waterpeper, kleine wilde Wilge, Curage, Polygonum hydropiper. Watervenkel, Watereppe, Phellandrie, Phellandrium. Waterviolier, Waterpluimen, Plumeau d'eau, Hottonia 30 158 159 160 161 162 163 164 Waterwortel, Roode Steenbreek, Oenanthe, Filipendule, Oenanthe. Wegbree, Hondsribbe, Weversblad, Plantain, Plantago. Wikke, Vitse, Krok, Duivenboon, wilde Wikke, Vesce, Vesceron, 174 176 Wilde Basilicum, Basilic sauvage, Clinopodium Wilde Cicer, Hof-Cicer, Gesse, Clandestine, Lathraea. Wilde Kervel, Faux Cerfeuil, Chaerophyllum Wilde Speurie, Espargoute sauvage, Holosteum Wolbloem, Wolkruid, Toortskruid, Fransche Tabak, Molène, Woldistel, Laitron laineux, Andryala. Wolfsmelk, Tithymallen, Duivelsmelk, Euphorbe, Euphorbia. Santolina Ximenesia. Ximenia Drie-en-twintigste Hoofdstuk. — X. Vier-en-twintigste Hoofdstuk. Y. Yzerhout, Argan, Bois de Fer, Sideroxylon. Vyf-en-twintigste Hoofdstuk. Zaegkruid, Peerdsyzer, Biserrule, Biserrula. Zanthoxylum, Tandpyn-boom, Hercules-knods, Clavalier, Arbre du mal de Dent Zeeajuin, Scille, Scilla . 190 191 194 Z. Zeedoorn, Argousier, Epine marine, Hippophaë Zurkel, Hofzurkel, Peerdik, Patientiekruid, Peerdezurkel, Oseille, 228 Zwaluwwortel, Venyndwang, Dompte-venin, Asclépiade, Asclepias. 231 Zwarte Winde, Soldanelle, Soldanella. Zwynsbrood, Verkensbrood, Pain de pourceau, Cyclamen . 235 236 287 VERDELGING DER ONGEDIERTEN. BEWERKING DER EIGENSCHAPPEN DER GEWASSEN. Eerste hoofdstuk. Over de krachten der planten Vyfde hoofdstuk. — Over de geboorteplaets en den bloeityd der § 1. Middel om de rupsen te verdelgen § 2. Middel om de spinnekoppen te verdelgen. § 3. Middel om de molkrekels of veemollen te verdelgen. § 4. Middel om de aerdwormen, pierwormen of teken te ver § 6. Middel om de slekken en schelpslekken te veldelgen S 9. Middel om de molenaers of meikevers te verdelgen S 10. Middel om de wespen of appelbiën, en peerdewespen te verdelgen . . S 11. Middel om de kleine insecten, zooals scharlakenluizen, wandluizen, boomvlooijen, kermes, enz., te verdelgen . S 12. Over de middelen om de Perzikboomen tegen boomluizen of hondsluizen, teekjes, meelmpjes, krinkel of krul te behoeden. 260 Zevende hoofdstuk. Over de ziekten der planten § 2. Over de verbrandheid of verberning der planten. § 3. Over de koorn-bederving of koorn-masscher en de boomverrotting. S4. Over den koornbrand of meeldauw 5. Over de beschimmeling en kanker der boomen § 6. Over de spoor of bederf der Rogge |