Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

De Sint Antonius Laurier met Rosmarynbladen (Epilobium rosmarinifolium) groeit met kleinere stengels, maer veel grootere schoone purperachtige rooskleurige bloemen.

[ocr errors]

Het gewold Sint Antonius Teenrys (Epilobium hirsutum van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant, die in België op vochtige plaetsen aen de kanten der grachten en waters wast, met gewolde, getakkelde stengels en stamomvattende, eironde, lansvormige, getande en gekerfde, een weinig gladde, gestreepte bladen; draegt meest in july kleine rooskleurige purpere bloempjes.

De haerachtige Sint Antonius Laurier (Epilobium pubescens van Linnaeus) wast in België in de meerschen, met enkele stengels en steellooze, lansvormige, getande bladen, langs beide zyden met witachtige haertjes bekleed, en bloeit met kleine purperachtige rooskleurige bloempjes.

Men vindt nog den Epilobium tetragonum, die alhier in sommige bosschen groeit, met vierhoekige stengels en lansvormige, getande bladen, die ook in july purperachtige rooskleurige bloemen draegt.

De Epilobium palustre groeit meest in de vochtige meerschen, aen de poelen, met regte stengels en scherpe, lynvormige bladen, aen de stelen verdeeld, en draegt ook in july kleine purpere bloempjes.

De Epilobium montanum is eene tweejarige plant, die in de bergachtige bosschen wast, en meest in juny bloeit, met purpere bloempjes.

Het zaed van deze planten bezit eene welriekende olie, die by het styven zeer verdikt. De kruiden en wortels, zegt Lobel, bezitten byna de krachten van den Bastaerd-Wederik. Zy worden door het zaed en wortelscheiding vermenigvuldigd.

SINT JANSKRUID, Mansbloed, Sint Pieterskruid, in 't fransch Mille-pertuis, in 't latyn Hypericum, door Tournefort Androsaemum ascyrum genoemd, is door Jussieu onder de familie van het Sint Janskruid gesteld, en onder de 18° klasse van Linnaeus, Polyadelphia polyandria, veelbroederigen met veel helmdraden. Het groot Sint Janskruid of Mansbloed (Hypericum hirsutum

van Linnaeus) is eene langlevende houtachtige kruidplant van Europa, die in België veel in de bosschen en drooge velden groeit, met ronde stengels, langs boven getakkeld, en kleine, eironde blaedjes, een weinig met haertjes gewold; als men die blaedjes tegen de zonne of lucht houdt, schynen zy met duizende gaetjes doorboord te zyn, gelyk ook die van al de volgende soorten. Dit kruid wast alhier met zyne stengels omtrent 40 of 50 centimeters hoog, en bloeit van juny tot in september, met gele bloemen.

Het spitsvormig Sint Janskruid (Hypericum pyramidatum) van Canada, groeit met gelakkelde stengels, omtrent 30 of 40 centimeters hoog, en bloeit ook in den zomer, van Sint Jansdag tot in september, met gele bloemen.

Het Sint Janskruid met groote bloemen (Hypericum calycinum van Linnaeus) is een langlevend houtachtig kruidgewas van Griekenland; het groeit met stengels van maer omtrent 30 centimeters hoog, en bloeit met zeer groote breede gele bloemen.

De Hypericum balearicum van Mahon, bloeit ook geheel den zomer, met schoone gele bloemen.

De Hypericum prolificum van Willdenow, is ook eene houtachtige kruidplant van Noord-Amerika; zy bloeit met lieflyke gele bloemen. Deze planten worden alhier in de kruidhoven gekweekt en door wortelscheiding vermenigvuldigd.

Men vindt alhier den Hypericum quadrangulare van Linnaeus, die in de meerschen groeit, en ook rond Sint Jansdag gele bloempjes met drie of vier bloembladen draegt. De Hypericum tomentosum van Linnaeus, groeit meest in de vochtige bosschen; de Hypericum pulchrum groeit in de drooge bosschen en velden; de Hyp. montanum en H. perforatum groeijen ook in België, op de bergen en drooge velden, en dragen insgelyks gele bloemen.

De Hypericum elodes van Linnaeus, groeit in de vochtige meerschen en poelen, met liggende, ronde, gewolde stengels en rondachtige, gewolde bladen; bloeit van juny tot in augusty, met driebladige gele bloemen.

De Hypericum chinense van Retz, is eene houtachtige kruidplant van China, die hier in de oranjery in potten wordt gekweekt, en met zeer schoone hooggele bloemen bloeit.

De Hypericum coris van Linnaeus, die van Zuid-Europa voortkomt, eene levendige roode verw bezit en alhier in de oranjery 's winters moet bevryd zyn, wordt veel in Zuid-Franwryk en Italië, waer zy natuerlyk groeit, na het bloeijen vergaderd, om linnen, wollen lakens en andere stoffen rood te verwen.

Het Mansbloed (Hypericum androsaemum) van Italië, moet ook 's winters in de oranjery bevryd zyn.

Deze kruiden werden van de oude Kruidkenners Androsaemum genoemd, hetgeen in onze-tael Mansbloed bediedt, en zyn van alle Kruidbeschryvers voor warm en droog tot in den derden graed gehouden. Het groot Sint Janskruid en de bloemen, met veel andere van deze soorten, worden groen en droog gebruikt. Er wordt ook door de kunstscheiding eene olie uit het kruid, de bloemen en het zaed getrokken, die met wyn, venetiaenschen terpentyn en saffraen wordt bereid en ook met gomme, olyfolie en wierook gemengd, om de kwade zweringen, verkoude leden, spannende zenuwen, gezwellen en flerecyn te genezen; met de jonge toppen en bloemen wordt ook eenen balsem gemaekt, die met olyfolie en roozeknoppen te samen wordt bereid, en men in de zonne laet trekken en bewaert, om nadien te gebruiken. Het sap der bladen en bloemen van den Hypericum heelt de wonden, doodt de wormen van de peerden, bezonderlyk als men hun eerst wat Leverkruid (Agrimonia eupatoria) te eten geeft. Lobel, Clusius, Dodonaeus en Plinius zyn van hetzelfde gevoelen over de krachten dezer gewassen, en zeggen dat het kruid, de bloemen en het zaed gekookt en met witten wyn gedronken, de derdendaegsche koortsen verdryft, de steenen van de nieren afjaegt, zeer goed is tegen het bloedspuwen en het fleuris genezen kan. Onze eenvoudige landlieden vergaderen de bloemen en jonge toppen omtrent Sinte Pietersdag, en droogen die, om geheel het jaer in het water te kooken en als thee te drinken.

SINT JORISKRUID, Speerkruid, Baldriaen, Valeriaen, in 't fransch Valériane, in 't latyn Valeriana, is onder de 2° klasse, 3 sectie der trechtervormige bloemplanten van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van het Valeriaenkruid, en

onder de 3o klasse van Linnaeus, Triandria monogynia, planten die met drie helmstyltjes bloemen en maer één stampertje hebben. Men vindt verscheidene soorten van dit Speerkruid, waervan inzonderlyk de twee volgende in de medecynen vermaerd zyn: Het Winkel-Speerkruid (Valeriana officinalis van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die ten alle kanten in België in de vochtige meerschen, bosschen en aen de grachten en waters wast, met bladstelen en gevleugelde, getande bladen, en waeruit alle jaren in mei eenen gerimpelden stengel spruit, die, langs boven getakkeld, omtrent 1 meter hoog groeit, en op welks toppen van juny tot in july veel witte of rooskleurige bloemen bloeijen, die eenen aengenamen reuk inhouden. Deze plant, die om hare deugden veel in de kruidhoven wordt gekweekt, is van de oude en nieuwe Kruidbeschryvers zeer geacht; de wortels, bladen en bloemen bezitten een middel tegen de stuiptrekkingen en eene zenuwstillende kracht. De wortels worden veel door afkooksel in de anderdaegsche koortsen gebruikt, en de bloemen met kokende water als thee bevolen; de wortels worden ook gedroogd, en als poeijers voor de gemelde ziekten gebruikt.

Het Sint Joriskruid met afzonderlyke mannelyke en vrouwelyke bloemen (Valeriana dioica van Linnaeus) is eene langlevende plant van Europa, die op sommige plaetsen in België in 't wilde wast, en veel in de kruidhoven wordt geplant; zy groeit met gevleugelde bladstelen en gerimpelde stengels van omtrent 60 of 70 centimeters hoog, en bloeit in july, met vleeschkleurige bloemen, die op de eene plant allen mannelyk en op de andere vrouwelyk zyn. Deze plant bezit dezelfde krachten als het WinkelSpeerkruid.

Het tam Speerkruid of engelsche Valeriaen (Valeriana phu van Linnaeus) is eene langlevende plant van den Elsas, die alhier veel in de kruidhoven wordt gekweekt; zy groeit met dikke wortels en stelen, met lange, eivormige, groene bladen aen de wortels verdeeld, waeruit meest in mer gladde stengels spruiten, die omtrent 50 of 60 centimeters hoog wassen, en in juny witte bloemen op de toppen der stelen dragen, die eenen zeer welriekenden geur inhouden. Deze plant, die zooveel heilzame deugden bezit,

wordt gebruikt voor menschen en kinderen die met stuiptrekkingen en zenuwkrimpingen gekweld zyn; de wortels of bladen een weinig gestooten en op de vurige gezwellen of wonden gelegd, doen die zuiver zonder lidteeken genezen. De bladen en wortels versch gestooten en opgelegd, verzachten de hoofdzweren en genezen de brandpuisten, en met wyn bereid, genezen zy de speen en andere zeeren. De bloemen worden ook door af kooksel als thee gedronken, zegt G. Grimaux, voor de geelzucht, borstkwalen en andere pestilente ziekten en kwalen.

Het pyreneesch Speerkruid (Valeriana pyrenaica van Linnaeus) van Zuid-Frankryk, groeit ook in sommige bergachtige bosschen van België, en de Valeriana supina van Linnaeus, die in de Alpische gebergten groeit, wordt hier ook in sommige kruidhoven gekweekt, en meest door wortelscheiding en zaed vermenigvuldigd.

Het rood Sint Joriskruid of roode Valeriaen (Valeriana rubra van Linnaeus), van de nieuwe Kruidbeschryvers meest Centranthus ruber genoemd, schynt eene medesoort te zyn, die om hare lieflyke bloemen in de bloemtuinen wordt gekweekt; zy groeit met groenachtige, lansvormige bladen en getakkelde stengels, omtrent 45 of 50 centimeters hoog, en bloeit met bloemtrossen op de toppen en zeer veel kleine roode, lilas of witachtige bloempjes, die maer één stuifdraedje hebben, en zou derhalve in de 1e klasse van Linnaeus moeten gesteld zyn. Men heeft van deze plant door het zaed eenige medesoorten verkregen; zy kan moeijelyk in de vrye koude lucht onze winters wederstaen; daerom is het zeer prysbaer eenige struiken in de planthuizen te bevryden.

SLANGENHOOFD, Slangenkop, in 't fransch Vipérine, in het latyn Echium, is onder de 2o klasse, 4° sectie der trechtervormige bloemplanten van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de Bernagieplanten, en onder de 5° klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf stuifdraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

Het Slangenhoofd met groote bloemen (Echium grandiflorum) is eene tweejarige kruidplant van de Kaep, die met getakkelde

« VorigeDoorgaan »