Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

uitkoken, kan men er een fyn gehekeld Vlas van bekomen, dat uitermate sterk is om allerlei stoffen mede te maken. Tusschen de bladen dezer planten spruit gemeenelyk een stengel uit, die wel omtrent 2 meters hoog wast, en waerop zeer veel gele bloemen bloeijen, die trosvormig zyn geschikt, en waerop drievlakkige zaedhuisjes volgen, die platte, dunne, zwarte zaedjes inhouden.

Weinige planten die spinbare draedjes bezitten, zyn by hare ontdekking met zooveel lof aengekondigd geweest. De kapitein Cook heeft al de nuttige voordeelen, die men uit de draedstoffe kan trekken, beschreven, en zegt dat de inwoners van Nieuw-Zeeland daermede al hunne kleedingstoffen weven, vischnetten breijen en touwwerk voor de schepen, koorden, enz., draeijen, die zeer sterk en voordeeliger dan die van kemp of vlas zyn; de stoffe daervan gemaekt, heeft een wit satynachtig kleur. Door verscheidene opmerkingen hebben de Kruidkenners gevonden dat die plant onder de 47 graden Noorderbreedte, het is te zeggen, in Europa kan groeijen, en men begint heden omtrent Parys daermede proeven te doen en die in zandachtige gronden te planten; maer 's winters dekt men die nog een weinig tegen de koude, om ze langzaem aen het klimaet te gewennen. Men heeft in Zuid-Frankryk alreede groote plantagiën daermede aengelegd. De Vlaslelie behoudt het geheele jaer, zooveel 's winters als zomers, hare bladen, en kan door zydelingsche uitloopers, wortelscheiding en door het ryp zaed vermenigvuldigd worden; maer de jonge zacijelingen moeten de eerste jaren 's winters in de matige serrèn verblyven en in den vermengden heigrond gekweekt zyn.

Zie hier de wyze om de bladen van de Vlaslelie door het kokende water van de gom, het merg en andere onnoodigheden te zuiveren en er goede vlasstoffe uit te bekomen Men snydt gemeenlyk op het einde der maend september, by voorbeeld, 12 kilogrammen der schoonste en onbevlekte bladen, die men in twee pakken verdeeld en 8 of 10 dagen in eene benedenplaets van het huis in de lommer legt, dan een voor een in de lengte te midden met het punt van een mes van onder tot boven in twee splitst, en dan van elkander scheidt, op zoo cene wyze, dat ieder

blad in vier riemkens verdeeld is, die men, volgens het groeijen, punt by punt in bundelkens verdeelt, met een klein koordeken wel gesloten te samen bindt, in eenen ketel die de lengte van die gescheidene bladen heeft, legt, en met water vult, waerin, voor iedere 12 kilogrammen bladen, 1 1/2 kilo zeep moet gebroken worden; opdat de gesplitste riemkens wel zouden overzieden, legt men er gemeenlyk eenig gewigt op, en na 5 uren gekookt te hebben, spoelt men die riemkens, die alreede draedjes zyn geworden, in het loopende water, om ze te zuiveren, en laet ze in de lengte droogen, om nadien tot stoffen of koorden, op de wyze van het Vlas, te bereiden.

VLIEGENVANGERSPLANT, Vliegenval, in 't fransch Dionaea, Attrape-mouche, in 't latyn Dionaea, is door Jussieu onder de familie van de Steenbreek gesteld, en onder de 10° klasse van Linnaeus, Decandria monogynia, planten die met tien meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Vliegenvanger (Dionaea muscipula van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Amerika, die in de Carolinsche eilanden in de meerschen en elders wast, en alhier in de matige serren wordt gekweekt; zy groeit met bladen aen de wortels gestrekt, en stengels die omtrent 25 centimeters hoog wassen, en bloeit meest in july, met bloemtrosjes op de toppen en witte bloemen, met vyf bloembladen in de kelken, die aen de onderste deelen der bloembladen een roozekleur hebben, en bultige zaedhuisjes, met zeer veel zaedjes gevuld, voortbrengen. Deze wonderbare plant, die door de Voorzienigheid zoo is geschikt dat zy vliegen en andere kleine ongedierten in hare bloemkelken vangt, terwyl zy bloeit, heeft in hare bloembladen van onder en boven klierachtige scherpe prikkels, die ineen krimpen, de vliegen, door den zoeten geur der bloemen en hare honigachtige meeldraedjes aengelokt, vastgrypen en doorsteken. Zoohaest de vliegen doorsteken zyn, ontsluit zy hare bloemkransjes, en men ziet die diertjes dood ter aerde liggen, hetgeen die plant den naem van Vliegenvanger (Muscipula) heeft doen verkrygen. Zy wordt van veel liefhebbers gezocht, en moet alhier in vochtige turfach

tige gronden geplant en 's winters in potten in de matige serren bevryd worden; zy kan door afzetsels en struikscheiding, hetgeen in het voorjaer verrigt wordt, vermenigvuldigd zyn.

VLIERBOOM, in 't fransch Sureau, in 't latyn Sambucus, is onder de 20° klasse, 5° sectie van Tournefort gesteld, der boomen die éénbladige bloemkransjes dragen; door Jussieu onder de familie van het Geitenblad, en onder de 5o klasse van Linnaeus, Pentandria trigynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en drie stampertjes hebben.

De Vlierboom met zwarte beziën (Sambucus nigra van Linnaens) is een langlevend heester-boomgewas van Europa; het groeit zeer getakkeld, omtrent 3 of 4 meters hoog, met bladstelen, gevleugelde en gelande, fyn gezaegde bladen, en bloeit meest in mei, met witte bloemen op de toppen, die in vyf zyn verdeeld, eenen welriekenden geur verspreiden en in september rype beziën voortbrengen; men vindt eenige medesoorten, die witte bonte bladen dragen.

De Vlierboom met Peterseliebladen (Sambucus laciniata van Linnaeus) is ook een langlevend heesterboomgewas van Japan, dat in België in de lusthoven wordt geplant en getakkeld groeit, met bladstelen en gevleugelde bladen, die aen de Peterselie gelyken; bloeit in juny, met witte bloemen, die in vyf zyn verdeeld, maer zeer weinig beziën voortbrengen.

De Vlierboom met trosjes (Sambucus racemosa van Linnaeus) is een langlevende boom van Zuid-Europa; hy groeit in België op de bergen en in de bosschen, en bloeit met roodachtige bloemtrosjes en witte vereenigde bloemen.

De Vlierboom van Canada (Sambucus canadensis van Linnaeus) is een langlevend houtachtig kruidgewas, dat in de lusthoven wordt geplant en met witte welriekende bloemen bloeit.

De wilde Vlierboom (Sambucus ebulus van Linnaeus) is een langlevend kruidgewas, dat in België op vochtige plaetsen en aen de hagen en kanten der waters wast, en meest in juny op de toppen witte, purperachtige bloemen draegt, die in drie zyn verdeeld.

is

Van al deze Vliergewassen wordt de zwarte Vlierboom (Sambucus nigra), om zyne heilzame en nuttige deugden by voorkeur geplant; want men vindt byna geen gewas, dat door de wortels, schors, bladen, bloemen en beziën aen het menschdom zooveel krachtige middels verschaft. Men kan, ten eerste, van die Vlierbloemen eenen goeden azyn maken, om in het huishouden by de spyzen te gebruiken, welke zeer gezond is, den eetlust verwekt en de spyzen helpt verdouwen; die azyn uitwendig gebruikt, zeer dienstig om de roos, heete gezwellen, ontstekingen en hoofdpyn te doen verdwynen. De bloemen versch of droog, worden op verscheidene wyzen in allerlei ziekten als een brandverdryvend middel gebruikt; met mate als thee, in kokende water geweekt, gedronken, verwarmen zy de ingewanden, doen zweeten en bezitten eene buikzuiverende kracht. Men kan ook van de Vlierbloemen eene conserve maken, die zachtjes doet lossen en dikwils in het huishouden by kleine ongesteldheden te pas komt. De gedroogde Vlierbloemen, in een linnen zakje gedaen en eenigen tyd in den wyn gehangen, geven er cenen aengenamen en muscatellen smaek aen; de jonge, teedere uitspruitsels, bezonderlyk die van het voorjaer, kunnen in de pannekoeken of groenkoeken gebakken en voor meidrank worden gebruikt; de jonge spruiten in den azyn gelegd, kunnen het geheele jaer naer begeerte dienen om op alle wyzen te gebruiken zy purgeeren zachtjes, zuiveren het lichaem en bloed, en zyn bezonderlyk zeer goed voor menschen die veel gallig slym en waterige vochtigheid in zich hebben; maer te veel inwendig daervan genomen, kan de maeg ontstellen; derhalve moeten zy met mate gebruikt worden. De binnenste schors van de Vliertakken, of de bloemen in de zoete of andere melk met suiker gekookt, is zeer dienstig voor menschen die roosachtig zyn; dezelfde schors in het water, bier of wyn, met Kaneel en Anyszaed gekookt, en dagelyks daervan twee of drie roemers gedronken, geneest de waterzuchtige menschen. De binnenste schors in de olie van Olyven gedaen, en by het vuer laten staen trekken, is een beste middel voor den brand en allerlei vurige ontstekingen; men kan ook in placts van olyfolie, dit met een weinig brande

wyn en kamfer bereiden en voor dezelfde kwalen gebruiken. De gemelde schors, met olyfolie en zoete boter gekookt, is een der kostelykste middels om de verbrande deelen te genezen. De versche Vlierbladen worden ook voor het podagra of voeteuvel gebruikt, waervan de doctor Pauli, in zyn Quadriparticum Botanicum melding maekt. Uit de rype bezien wordt zoo wel door de apotheekers als in sommige huishoudens, eene syroop of rob gemaekt, die zeer dienstig is voor verkoudheid, zinkingen, kortborstigheid, langdurige vallingen, enz., want zy doet zweeten en verdryft daerdoor de gemelde ongemakken; Vlierrob is ook zeer dienstig om tegen den buikvloed en roodenloop te gebruiken; daerom is het zeer prysbaer voor wel gestelde huishoudens, altoos die syroop in gereedheid te hebben. Zie hier de wyze om die te maken : men neemt gemeenelyk de rype Vlierbeziën, perst of wringt er het sap uit, doet zulks door een doek of haren teems. en vervolgens in eenen yzeren ketel of kasserol, laet het daerna over het vuer zachtjes koken tot dat het de dikte van styve syroop bekomen heeft; men moet dit sap dikwils met eenen lepel afschuimen, en gedurig roeren, bezonderlyk op het lactste, opdat het niet aenbrande, en als het wel zuiver uitgekookt schynt, voegt men er naer evenredigheid, om het van pas zoet te maken, wit suiker by, laet het dan weder koken, wanneer het welhaest door het suiker verdikt, en gansch gekookt zynde, giet men die syroop in steenen potten, en koud geworden, doet men er een weinig brandewyn boven op, om ze tegen de beschimmeling te bewaren; nadat die syroop in potten, boven met papier wel toegebonden en op een drooge plaets gezet is, kan zy wel drie jaren tegen het verderf goed bewaerd blyven, om vervolgens in de gemelde kwalen de grootte van eene Okkernoot in eens te gebruiken; de doctor Ricord schryft dat hy ook die syroop als zweet verwekkend middel in de medecynen, om de Venusziekte en Rhumatisma te genezen, heeft bevolen. De Vlierbeziën gedroogd en vervolgens op goeden brandewyn of genever gezet, en eenigen tyd laten trekken, daer by een weinig kaneel, giroffelnagels en suiker voegende, om het van pas zoet te hebben, en door eenen fynen doek latende vloeijen, geeft een schoon rood liqueur, dat als

« VorigeDoorgaan »