Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

om op de vurige gezwellen en wonden te leggen en den brand te verdryven; dit sap wordt ook met de oogzalve gemengd, en het zuiver sap alleen doet de vlekken der oogen verdryven, den brand verkoelen en het gezigt versterken; hetgeen Gabriël Grimaud de Caux in de Gezondheidsgazette ook getuigt, en door veel andere geneeskundigen is bevestigd.

VLAMBLOEM, in 't fransch Phlox, in 't latyn Phlox, is door Jussieu onder de familie van de grieksche Polemonium gesteld, en onder de 5e klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben. De soorten van Vlambloemen zyn zeer talryk, en men vindt er heden in de bloemtuinen onzer liefhebbers zeer veel, die meest allen rooskleurige, roode, witte en purperachtige violette bloemen dragen.

De gesternde Vlambloem (Phlox divaricata van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Noord-Amerika, die met dunne, gesternde stengels, maer omtrent 25 of 30 centimeters hoog groeit, met steellooze bladen, en alhier meest in juny bloeit, met trossen en trechtervormige bloemen, die een appelbloesem kleur hebben.

De priemvormige Vlambloem (Phlox subulata van Linnaeus) is van Virginië; zy groeit bundelvormig, met altoosblyvende bladen, en bloeit in mei, met rooskleurige, purperachtige, gesternde bloemen, die van onder donkerpurper zyn.

De kruipende Vlambloem (Phlox reptans) bloeit meest in mei, met bloemtrosjes en zeer welriekende, roodachtige, blauwe bloemen.

[ocr errors]

De welriekende Vlambloem (Phlox suaveolens van den Hortus Kew.) is van Noord-Amerika, en bloeit van july tot in september, met bloemtrossen en veel witte welriekende bloemen, waervan men eene medesoort met bonte bladen vindt.

De gladde Vlambloem (Phlox glaberrima) bloeit in augusty, met hangende bloemtrosjes en zeer schoone, purperachtige, levendige bloemen.

De Vlambloem met smalle bladen (Phlox setacea van Linnaeus)

is van Virginië, en bloeit van july tot in september, met zeer schoone, rooskleurige bloemen.

De gewolde Vlambloem (Phlox pilosa van Amerika) bloeit in july, met bloemtrossen en schoone lilasbloemen.

De Vlambloem met houtachtige stengels (Phlox suffruticosa van Willdenow) is ook van Amerika, en bloeit alhier van july tot in september, met bloemtrossen en zeer schoone, roodachtige, lilas, welriekende bloemen; als men die in de planthuizen kweekt, behoudt zy hare stengels.

De eironde Vlambloem (Phlox ovata van Linnaeus) van Amerika, bloeit met donkerroode bloemen.

De Phlox caroliniana van Linnaeus, bloeit van july tot september, met bloemtrossen en schoone, purperachtige bloemen.

De gevlekte Vlambloem (Phlox maculata van Noord-Amerika) groeit met veel stengels, bruin gevlekt, en bloeit van augusty tot in october, met lange trossen en welriekende, jasmynkleurige bloemen.

De Phlox paniculata groeit met hooge stengels, en bloeit van augusty tot october, met schoone bloemtrossen en lilasbloemen. De Vlambloem met gekruiste bladen (Phlox decussata) bloeit met groote bloemtrossen en roodachtige lilasbloemen, somtyds tot in october.

Al deze langlevende, schoone bloemplanten, die in België veel in de bloemhoven tot versiering worden gekweekt, kunnen onze koude winters wel wederstaen, en worden door struikscheiding in de lente voortgezet.

VLAS, Vlasplant, in 't fransch Lin, in 't latyn Linum, is onder de 8° klasse, 1° sectie van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de angelierachtige bloemplanten, en onder de 5 klasse van Linnaeus, Pentandria pentagynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en vyf stampertjes hebben.

Het gemeen Vlas (Linum usitatissimum van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die in België van over zeer oude tyden is bekend; zy groeit met eenzame stengels, boven aen de topjes getakkeld, en doorzigtige bladsteeltjes met kleine lancetvormige

[ocr errors]

blaedjes, in vette en wel bewerkte gronden omtrent 85 of 90 centimeters hoog, en bloeit alhier meest in juny, met zeer lieflyke hemelsblauwe bloempjes, op de takjes, die vyf bloemblaedjes in de kelkjes hebben, en zaedhuisjes in vyf bolstertjes verdeeld, welke tien puntige bruine zaedjes inhouden, voortbrengen. Deze kostelyke plant is de eenigste op geheel den aerdbodem, die door haren draedvormigen bast zooveel nuttige voordeelen aen het menschdom verschaft, de landbouwers om hunne moeite zoo mildelyk beloont, en door alle slach van bewerking in België wel aen een millioen menschen, zoo mannen, vrouwen als kinderen werk bezorgt. Om al de nuttige voordeelen die deze plant bezit aen te halen, zou men een boekdeel moeten schryven, maer veel kundige landgenooten hebben dit reeds voor my gedaen. M. D'Hondt D'Arcis, heeft in een beknopt werk geheel de wyze van kweeken, zaeijen, rooten en bewerken beschreven, en al de deugden dezer plant aen het publiek kenbaer gemackt. Dit werk is in het jaer 1820, by G. De Busscher en zoon, op den Calanderberg te Gent, gedrukt, uitgegeven en door het bestuer beloond. M. Van Aelbroeck, in zyne Werkdadige Landbouwkunst der Vlamingen, te Gent, by J. Snoeck-Ducaju, in het jaer 1823, gedrukt, heeft geheel de wyze van het land te bewerken, om het Vlas te zaeijen, voeden en kweeken, en al wat het voordeeligste is beschreven en aen zyne landgenooten kenbaer gemaekt.

Men zaeit veel in België drie soorten van Vlas: het koud Riga Zaed-Vlas, het fyn Vlas en het groot grof Vlas, dat gemeenelyk zich wel 30 centimeters diep met de wortels in den grond uitstrekt; derhalve moet het Vlas in eene diep wel bewerkte en gebrokene aerde worden gezaeid, hetgeen in België heden veel van in de maend maerte en met het beginne van april wordt verrigt; want hoewel het Vlas van Persiën in Azië oorspronkelyk is, kan het alhier de lentensche koude wederstaen, en in het voorjaer gezaeid, is het veel min aen de zuigplanten, die op eene andere groeijen, aen de herfst vlooijen, die het aenranden, en andere kwalen die het somtyds verdelgen, onderworpen; want die insekten welke by warme saisoenen die planten afbyten, als zy uit de aerde spruiten, kunnen alsdan die jonge planten niet hin

deren, terwyl zy maer meest zich in mei vertoonen en door de zonne hunne kracht verkrygen; als die insekten het Vlas aentasten, meen ik dat het beste middel om die te verdelgen, is de jonge Vlasplanten met hout-assche te bestrooijen, hetgeen ten zelfden tyde de groeikracht vervoordert. Het Lynzaed wordt meest tot olie gestampt die dient om te branden, door de fynschilders en ook in de medecynen wordt gebruikt. Het meel van de lynkoeken wordt veel gebezigd om de koeijen en verkens te voeden, en als pappen bereid, om op de brandzeeren en zweringen te leggen, kropgezwellen en ettergaten te openen en alle vurige wonden te zuiveren, daer het zacht alle vurigheid naer zich trekt; een weinig Lynzaed met witte Heemstwortels, suiker en vygen in het water gekookt, en het sap gedronken, is zeer dienstig voor de menschen die door bloedspuwingen zyn gekweld; dit eenvoudig middel doet de ingewanden verzachten en de opengeborstene aderkens zuiver genezen. Eindelyk de lynolie wordt ook in de brandzalven gebruikt, en doekskens daerin geweekt op de omgeslagene leden uitwendig gelegd.

De langlevende Vlasplant (Linum perenne van Linnaeus) groeit meest in België in de weiden en op drooge plaetsen, met stengels en lansvormige bladen, die aen het gemeen Vlas wel gelyken.

Het wild klein Vlas (Linum tenuifolium van Linnaeus) wast veel in België in de meerschen, velden en drooge plaetsen, met stengels en ruwe, styf harige, lynvormige, verspreide bladen, en bloeit meest in juny, met purperachtige bloemen.

De purgerende Vlasplant (Linum catharticum van Linnaeus) groeit in België, aen de kanten der drooge bosschen en velden, met halve maenvormige stengels en overeenstaende, eironde, lansvormige bladen, en bloeit in juny, met witte bloemen. Deze éénjarige kruidplant bezit eene buikzuiverende kracht.

Het Zee-Vlas (Linum maritimum van Linnaeus) groeit meest aen de zeeduinen, en bloeit in july, met gele, gulde bloemen, waeraen de Linum gallicum, van Linnaeus, die in Frankryk en Zuid-België ook wast en gele bloemen draegt, wel gelykt; zy worden ook in de bloemtuinen om hunne lieflyke bloemen geplant.

De Vlasboom (Linum suffruticosum van Linnaeus) is een langlevend houtachtig kruidgewas van Spaenje, dat alhier in de planthuizen wordt gekweekt, en meest in april bloeit, met witte bloemen, waervan het onderste gedeelte der bloembladen violet gespikkeld is.

De Vlasboom (Linum trigynum van Curtis) is een langlevend houtachtig gewas van de Kaep; het bloeit alhier in mei, met gele bloemen. Deze plant wordt in de Indien op de wyze als hier de Kemp bereid, en gebruikt om stoffen van den bast of schors te weven. Deze twee laetstgemelde kunnen door het zaed, in de oranjery op lauwe bakken vermenigvuldigd worden; onze bloemisten hebben nog onlangs van de Indiën de Linum flavum en Linum quadrifolium bekomen, die op dezelfde wyze en om hunne schoone bloemen in de matige serren gekweekt en vermenigvuldigd worden.

VLASLELIE, in 't fransch Phormion, Lin de la nouvelle Zélande, in 't latyn Phormium, is door Jussieu onder de familie van de Asphodille gesteld, en onder de 6o klasse van Linnaeus, Herandria monogynia, planten die met zes meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Vlaslelie (Phormium tenax van Linnaeus) is eene langlevende lischachtige plant van Nieuw-Zeeland, die de kapitein Cook eerst heeft ontdekt. Deze plant wordt gemeenelyk in onze tael Vlaslelie genoemd, daer die nogtans aen het Vlas geenzins gelykt; zy groeit met dikke, geknobbelde, geknoopte, oneffene, gevezelde wortels, getakkeld in den grond; in het land harer afkomst, dat tusschen de 47 graden Zuiderbreedte ligt, aen de kanten der zee en vochtige, zandachtige plaetsen, die somtyds door het zoutachtig water ondervloeijen; maer wordt in ons klimaet meest in potten geplant, en groeit op de wyze van de Lischbloemen, met breede, scheedevormige bladen aen de wortels, ineen gedrongen, die wel 10 centimeters breed en meer dan 1 meter lang en regt gebogen groeijen, schoon groen en in de lengte een weinig gestreept zyn. Door die van het merg to scheiden, en met zeep in het water vyf uren te laten

« VorigeDoorgaan »