Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

3

[ocr errors]

vuldigt door de vermenigvuldiger. 2. Nog eens: tweemaal 3 is 6. of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen (multipliceren) is 3; de vermenigvuldi ger is wederom 2: derhalven moet het vermenigvul digde getal, of de uitkomft, (Facit) 6 zyn; om dat dit Facit, tweemaal zo groot is, als het getal 3, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 4 is 8. of 1. waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 4; de verme. nigvuldiger is wederom, 2; derhalven moet het ver. menigvuldigde getal of Facit, 8 zyn; om dat dit Facit tweemaal zo groot is, als het getal 4, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog cens: tweemaal 5 is 10. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 5, de vermenigvuldiger is wederom 2; derhalven moet het vermenigvuldigde getal of Facit, 10 zyn; om dat dit Facit, tweemaal zo groot is als het getal 5 dat men heeft vermenigvuldigt door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 6 is 12. of waarom? Het getal dat men wil vermenigvul digen, is 6; de vermenigvuldiger is wederom 2; derhalven moet het vermenigvuldigde getal,. of Facit 12 zyn; om dat dit Facit, tweemaal zo groot is als het getal 6, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 7 is 14. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 7; de vermenigvuldiger is wederom 2; derbalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit 14 zyn; om dat dit Facit, tweemaal zo groot is als het getal 7, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 8 is 16. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 8; de vermenigvuldiger is wederom 2; derhalven moet het ver

6

Cc 4

8

6

me

9

menigvuldigde getal, of Facit, 16 zyn; om dat dit Facit, tweemaal zo groot is als het getal 8, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 9 is 18. ofwaarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 9; de vermenigvuldiger is wederom 2; derhalven moet het verme. nigvuldigde getal, of Facit, 18 zyn; om dat dit Facit tweemaal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens: tweemaal 10 is 20. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 10; de vermenigvuldiger is wederom 2; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 20 zyn; om dat dit Facit tweemaal zo groot is als het getal 10, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 2. Nog eens:

3

10

Driemaal 3 is 9 of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 3; de vermenigvuldiger is alhier 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 9 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 3, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 4 is 12 of waarom? Het getal dat men wil ver

4

12

[ocr errors]

menigvuldigen, of multipliceren is 4; de vermenig vuldiger is wederom 3, derhalven moet het vermenig vuldigde getal of Facit 12 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 4 dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 5 is 15 of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen, is 5; de vermenigvuldiger is wederom 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 15 zyn, om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 5, dat men heeft vermenigvul digt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: drie

maal

3

2

2

maal 6 is 18 of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 6; de vermenigvuldiger is wederom 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal of Facit, 18 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 6, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 7 is 21. of waarom? Het getal dat men wil mullipliceren is 7 de vermenigvuldiger is wederom 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 21 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 7. dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 8 is 24. ofwaarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 8; de vermenigvuldiger is wederom 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 24 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal &, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 9 is 27. of. waarom? Het ge tal dat men wil vermenigvuldigen is 9; de vermenigvuldiger is wederom 3: derhalven moet het vermenig vuldigde getal, of Facit 27 zyn; om dat dit Facit drie maal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3. Nog eens: driemaal 10 is 30. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is To; de vermenigvuldiger is wederom 3; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 30 zyn; om dat dit Facit driemaal zo groot is als het getal 10, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 3.

10

༣༠

[ocr errors]

+

و

Viermaal 4 is 16. of. waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 4. de vermenigvuldiger is alhier 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 16 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als

Cc 5

het

7

4

23

[ocr errors]

het getal 4, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens: viermaal 5 is 20. of 5. waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 5; de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 20 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als het getal 5, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens: viermaal 6 is 24. of 4. waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 6; 'de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 24 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als het getal 6, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens: viermaal 7 is 28. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 7; de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 28 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als het getal 7, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens: viermaal 8 is 32, of waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 8; de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit 32 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als het getal 8, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens viermaal 9 is 36. of 2 waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 9; de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 36 zyn; om dat dit Facit viermaal zo groot is als het getal 9, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4. Nog eens: viermaal 10 is 40 of waarom? Het getal dat men wit multipliceren, is 10; de vermenigvuldiger is wederom 4; derhalven moet het vermenigvuldigde getal of Facit, 40 zyn; om dat dit Facit

8

о

40

viermaal zo groot is als het getal ro, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 4.

[ocr errors]

7

Vyfmaal 5 is 25. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 5; de vermenigvuldiger is alhier 5; derhalven moet het vermenigvuldigde getal of Facit, 25 zyn; om dat dit Facit vyfinaal zo groot is als het getal 5, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5. Nog eens: vyfinaal 6 is 30. of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen, is 6; de vermenigvuldiger is wederom 5; derhalven moet het vermenigvuldigde getal of Facit, 30 zyn; om dat dit Facit vyfmaal zo groot is als het getal 6, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5. Nog eens: vyfmaal 7 is 35. of. waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen, is 7; de vermenigvuldiger is wederom 5; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 35 zyn; om dat dit Facit vyfmaal zo groot is als het getal 7, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5. Nog eens: vyfmaal 8 is 40 of waarom? Het getal dat men wil vermenigvuldigen is 8; de vermenigvuldiger is wederom 5; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 40 zyn; om dat dit Facit vyfmaal zo groot is als het getal 8, dat men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5. Nog eens vyfinaal 9 is 45. of. waarom? Het getal dat men wil multipliceren is 9; de vermenigvuldi ger is wederom 5; derhalven moet het vermenigvuldigde getal, of Facit, 45 zyn; om dat dit Facit vyfmaal zo groot is als het getal 9; dát men heeft vermenigvuldigt, door de vermenigvuldiger 5. Nog eens: vyfmaal 10 is 50. of waarom? Het getal dat men wil multipliceren, is 10; de vermenigvuldiger is wederom 5; derhalven moet het vermenigvuldigde gëtal, Cc 6

10

[ocr errors]

of

« VorigeDoorgaan »