Verhandelingen..., Volume 9,Deel 3

Voorkant
 

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 1 - Vergelijkingen van de Vierde Macht, en hierdoor ook van de Derde Macht ; door Willem Otto Reitz.
Pagina 639 - Kamer, waar door de jongen dagelyks vermeerderden, en zulks wel met zes telkens, 't geen my deedt vooronderflellen,dat de Chamelions niet meer te gelyk voortbragten. De weetlust fpoorde my echter aan om verder onderzoek te doen , ten welken einde ik eenige Ouden opende, en ik bevond toen verfcheidene met twaalf, en andere Aa, 5 met met zes jongen bezet, ieder in een byzonder Vlies beflooten, terwyl echter alle de Vliezen aan den anderen waren, als aan een draad geregen.
Pagina 45 - ... t verval der botfende Waterbeek. Maar de Meetkunftenaaren, die dit deel der Natuurkunde behandeld hebben , niet alle met den ander overeenflemmende,wegens de hoegrootheid der kracht van het nederftortende Water; zoo heb ik my voorgefteld wederom van nieuw af aan hier omtrent eenigc naavorfchingen te onderneemen , op dat 'er dus doende geen gebrek aan myne Theorie wegens de gedachte Molens zoude overblyven. Deeze Verhandeling heeft drie Deelen : in het eerfte word aangetoond , welke zekerheid...
Pagina 200 - Oiganum audïtus in dit deel moeft gezeten zyn, dat is , dat de ziel de aandoening van het geluid in de kromme buizen verkreeg , even als van het licht op het netvlies van het oog. Verlokt door de oneindige ondervinding van dien grooten Man , trof my myne verbaasdheid te fterker, wanneer ik deeze buizen niet vond : zy verheugde my echter, om dat deeze wyze van hooren zoo afwykend fcheen van die der anderen Dieren , en ik altoos een byzonder...
Pagina 192 - Dat voórfchrivt blyvt daarom in aard evenwel een waaragtig verbod van God als opperfte Wetgever. De rede en het oogmerk daar van, om den menfch te beproeven , blyvt nogtans zyne kragt behouden. Die Boom, ter beproeving gefchapen, was de zaak, waar omtrent God zyn waaragtig gebod aan* den menfch gav , ter zyner werkelyke regtmatige beproeving , die zo lang , als 't hem behaagde , duren zoude , en de gewigtigfte zaken bedoelde. Dog dit , in beantwoordinge aan §. 3: kort gemeld, het byzonder oogmerk...
Pagina 476 - November 1763. nader beveftigd , met deze byvoeging , dat dezelve aan zes Weeskinderen zonder uitwerking beproefd was , en dat 'er onlangs een Jongeling , van een goede familie in Bohemen , het leven door verloren hadt (/). De Hoogleeraaar GAUBIUS- heeft in 't jaar 1755 voor de eerftemaal de Inenting gedaan , en zegt : „ door een jong Heer verzogt „ zynde , dit Werk op my te willen nee...
Pagina 218 - er wel gefchiktheid toe, maar ik hebbe geene gelegenheid gehad die te ontdekken , het is dan uit de Analogie waarfchynelyk. Het blykt dus naa genoeg, dat dit Dier, offchoon het door middel van Lucht hoort » het geluid minder volmaakt gewaar worde , dan andere viervoetige Dieren. Dit is ten minften zeker, dat wy uit de overeenbrenging van allen deezen Zintuigen nog geen recht denkbeeld vormen konnen van het waare...
Pagina 317 - Dt rorial. c. 31. ..j zen , dat 'er maar vyf ten honderd zyn , by welke de Inenting gene Pokjes voortbrengt. De Hoogleeraar GAUBIUS , van de Nederlanden fpreekende , zegt , in veelen is de Inenting te vergeefs gedaan, en zelfs twee, drie en meermaalen vrugteloos herhaald (/). De Heer BARON VAN SWIETEN , naa alvorens gemeld te hebben , dat in Wenen en...
Pagina 476 - Inenting zeggen ? men kan zoo wel tot derzelver voor- als nadeel twiften (A): de Jaatfte , die twintig jaaren zyne openbaare en byzondere onderrigting heeft mogen genieten , erkend , dat hy zyn voorfpoed, in de oeffening der Geneeskunde, gegeheel aan hem verfchuldigt is (/) , en deze heeft , door het niet Inenten in Leiden , getoond , welke hier omtrent de gedagten van zynen Meefter geweeft waren. Het is bekend , welk gezag , dien Heer , om zyne hoedanigheden en verdienden , thans met recht te Weenen...
Pagina 169 - Anam van God zal hebben ontvangen \ naardien 'er gene genoegzame rede is, waarom wel aan Eva , maar niet aan Adam die nadere ontdekking zoude gedaan zyn. Zo verre is 't 'er dan van daan, dat in dit byvoegzel, dat men den Boom ook zelfs...

Bibliografische gegevens