Nieuwe meesters, magere tijden: eten en drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog

Voorkant
Halewyck, Uitgeverij Van, 26 okt 2013
4 augustus 1914: in de weken en maanden die volgen, vluchten duizenden Belgen het land uit, weg van het oorlogsgeweld. De grensgebieden worden overspoeld door vluchtelingen. Zij krijgen uit Nederlandse, Franse en Britse handen brood, warme soep en een bed aangeboden. Intussen maken in de bezette steden en dorpen andere meesters de dienst uit. Het zouden magere tijden worden: na drie maanden oorlog was er niet één gram betaalbare tarwe meer te koop. Alles was schaars, duur en er was niets nog te krijgen zonder geld, veel geld, bons en voedselhulp uit Amerika. Diane de keyzer groeide op in een familie waar `het moest nog ns oorlog worden geen holle uitspraak was. Gefascineerd door de verhalen van haar grootmoeders over hun zoektocht naar oorlogskost ging ze zelf ook op zoek: in dagboeken, in brieven, in fotoalbums en receptenschriften. Maar ook in de aantekeningen en werken van schrijvers, schilders en tekenaars uit die tijd. Ze ontdekte meer over de woeker en de smokkel, maar ook over de grote vindingrijkheid van moeders die hun oorlogsrecepten noteerden in een wanhopige poging hun familie toch te voeden. Nieuwe meesters, magere tijden biedt een ware schat aan verhalen en fotos van vluchtelingen, gesloten grenzen en de massale voedselhulp Tot in de kleinste dorpen van dit land vertellen zij nu honderd jaar later over de oorlog van gewone mensen.

Bibliografische gegevens