Arthur Verhaegen, 1847-1917: de rode baron

Voorkant
Leuven University Press, 1994 - 696 pagina's
Arthur Théodore Verhaegen (Brussel, 31 augustus 1847 - Elsene, 5 september 1917) was een Belgische architect en politicus voor de Katholieke Partij.Arthur Verhaegen was een kleinzoon van Pierre-Théodore Verhaegen (1796-1862), zelf een van de stichters van de Université Libre de Bruxelles en een boegbeeld van het antiklerikale liberalisme in België.In vele opzichten werd hij de tegenpool van zijn grootvader. Hij was de exponent van een verontruste elite die zich terugtrok achter de veilige muren van neomiddeleeuwse kerken en kastelen, waaraan hij als neogotisch architect en glazenier zelf gestalte gaf.Hij engageerde zich in het antiliberale ultramontisme en volgde de wending van de Kerk naar het volk. Hij wilde de duale liberale samenleving vervangen door een centrumgerichte, corporatief geïnspireerde maatschappij waarin de belangen van de Kerk en de elites werden beveiligd.Hij was de peetvader van de Gentse Antisocialistische Werkliedenbond, stichter van de krant Het Volk en een van de protagonisten van de Oostvlaamse Landbouwersbond.Als voorzitter van de Belgische Volksbond en als volksvertegenwoordiger (1900-1917) streefde hij naar een beheerste christen-democratie, wat hem zowel met de Daensisten als met hun fervente tegenstander Charles Woeste in conflict bracht.Jan De Maeyer brengt een magistrale biografie van deze veelzijdige en invloedrijke figuur. Op basis van een indrukwekkende documentatie belicht hij met de precisie van een miniaturist alle facetten uit het leven van deze architect, organisator en politicus. Hij portretteert hem evenzeer als zakenman, echtgenoot, huisvader en vriend.Via deze studie, die zich op het raakvlak bevindt van de sociaal-politieke geschiedenis en de mentaliteitsgeschiedenis, krijgt men niet enkel een ongemeen boeiend beeld van de sociaalvoelende aristocraat Arthur Verhaegen, maar ook van de Belgische samenleving in de overgangsperiode naar de burgerlijke democratie.
 

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Bibliografische gegevens