Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

België in de drooge landen en heiden groeit, met levende wortels en stengels, en hellende stelen, met lynvormige, puntige bladen bekleed; zy gelykt aen de Linzen, en bloeit van july tot in september, met trosjes en gekamde bloempjes op de toppen, die een blauwachtig of donker violettekleur hebben, vleugelachtig maer reukloos zyn.

De bittere Kruisbloem (Polygala amara van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die hier ook in de drooge velden en landen wast en zeer wel aen de gemeene Kruisbloem gelykt, maer door haren bitteren smaek daervan verschilt.

Deze planten werden van Lobel Melkkruid genoemd, en hy zegt dat zy de melk in de vrouwenborsten vermeerderen.

De volgende Kruisbloemen worden hier 's winters in de oranjery bevryd: de Polygala myrtifolia, een langlevende heesterhoutgewas van de Kaep; de Polygala oppositifolia van Linnaeus, ook van de Kaep; de Polygala bracteolata van Linnaeus en de Polygala heisteria, die ook van de Kaep komen; de P. attenuata, P. cordifolia, P. grandiflora, die met allerschoonste gevleugelde en gekleurde bloemen bloeijen, zyn allen langlevende heestergewassen van Afrika, die men hier by onze bloemisten kan verkrygen, en door het ryp zaed, in den heigrond, in matige serren kunnen gezaeid en door afzetsels en inleggers, op lauwe broeibrakken, in den gemengden heigrond vermenigvuldigd worden en allen zeer lang in den zomer bloemen.

KRUISDISTEL, witte Distel, Onze Lieve Vrouwe Distel, in 't fransch Panicaut, in 't latyn Eryngium, is door Jussieu onder de familie van de kroonwyze geschikte planten gesteld, en onder de 5 klasse van Linnaeus, Pentandria digynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en twee stampertjes hebben en van gedaente aen de Distels gelyken.

De Kruisdistel (Eryngium planum van Linnaeus) is eene langlevende plant, die in België in de bosschen wast.

De Zee-Kruisdistel (Eryngium maritimum) groeit meest aen de zeeduinen.

De Veld-Kruisdistel (Eryngium campestre) groeit in België meest aen de zandachtige wegen.

De Alpische Kruisdistel (Eryngium Alpinum van Linnaeus) groeit veel in Zwitserland en draegt donkerblauwe bloemen.

De Eryngium tricuspidatum van Linnaeus, van Oost-Europa, wordt hier in de bloemhoven gekweekt. De Eryngium Bourgati van den Hortus Kew. wordt hier ook in de bloemhoven geplant. De Eryngium azureum, met hemelsblauwe bloemen, komt van Frankryk; de Eryngium aquaticum van Linnaeus, komt van Virginië. Al deze planten, waervan de stengels omtrent 1 meter hoog groeijen, zyn medesoorten van schoone Distels en maer aengenaem om in groote hoven te kweeken; zy bezitten al de deugden die de Distels inhouden, en worden hier meest op de wyze van de Astrantia in de bloemhoven gezacid en nadien op hare verblyfplaets in de lente verplant.

KRUISKRUID, Sensum, in 't fransch Séneçon, in 't latyn Senecio, is onder de 14° klasse, 1 sectie der Kruisbloemen van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de bloemtrosdragende planten, en onder de 19° klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia superflua, samenhelmigen, 2° orde, overbodige veelwyvery of overbodige samenhelmigen, die met meeldraedjes en stampertjes vereenigd bloeijen.

Men vindt heden op de rangschikkingen van sommige Kruidbeschryvers wel 80 soorten van die planten, die hier en in vreemde landen wassen en door het zaed verspreid worden.

Het gemeen Kruiskruid (Senecio vulgaris van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die ten alle kanten wast en hier onder den naem van Sensum door eenieder is bekend.

Het kleefachtig Kruiskruid (Senecio viscosus van Linnaeus) is cene éénjarige kruidplant, die meest in België aen de wegen en op drooge plaetsen groeit.

Het Bosch-Kruiskruid (Senecio sylvaticus van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die in de vochtige bosschen wast.

De Senecio squalidus is ook eene éénjarige kruidplant, die aen de muren en op de dakken groeit.

De volgende zyn onder de langlevende planten van Linnaeus gesteld:

Het Kruiskruid met rakketbladeren (Senecio erucaefolius) groeit in België langs de kanten der bergen.

Het Poel-Kruiskruid (Senecio paludosus) groeit in de velden die 's winters overvloeijen.

Het Woud-Kruiskruid (Senecio nemorensis) wast in België in de bosschen,

Het heidensch Kruiskruid (Senecio saracenicus) wordt alhier in de bergachtige bosschen gevonden, en de Senecio doria groeit in de vochtige bosschen.

Al deze soorten van Kruiskruiden worden veel van de landlieden gestooten, en het sap met zoete boter bereid en als pap gekookt, om op de vurige wonden en gezwellen te leggen. Dit sap met wierook of was gemengd, is zeer goed om de vuile vurige kwetsuren en ettergaten zuiver te genezen. Het Kruiskruid met kernmelk gekookt, is zeer dienstig om de gezwellen der dieren mede te baden en er op te leggen; het verdryft de vurigheid. Dit kruid met Taschkruid en Mure gemengd, is goed om 's winters de vogelen te voeden, die geheel het jaer in hunne muit verblyven; het is ook zeer dienstig om als verkoeldrank aen de verkens te geven, die met vurigheid besmet zyn.

Het Kruiskruid of Sinte Jakobskruid (Senecio jacobaea van Linnaeus) is eene langlevende plant van Europa, die in Vlaenderen en elders in de meerschen wast, en meest in july bloeit, met lieflyke gele bloemen, waervan al de deelen veel potasch inhouden.

Het Kruiskruid van vreemde landen, dat hier om zyne schoone bloemen in de hoven en serren wordt gekweekt (Senecio elegans van Linnaeus), is eene tweejarige kruidplant van de Kaep, die in de lente in de bloemhoven wordt gezaeid, en van in july tot in den winter in de oranjery bloeit, met schoone, dubbele en enkele, purpere, roodachtige, blauwe en violette bloemen, die verscheidene medesoorten door het zaed voortbrengen, waeronder men donkerroode verkrygt.

De Senecio doronicum van Linnaeus is eene langlevende kruid

plant van de Alpische gebergten, die hier in de bloemhoven wordt geplant en met schoone bloemen bloeit.

De Kruiskruid-boom (Senecio halimifolius van Linnaeus) is een langlevend houtgewas van de Kaep, dat hier omtrent 3 meters hoog groeit, met getakkelde stengels en altoos groene en wit gespikkelde bladen; bloeit in september, met trosjes en witte bloemen.

Men vindt nog de Senecio longifolius, Senecio rigidus, Senecio nerifolius, Senecio cordifolius, cinerascens, discolor, die hier allen by onze bloemisten verkrygbaer zyn, en onlangs alhier van de Kaep overgevoerd, meest in de matige serren worden gekweekt, om vroeg te bloeijen; zy kunnen door het zaed vermenigvuldigd worden.

KRUISWORTEL, Herfst Gentiaen, in 't fransch Croisette, in 't latyn Valantia, door Tournefort Cruciata aparine genoemd; door Jussieu onder de familie van de planten die roode verw inhouden gesteld, en onder de 23° klasse van Linnaeus, Polygamia monoecia, veelechtigen-éénhuizigen.

De Kruiswortel (Valantia cruciata van Linnaeus) is eene langlevende kruid plant van Europa, die in Zwitserland, Italië, Duitschland en in België aen de hoogste bergen en in de hagen wast, en hier in sommige kruidhoven wordt geplant; zy groeit met stengels en bladen met ruwe haertjes bedekt, die aen de Gentiane wel gelyken, maer grooter wassen; bloeit meest in july, met geelachtige en somtyds saffraenkleurige bloempjes. Deze planten, die eene schoone roode verw bezitten, worden in veel landen vergaderd, om allerhande stoffen rood mede te verwen.

De Kruiswortel (Valantia aparine van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die in Duitschland en elders veel op drooge plaetsen en bergen, en ook in België in zandachtige streken groeit, met donkergroene bladen en gele bloempjes, met vier bloembladen en vier meeldraedjes in de kransen, waervan de stampertjes dikwils misbloeijen. Deze plant wordt van de verkens willig geëten, en de zwynhoeders in Duitschland en elders zoeken die plant om de zwynen te voeden en hun van het Sint

Antoniusvuer en andere dergelyke kwalen te genezen; de wortels zyn geelachtig van kleur en bitter van smaek.

KRULVAREN, Vrouwenhaer, Venushaer, in 't fransch Adianthe, in 't latyn Adiantum, is onder de 16° klasse, 1° sectie van Tournefort gesteld, der planten die bloemloos groeijen; door Jussieu onder de familie van het Varenkruid, en onder de 24° klasse van Linnaeus, Cryptogamia filices, planten die met verborgene bloemen en vruchten groeijen.

Het Krulvaren (Adiantum capillus veneris van Linnaeus) is eene kleine langlevende kruidplant van Oost-Europa, die in de lente alle jaren uit de wortels spruit, en groeit met dunne, roodachtige bruine stengels en getakkelde bladstelen, omtrent 12 of 14 centimeters hoog, met kleine, geknippelde, wigvormige en rondom gekertelde bladen, op de stengels gescheiden, die aen de Korianderbladen gelyken, maer kleiner zyn; aen de wortels zyn veel dunne haerachtige vezeltjes die zydelings groeijen. Deze plant wast meest in Zuid-Frankryk, Italië, Duitschland en elders aen de oude vervallene muren, langs de wegen, op steenachtige en vochtige plaetsen, aen de waterloopen, poelen en bronnen, en wordt ook op sommige plaetsen in België, omtrent Luik, Chaufontaine, in de Ardennen en rond Namen gevonden. Sommige apothekers en veel kruidzoekers nemen dikwils dit Vrouwenhaer (Capillus veneris) voor de Steenruit, die van stengels en bladen daeraen wel gelykt; maer doch meer hier in Vlaenderen aen de wegen, waterputten en bronnen wast. Dit Krulvaren heeft in het latyn den naem van Adiantum verkregen, omdat de bladen nooit vochtig worden, maer altoos blinkende en glad blyven en droog schynen te wezen.

Dit Vrouwenhaer bezit eene verdroogende hitte en eenen middelmatigen kouden aerd, en is zeer nuttig om de dikke, tacije, slymerachtige vochtigheden van de borst en longer te doen rypen en uit te spuwen; met eenigen drank ingenomen, wordt het tegen het graveel en steen zeer geacht; het kruid groen gestooten of het sap daeruit gehaeld, wordt gebruikt om de kropgezwellen en halsklieren te verteren. Dit kruid wordt

« VorigeDoorgaan »