Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

versieren; die Pioen Moutan werd met cereschriften aen den Keizer opgedragen en de kweek zoodanig aengemoedigd, dat de Keizer voor de schoonstgekweekte Pioen 100 oncen goud beloofde, en voor de schoonste afgebeelde en bestbewerkte, eereteekenen verleende. De Chinezen kweeken tot heden nog met grooten drift die schoone bloem, welke den eersten rang in de keizerlyke bloemhoven heeft en voor de koningin der bloemen wordt geacht. Deze Pioenboom is eerst door de eerwaerdige zendelingen, by hunne terugreis van China, naer Europa overgebragt. Men heeft er door het hybrideren en vruchtbaermaking met het teeltstof van andere Pioenen, zeer veel schoone medesoorten uit verkregen.

PISTACHEBOOM, Terpentynboom, Pimperboom, in 't fransch Pistachier, in 't latyn Pistacia, door Tournefort Lantiscus genoemd, is door Jussieu onder de familie van de Terpentynboomen gesteld, en onder de 22° klasse van Linnaeus, Dioecia pentandria, tweehuizigen-vyfmannigen.

Men vindt van die boomen verscheidene soorten, die in de warme landen grocijen:

De netvormige Pistacheboom (Pistacia reticulata van Willdenow) is een langlevende boom van Sicilië, die in Italië een tamelyk groote boom wordt; de driebladige Pistacheboom (Pistacia trifolia), met zyne drie samengevoegde bladen, komt ook van Italië; de Pistacia vera van Linnaeus, is oorsponkelyk van Persië en Klein-Azië; de Pistacheboom die aen de Terpentynboom gelykt (Pistacia terebinthus van Linnaeus), is een langlevende boom van Zuid-Europa; de Pistacia lentiscus van Linnaeus, komt van Oost-Europa, en wast met gevleugelde, effene en scherpe, kleine blaedjes.

Al deze boomen worden in de warme streken van Frankryk, Spaenje, Italië en elders in de lusthoven, bosschen en dreven geplant, maer kunnen onze wintersche koude niet wederstaen, en moeten hier nog in de planthuizen bevryd zyn; de vermenigvuldiging kan door uitloopers en inleggers geschieden; zy worden ook veel door de rype kerns geplant, die men hier vroeg in het voorjaer in potten in de oranjery zet. De kerns van de Pistache

boomen, die een groenachtig kleur hebben, worden meest in poeijers gestampt en als verkoelende kracht in de medecynen gebruikt. Het hout van deze boomen, dat zeer hard wordt en effen slyt, dient om lardeerpriemen, tandstokers, breinaelden, doozen en andere kleine fyne houtwerken mede te maken, en wordt door de draeijers en snyders veel gebruikt.

PITCAIRNIA, in 't fransch Pitcairne, in 't latyn Pitcairnia, is door Jussieu onder de familie der Lelieplanten gesteld, en onder de 6 klasse van Linnaeus, Hexandria monogynia, planten die met zes meeldraedjes bloemen en macr één stampertje hebben.

De Pitcairnia latifolia is eene langlevende kruidplant van de Indiën, met lange bladen, aen de boorden met doorns bezet, en stengels die omtrent 40 of 50 centimeters hoog wassen, op welker toppen van mei tot in july regte aren bloeijen, met vele lieflyke, schoone, roodblozende bloemen.

De Pitcairnia bracteata van de Indiën, bloeit ook van mei tot in augusty, met schoone, roode, levendige bloemen.

De Pitcairnia bicolor van de Indiën, groeit met kleine stengels en geheele, roode, purperachtige bladen voorzien; bloeit meest in november, met bloemtrossen op de toppen der stengels en kleine bloempjes, die met hemelsblauw op het einde der bloembladen gespikkeld zyn; de Pitcairnia quinqueflora is hier sedert eenige jaren van de West-Indiën overgevoerd; de Pitcairnia species nova van Bresilië, die met allerschoonste bloemen groeit, is alhier voor de eerste mael in 1844, door Alexander Verschaffelt, in den Casino te Gent, ten toon gesteld geweest; de Pitcairnia bromeliae folia, de Pitcairnia splendens en de Pitcairnia undulata van Jamaïka, zyn ook onlangs alhier door Van Geert en J.-B. De Saegher verkregen.

Al deze planten moeten hier in de matige serren gekweekt worden; zy kunnen door het zaed en ook door jonge uitspruitsels, in potten op warme broeibakken vermenigvuldigd worden. Derzelver krachten zyn my niet bekend.

PITTOSPORUM, in 't fransch Pittosporum in 't latyn Pitto

sporum, is onder de familie van de Wegdoorns gesteld, en onder de 5 klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Pittosporum undulatum van Ventenat, is een langlevend heestergewas van Nieuw-Holland, dat hier wel omtrent 2 meters hoog wast, met altoos groenblyvende, groote, gladde, eivormige bladen, fyn gevlamd, die eenen welriekenden geur verspreiden, en hier meest in april bloeit, met witte bloemen op de toppen, die den geur van de Jasmynen hebben.

De Pittosporum coriaceum van den Hortus Kew., is een heesterboomgewas van het eiland Madera, dat met ringvormig geschikte takken en altoosblyvende bladen groeit, en meest in mei bloeit, met bloemtrossen en witte bloemen, die vyf bloembladen in de kelken hebben, en eenen aengenamen zoelen jasmynreuk verspreiden.

De Pittosporum chinensis van Desfontaines, de Pittosporum tobira van China, met zyne medesoorten; de Pittosporum revolutum van Zuid-Azië; de Pittosporum Cunninghamii; de Pittosporum glomerata compacta, en veel andere soorten van Nieuw-Galles, en het Zuiden van Azië, worden alhier by onze bloemisten gekweekt, en kunnen door inleggers, in den heigrond, en door het ryp zaed, in broeibakken onder het glas, vermenigvuldigd worden. De nuttige krachten van deze schoone heester-boomgewassen zyn my niet bekend; zy worden meest om hunne versierende bladen en lieflyke bloemen alhier gekweekt; maer moeten 's winters in de matige serren of planthuizen bevryd zyn.

PLAENBOOM Plataenboom, Booghout, in 't fransch Platane, in 't latyn Platanus, is door Jussieu onder de familie der boomen die met katjes bloeijen gesteld, en onder de 21° klasse van Linnaeus, Monoecia polyandria, eenhuizigen-veelmannigen.

De oostersche Plaenboom (Platanus orientalis van Linnaeus) is een schoon langlevend gewas van Azië, dat natuerlyk in Griekenland en elders wast, en veel in België wordt geplant; het groeit met getakkelden stam, tamelyk dik en hoog, met zeer lommerryke groene Eschdoorn-bladen versierd.

met

De westersche Plaenboom (Plantanus occidentalis van Linnaeus) is een langlevende groote boom van Virginië; hy wordt heden. alhier veel gekweekt en groeit zeer dik, hoog en getakkeld, langwerpige Eschdoornvormige bladen, die zeer lommerryk zyn. De Plaenboom met Ahornbladen (Platanus acerifolia van Willdenow) is een langlevend boom van de Oost-Indiën, die tamelyk hoog groeit, met booghoutvormige bladen, en eene medesoort van den Orientalis schynt te zyn. Deze boomen kunnen zeer wel onze koude winters wederstaen, maer begeren eenen goeden, vetten, lossen grond; zy worden meest in de dreven om hunne lommerryke en bevallige bladen geplant.

De Plaenboom was by de oude oostersche volkeren in zeer groote achting, waervan de oude plantkenners gewag maken; onder andere verhaelt Plinius, dat een Plaenboom, die door ouderdom hol was geworden, omtrent 80 voeten dikte bekomen had, en dat Licinus Martianus, een romeinsch veldheer en stadhouder in Syrië, in dien boom eene maeltyd van 18 persoonen opregite, en onder deszelfs schaduwe zoeter en geruster geslapen heeft, dan hy in een konings paleis met goud, zilver en kostelyke tapyten versierd, ooit gerust hadde.

Dezelfde schryver verhaelt in het 8o kap. boek 24, dat de wortels van den Plaenboom gestooten en op den buik aen de zyde der lever gelegd, de pyn en weedom haestelyk doen vergaen, en Quintus betuigt ook in zyne gedichten, dat degenen die pyn in de zyde gevoelen, deze wortels gestooten met wyn drinkende, daerby terstond baet en verligting zullen gevoelen.

Het hout van de westersche Plaenboom, is broos en breekachtig, maer dat van den oosterschen dient om jokken, bogens, pylen, enz., van te maken. De vermenigvuldiging dezer boomen geschiedt door uitloopers, op de wyze als van de Ipenboomen en Linden gezegd is. De eerste Plaenboomen zyn in 1576, door Clusius, van Weenen naer België gezonden.

PLATTE ERT, Wilde Cicer, in 't fransch Gesse, in 't latyn Lathyrus, is onder de 10° klasse van Tournefort gesteld, door Jussieu onder de familie der peulvruchtdragende planten, en

onder de 17° klasse van Linnaeus, Diadelphia decandria, tweebroederigen, planten die met tien helmstyltjes bloemen en peulvruchten voortbrengen.

De Hof-Cicer of Platte Ert (Lathyrus sativa van Linnaeus) is eene éénjarige plant, die hier alle jaren in sommige moeshoven wordt geplant; zy groeit met stengels en hechtrankjes, bloeit op de wyze van de Erten en brengt schilpjes voort, met kleine, ronde peulen gevuld, die groen en droog worden geëten en ook dienen om tot meel te malen en het vee mede te voeden. Zy worden alhier meest in maerte geplant.

De Platte Ert met breede bladen (Lathyrus latifolius van Linnaeus), is eene langlevende kruidplant van Zuid-Frankryk, die met stengels omtrent 1 meter lang wast, met bladstelen, breede bladen en drie hechtrankjes, en alhier van july tot in september bloeit, met bloemtrosjes en schoone, groote, purpere, violette en rooskleurige bloemen, waeronder men eenige medesoorten vindt met witte en rooskleurige bloemen, die zeer lieflyk versieren.

Men heeft nog onder die langlevende Platte Erten den Lathyrus tuberosus van Linnaeus, die hier dikwils te velde in de potaerdachtige gronden wast; den Lathyrus pratensis en den Lathyrus sylvestris van Linnaeus, die alhier veel in de meerschen groeit.

De welriekende Platte Ert (Lathyrus odoratus van Linnaeus) is eene éénjarige plant van Sicilië, die met ranken omtrent 1 meter hoog aen staken wast, en van july tot in september bloeit, met aren en zeer schoone rooskleurige, blauwe, witte en bonte bloemen, die schilpjes met ronde peulen gevuld voortbrengen, welke eenen aengenamen smaek inhouden.

De wilde Platte Erten (Lathyrus aphaca en Lathyrus nissolia van Linnaeus), groeijen alhier in de granen en meerschen, en de Lathyrus hirsutus wordt veel voor voeding der kruidetende dieren alle jaren in de lente te velde gezaeid.

PLATYCHILUM, in 't fransch Platychilier, in 't latyn Platychilum, is onder de familie der boomen die peulvruchten dragen gesteld, en onder de 17° klasse van Linnaeus, Diadelphia decandria, tweebroederigen, bloemen die met tien meeldraedjes bloeijen, welke tot twee lichamen zyn samengegroeid.

« VorigeDoorgaan »