Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

Jobi) en het groen Panikkoorn (Panicum viridi) van Zuid-Europa, dat veel in Duitschland wordt gezaeid, en tot voeding van menschen en dieren, op de wyze van het Koorn, wordt gebruikt, als ook om olie van te maken. Het stroo, dat eenen zoeten smack inhoudt, dient ook veel om de huizen en hutten te dekken en beesten te voeden.

PANTOEFELBLOEM, in 't fransch Fleur à pantoufle, Calcéolaire, in 't latyn Calceolaria, is door Jussieu onder de familie van het Speenkruid gesteld, en onder de 2o klasse van Linnaeus, Diandria monogynia, planten die met twee stofdraden bloemen en maer één stampertje hebben.

De gevleugelde Pantoefelbloem (Calceolaria pinnata van Linnaeus) is eene kruidplant van Peru, die met stengels en gevleugelde bladen groeit, en van juny tot in september bloeit, met hooggele bloemen, die door hare gezwollene bloemkransen wel aen eene pantoefel gelyken.

De Pantoefelbloem met effene bladen (Calceolaria integrifolia van Linnaeus), van Amerika, groeit maer omtrent 20 centimeters hoog, met stengels en getande en gekerfde bladen, en draegt byna den geheelen zomer gele bloemen, die eenen zeer sterken geur inhouden.

De doorbladige Pantoefelbloem (Calceolaria perfoliata) is eene plant van Nieuw-Grenada, in Amerika, die met stengels door de bladen pylvormig wast, en meest in july bloeit, met gele bloemen, welker kelken in vier zyn verdeeld, met gezwollene kransjes, die aen eene pantoefel gelyken.

Deze planten worden door het zaed en afzetsels vermenigvuldigd, maer kunnen onze koude winters niet wederstaen, en moeten in de planthuizen worden bevryd. Men heeft nog eenige soorten van die Pantoefelbloemen van Zuid-Amerika in Europa overgebragt, die volgens den heer Thiébaut de Berneaud en andere nieuwe Kruidbeschryvers, in de medecynen worden gemengd.

PAPENBLOEM, Pisbloem, wild Cichoreikruid, Peerdenbloem,

Papenkruid, in 't fransch Pissenlit, Dent de Lion, in 't latyn Leontodon, door Tournefort Dens Leonis genoemd; door Jussieu onder de familie van de Cichorei gesteld, en onder de 19e klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia aequalis, samenhelmigenveelechtigen-gelykbloeijenden.

De Pisbloem (Leontodon taraxacum van Linnaeus) is eene langlevende kruid plant van Europa, die in België en elders ten alle kanten in de meerschen, velden en landen, op vette plaetsen wast, met wortels en langwerpige, getande bladen, die by de aerde gestrekt zyn, en met hollige schachten, die alle jaren in de lente uit de wortels spruiten, waerop hier van april tot in july dikwils gele bloemen bloeijen, die eenen zoeten aengenamen geur hebben en wolachtig bekroonde zaedjes voortbrengen, die door den wind ten alle kanten vervliegen.

De wortels zyn lang en langs buiten geelachtig wit, en van binnen vol wit melkachtig sap, hetwelk men ook in de schachten, bladen en bloemen ziet vloeijen, als men die snydt of kwetst. De bittere smaek van dit melkachtig sap betoont genoeg dat dit kruid eene verkoelende en scheidende kracht inhoudt. Dit kruid wordt voor geheel gezond geacht en als Salade geëten; het dryft de pis af, maekt den buik week en is zeer goed voor de menschen die met het graveel zyn gekweld. Men mag vrylyk dit kruid gebruiken, in al hetgene waerin men de Cichorei en Andyve nuttig en behulpzaem vindt. Het melkachtig sap, gelyk dat van het Kankerkruid, kan ook de wratten van het vel doen verdwynen; het gedistilleerd water van het Papenkruid is zeer goed om de zeere oogen mede te baden. Dit kruid gestooten, is goed om op de vurige zweren te leggen en wordt in de wonddranken gebruikt; de bloemen worden ook groen en droog in den verkoeldrank gekookt. Dit kruid wordt hier veel van de landlieden opgezocht, om in de keuken als Salade te gebruiken; het opent de darmen, dryft de pis naer de blaes, doet slapen, zuivert het bloed en wordt met Huiswortels of Donderbladen in pappen gekookt en langs buiten op de ongezonde leden en gezwollene zeeren gelegd; met melk gezoden, verhelpt het den buikloop en roodenloop.

PAPENHOED, Spilboom, Papenmuts, Papenhout, in 't fransch Fusain, Bonnet de prêtre, in 't latyn Evonymus, is onder de 21° klasse, 3 sectie van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de Sleedoorns, en onder de 5o klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Papenhoed (Evonymus europaeus van Linnaeus) is een langlevend heester-houtgewas van Europa, dat in België ten alle kanten in de bosschen groeit, in struiken, met eivormige, steellooze bladen, zeer lommerryk op de takjes verspreid. Het wordt om zyne welriekende witte bloemen en schoone roode vruchten veel in de lusttuinen geplant; de beziën en het kernzaed gestampt, houden eene schoone gele verw in, die in sommige streken van Europa wordt vergaderd, om aen de stoffen een geel kleur te geven; de regte spillen der takjes dienen hier veel om spinrokken mede te maken en worden voor lardeerpriemen gebruikt.

De Papenhoed met breede bladen (Evonymus latifolius van den Hortus Kew.), is een langlevend heestergewas van Amerika, dat hier veel in de engelsche hoven wordt geplant, om zyne schoone roode vruchten, die de lusthoven versieren, aen lange stelen hangen, in vyf hutjes zyn verdeeld en eenen vyfkantigen hoed vormen. Die beziën bezitten ook eene gele verw.

De wratachtige Papenhoed (Evonymus verrucosus) van Amerika, is een heester-boomgewas, met ruwe schors en uitwassende knobbels bekleed, maer welk schoone gele bezien voortbrengt, die versierend aen de takjes hangen.

De zwartachtige purpere Papenmuts (Evonymus atropurpureus van den Hortus Kew.) is een heester-houtgewas van NoordAmerika, dat in de lusthoven om zyne lieflyke zwartachtige purpere bezien wordt geplant.

Men vindt nog den Evonymus pyracanthaefolia, E. caroliniensis en E. angustifolia, die hier allen in de lusthoven geplant en door het zaed en uitloopers vermenigvuldigd worden; maer de witte zilverachtige Papenmuts (Evonymus argentea) van Amerika, met zyne schoone bonte geschakeerde bladen en kleine groenachtige bloemen, wordt door afzetsels en inleggers vermenigvul

digd, en moet hier 's winters in de oranjehuizen bevryd of in de vrye lucht wel gedekt zyn.

PAPIERBLOEM, in 't fransch Immortelle à grandes fleurs, Xeranthème, in 't latyn Xeranthemum, is onder de 14 klasse, 5 sectie, der Straelbloemen van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de bloemtrosdragende kruidplanten, en onder de 19 klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia superflua, samenhelmigen-veelechtigen-overbodigen.

De Papierbloem met groote gekroonde bloemen (Xeranthemum speciosissimum) is eene nieuwe tweejarige kruidplant van de Kaep, die hier in het voorjaer in hullekens wordt gezaeid en voort met dolkens verplant, en van july tot in den winter bloeit, met schoone gele bloemen en lieflyke witte stralen, welker bloembladen als blinkende papier verbeelden.

De éénjarige Papierbloem (Xeranthemum annuum van Linnaeus) is eene éénjarige zaeiplant van Italië, die hier vroeg in de lente in de bloemhoven wordt gezaeid, en met stengels wel 40 centimeters hoog wast, met smalle, witachtige, steellooze bladen, en meest van july tot in november bloeit, met enkele witte, violette, gryze en andere gekleurde bloemen, volgens de medesoorten, die men door het zaed verkrygt.

De Papierbloem met blinkende schoone bloembladen (Xeranthemum bracteatum), is eene nieuwe kruidplant, die alhier onlangs van Nieuw-Holland is overgevoerd; zy groeit met stengels, wel 90 centimeters hoog, met lansvormige, donkergroene bladen, en bloeit van july tot in den winter, met breedgekroonde bloemen, die een blinkende geelverguld kleur hebben, en welke men in het zand zeer lang kan bewaren.

Men zaeit deze planten zeer vroeg in den winter in de oranjeryen, om in de lente in de vrye lucht te planten en het volgende jaer in de planthuizen te bevryden. Men kan ze door afzetsels, met zorg, verscheidene jaren behouden.

Men zaeit hier nog den Xeranthemum inapertum van Willdenow, die van Oostenryk oorspronkelyk is, en veel andere soorten, die om hare zeldzame bloemen in de hoven worden gekweekt.

PASSIEBLOEM, in 't fransch Grenadille, Fleur de la Passion, in 't latyn Passiflora, door Tournefort Granadilla genoemd; door Jussieu onder de familie der Kauwoerden of Meloenen gesteld, en onder de 16 klasse van Linnaeus, Monadelphia pentandria, éénbroederigen, met vyf helmstyltjes.

De blauwachtige Passiebloem (Passiflora coerulea van Linnaeus) is eene langlevende, rankachtige plant van Bresilië, die heestergewyze, met hechtrankjes, wel 4 meters lang uitgestrekt wast, met bruinachtig groene, vingervormige bladen, en hier meest van juny tot in october bloeit, met eenzame en breede okselbloemen, langs binnen met purperachtige cirkels, blauwe franjen in de straelkransen en witte omloopen, en welker geslachtdeelen eenigzins de werktuigen der passie van onzen Heer vertoonen.

De trosvormige Passiebloem (Passiflora racemosa) is ook van Amerika en gelykt van gedaente wel aen de eerstgemelde, maer de bloemen verschillen en hebben purpere franjen en stralen, die ook de werktuigen der passie van onzen Heer verbeelden.

Deze twee planten brengen in de warme landen van Peru zeer goede oranjeachtige gele vruchten voort, die sappig zyn, eenen zeer aengenamen smaek hebben, versch in Bresilië veel worden geëten, voor zeer gezond zyn geacht en onder den naem van Granadillevruchten zyn bekend; zy worden tegen de verstoptheid der ingewanden en als buikweekmakend middel gebruikt.

[ocr errors]

De volgende soorten van Passiebloemen worden hier by onze bloemisten in de matige serren gekweekt: De Passiflora alba,· edulis, linearis, - Milneri hybrida, Neely, onychina, -Wollichiana, - pallida, - alata, van Willdenow; P. rubra, van Linnaeus; P. glauca, - adiantum, van Willdenow; P. holosericea, incarnata, ciliata en meer andere, die allen van Zuid-Amerika alhier zyn overgevoerd, door uitspruitsels, afzetsels en inleggers, die zeer ligt wortel vatten, vermenigvuldigd en 's winters in de matige serren gekweekt worden.

[ocr errors]

-

PASTINAK, Witte Wortel, in 't fransch Panais, in 't latyn Pastinaca, is onder de 7 klasse, 5° sectie van Tournefort gesteld; door Jussieu onder de familie van de zonneschermdragende kruid

« VorigeDoorgaan »