Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

roosvormige planten; door Jussieu onder de familie der Lindeboomen, en onder de 13° klasse van Linnaeus, Polyandria monogynia, veelhelmigen, die van twintig tot honderd meeldraedjes en maer één wyfkensdeel of stampertje hebben.

De Orillanboom (Bixa orellana van Linnaeus) is een groot boomgewas van Zuid-Amerika, dat hier in de warme serren van den kruidhof der Hoogeschool wordt gekweekt. Deze boom wordt in het land zyner afkomst inzonderlyk geplant voor het zaed, welk men vergaderd en waermede men eene schoone roode verw bereid, die naer Europa en elders door den handel wordt verzonden, om gelyk met de Meekrap allerlei stoffen rood te verwen. Deze boom kan door het zaed, inleggers en afzetsels vermenigvuldigd worden, maer moet in ons klimaet geheel het jaer in de warme serren verblyven.

OSSENOOG, Rundsoog, Koeoog, Paddebloem, in 't fransch Bupthalme, OEil de Veau, in 't latyn Buphthalmum, door Tournefort Asteroïdes genoemd, en onder zyne 14° klasse, 2° sectie gesteld, der Straelbloemen; door Jussieu onder de familie der bloemtrosdragende planten, en onder de 19° klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia frustranea, samenhelmigen-veelechtigen-vruchteloozen.

De Ossenoog of Rundsoog met groote bloemen (Buphthalmum grandiflorum van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant, die in Zuid Frankryk, Oostenryk, de zuidelyke deelen van België, en de provincie Luxemburg wast, en hier in de kruidhoven wordt gekweekt; zy groeit met stengels, omtrent 30 of 40 centimeters hoog, en met smalle, alleenstaende, lansvormige bladen, en bloeit van july tot in september, met zeer lieflyke gele bloemen, zeer schoon geel gestraeld.

De Ossenoog met hartvormige bladen (Buphthalmum cordifolium van Wald. en Kitt.) is eene langlevende plant van Hongariën, die met stengels in bundels vereenigd, wel 1 meter hoog wast, met groote en kleine enkele bladen; bloeit van juny tot in october, met veel groote bloemen die een schoon kleur hebben.

Men kweekt hier nog in de bloemtuinen de Ossenoog die aen

de Zonnebloem gelykt (Buphthalmum helianthoides), van Amerika; maer de heesterachtige Ossenoog (Buphthalmum frutescens en de zyachtige Ossenoog (Buphthalmum sericeum van Linnaeus) zyn twee langlevende houtgewassen, die hier in de matige serren worden gekweekt.

Onze bloemisten hebben hier nog den Buphthalmum lancifolium en den Buphthalmum salicifolium verkregen, die zeer wel in den vollen grond onze koude winters kunnen wederstaen.

Het kruid der gemeene Ossenoog, die in Hongariën groeit, zegt Clusius, wordt klein gestooten om op allerhande wonden en kwetsuren te leggen en te genezen; de bloemen worden met wyn gekookt en gedronken om de geelzucht te genezen. De Ossenoogen verjagen de vliegen en ook de bien die zy doen sterven als men dit kruid aen de biënkorven hangt; derhalve wordt het van de biënhouders misacht en verworpen.

[ocr errors]

OSSENTONG, in 't fransch Buglosse, Langue de Bœuf, in het latyn Anchusa, door Tournefort Buglossum genoemd, en onder zyne 2° klasse, der trechtervormige bloemplanten gesteld; door Jussieu onder de familie van de Bernagieplanten, en onder de 5o klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf stofdraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De officinele Ossentong (Anchusa officinalis van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die in België op sommige plaetsen langs de wegen en beemden wast, met ruwe, lansvormige bladen, die spitsachtig zyn op de wyze van eene ossentong; op de stengels, die hier wel 60 centimeters hoog groeijen, blocijen meest in juny aren met trechtervormige, kleine, bruine, peerse bloempjes.

De Ossentong met smalle bladen (Anchusa angustifolia van Linnaeus) is cene langlevende kruidplant van Duitschland, die met dikke wortels, stengels en smalle bladen wast, en meest in July bloeit, met bloote trosjes en kleine, blauwachtige bloempjes; zy wordt in de kruidhoven gekweekt.

De verwers Ossentong (Anchusa tinctoria van Linnaeus) is eene langlevende plant, die in Zuid-Frankryk in het wilde groeit, met

gewolde, lansvormige, plompe bladen en trechtervormige bloempjes, die de meeldraedjes, welke geel zyn, korter dan de bloemkransjes hebben en waervan al de deelen eene roode verw inhouden.

De Ossentong van Italië (Anchusa italica van Retzius) is eene tweejarige kruid plant van Italië, die hier in de bloemhoven wordt gezaeid; bloeit van july tot in september, met veel lieflyke blauwe bloempjes.

De altydgroene Ossentong (Anchusa sempervirens van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Spaenje, die ook in 't wilde wast; zy wordt hier en elders om hare lieflyke blauwe bloemkransjes veel in de bloemhoven geplant.

In Spaenje en elders, zegt Clusius, verkoopt men kleine dooskens vol van eene zalve, met de wortels van de Ossentongen gemaekt, en waermede de vrouwen haer aengezigt blanketten. De wortels met Hyssope en Kersse gekookt, en het sap gedronken, dooden de lintwormen en breede wormen die in des menschen lyf groeijen, waervoor men meest de officinale Ossentong gebruikt; zy wordt ook met wyn gezoden en gedronken tegen den weedom der nieren en lenden; maer jaegt de vrucht af, zegt Dodonaeus, en derhalve mogen zy van geene zwangere vrouwen gedronken worden. De bladen met honig en meel bereid, genezen de verstuikte leden, en het water waerin die wortels gezoden zyn, in de kamers gesproeid, brengt de vlooijen om.

OTHONPLANT, in 't fransch Othonne, in 't latyn Othonna, door Tournefort Jacoboea genoemd, en onder zyne 14 klasse, 1o sectie, der Straelbloemen gesteld; door Jussieu onder de familie van de bloemtrosdragende planten, en onder de 19° klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia necessaria, noodzakelyke veelwy very of samenhelmigen, planten die met meeldraedjes en stampertjes, op de wyze van de Goudbloemen, bloeijen.

Men vindt op sommige bloemlysten 27 soorten van die planten, die allen meest van de Kaep en Ethiopië, in Afrika, oorspronkelyk zyn, en waervan enkelyk de volgende om hare schoone bloemen hier by onze bloemisten worden gekweekt :

De Othonna pectinata van Linnaeus, is een langlevend houtachtig gewas van Ethiopië, met gelidteekende stengels en gevleugelde bladen, gedeeltelyk van den cirkel afgescheiden, en kleine lynvormige blaedjes, die tegenover elkander groeijen; bloeit hier meest in de matige serren van in mei, met roode bloemkelken en gele gestraelde bloemen, die aen de Thunusbloemen eenigzins gelyken.

De Othonna athanasiae van Jacquin, is eene langlevende houtachtige kruidplant van de Kaep, die draedvormig, met stengels en gevleugelde bladen wast, en met ronde bloemkelken en twaelf getande bloeiblaedjes bloeit.

De Othonna tagetes van Linnaeus, is eene éénjarige kruidplant van de Kaep, die geheel wel in al hare deelen aen de Thunusbloemen gelykt.

De Othonna tenuissima van Linnaeus, is een langlevend houtachtig kruidgewas van de Kaep de Goede Hoop, met regte stengels, talryke bladen en gestraelde geelachtige bloemen.

De Othonna arborescens van Linnaeus, is een langlevend houtachtig boomgewas, dat met geheel langwerpige bladen en dikke, vleezige, bewolde stengels groeit, en bloemen met gele gespikkelde stralen draegt.

De Othonna digitata wordt hier ook gekweekt.

De bloemen van deze planten zyn zeer zwaer van reuk en hebben byna den geur van de dulle Kervel en Scheerlingkruid, die den mensch in zwymeling kan doen vallen en op de wyze van de Thunusbloemen hinderen, het hoofd zwaer maekt en doodelyke gevolgen kan hebben ook hebben wy met die bloemen proeven gedaen; die met kaes gemengd en aen eene kat gegeven, die daervan zeer opzwol en weinig daerna stierf; zy zyn ook een goed muizen- en rattenvergift. Deze planten kunnen door het zaed in het voorjaer in de planthuizen, op teilen, gezaeid en ook door struik- en wortelscheiding en afzetsels vermenigvuldigd worden.

ZESTIENDE HOOFDSTUK.

P.

Palmboom. bloem.

[ocr errors]
[merged small][merged small][ocr errors][merged small]

Papenbloem. - Papenhoed. Papierbloem. — Passiebloem. Pastinak. Pauwensteert. Peen. Peerdensteert. Peerdsklauw. Peerlzaed. Peperboom. - Perenboom. Perzikkruid. Peterselie. Pillenkruid. Phylica.

Perzik boom.

van Japan.
nia. Phlomis.

[ocr errors]

[merged small][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

pernel. Pimpernootboom. Pinckneya. Pioen. Pistacheboom. Pitcairnia. Pittosporum. Plaenboom. Platte ert. Platychilum. Platylobium. Plompen. Pluimboom. Podalyria. Podocarpus. - Poelkruid. Poelruite. — Poinciaua. -Pokhout. Pompoen. - Pontederia. Populier. Porei. Pourretia. Porselein. Prangwortel. Priem.

[ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][ocr errors][ocr errors][ocr errors][merged small][merged small]

Prostranthera. Pruimboom. Psoralea. Ptelea. Pultenaea. -Purgeerkruid. — Pylriet.

[blocks in formation]

PALMBOOM, Busboom, in 't fransch Buis, in 't latyn Buxus, is onder de 18° klasse, 2o sectie van Tournefort gesteld, der boomen die met meeldraedjes blocijen; door Jussieu onder de familie van de Wolfsmelkplanten, en onder de 21° klasse van Linnaeus, Monoecia tetrandria, éénhuizigen-viermannigen, planten wier geslachtsdeelen in onderscheidene bloemen zyn, maer die toch op denzelfden boom bloeijen.

De Palmboom met altoosgroene bladen (Buxus sempervirens van Linnaeus), is een langlevend heester-houtgewas van ZuidEuropa, dat van over zeer oude tyden in België is bekend, ten alle kanten in de hoven, rond de boorden en als scheerhagen gekweekt, en door struikscheiding in het voorjaer vermenigvuldigd wordt.

Men vindt onder deze heestergewassen de smalbladige Palm (Buxus angustifolia), de balearische Palm (Buxus balearia van Willdenow) van de Balearische eilanden, en meer andere medesoorten, met breede bladen, die hier in de oranjehuizen, gelyk de heesterachtige Palm (Buxus suffruticosa), met bonte bladen, worden bevryd.

De wortels, hout en bladen van den gemeenen Palmboom,

« VorigeDoorgaan »