Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

gen, die in onze tael Middagbloemen wilt zeggen, omdat zy enkelyk 's middags, toen de zon schynt, bloemen.

Gelyk vele van deze planten door hare schoone bloemen merkwaerdig zyn en de aendacht der liefhebbers verdienen, zal ik slechts hier beschryven degenen die met de schoonste bloemen bloeijen, en alten van de Kaep de Goede Hoop, in Afrika, oorspronkelyk zyn.

De tweekleurige Middagbloem (Mesembrianthemum bicolorum van Linnaeus) is een langlevend houtachtig kruidgewas van Afrika, dat met stengels en priemvormige blaedjes, kegelachtig gepunt, groeit, en hier van juny tot in september bloeit, met gespikkelde stralen en zeer schoone, roodachtige, gele bloemen.

De Nacht-Middagbloem (Mesembrianthemum noctiflorum van Linnaeus) groeit met houtachtige, getakkelde stengels, omtrent 90 centimeters hoog, met korte, rondachtige bladen, en bloeit van juny tot in september, met witachtige stralen en roodachtige gespikkelde bloemen, die zich tegen den avond ontluiken.

De violetkleurige Middagbloem (Mesembrianthemum violaceum) is eene langlevende plant van Afrika, die met regte gebogene stengels, omtrent 50 centimeters hoog wast, met kleine priemvormige blaedjes, en hier meest van mei tot in october bloeit, met zeer lieflyke violettebloemen.

De puntachtige Middagbloem (Mesembrianthemum echinatum van den Hortus Kew.) is een langlevend houtachtig gewas van de Kaep, dat met getakkelde stengels en ruwe bladen, met haertjes bedekt, omtrent 60 centimeters hoog wast, en van juny tot in october bloeit, met schoone stralen en gele bloemen.

De zilverachtige Middagbloem (Mesembrianthemum micans van Linnaeus) groeit met zwakke, dunne stengels en zilverachtige, gryze, blinkende, geknobbelde bladen; bloeit van in juny tot october, met zeer lieflyke, roodachtige, gele, oranjekleurige bloemen.

De haerachtige Middagbloem (Mesembrianthemum hispidum van Linnaeus) groeit met kleine getakkelde stengels en ruwe, rondachtige, lange bladen, en bloeit van mei tot in augusty, met breede, violette stralen en schoone roozebloemen.

De Middagbloem met groote bloemen (Mesembrianthemum spectabile), met korte stengels en gladde, driehoekige, kegelvormige bladen, bloeit hier van juny tot in september, met gele stralen en schoone roodachtige bloemen.

De gouden Middagbloem (Mesembrianthemum aureum van Willdenow) groeit met getakkelde stengels, omtrent 1 meter hoog, met puntige, kegelvormige bladen; bloeit hier van maert tot in augusty, met bleekgele stralen en vergulde bloemen.

De getande Middagbloem (Mesembrianthemum denticulatum) groeit met kleine, getakkelde stengels en langwerpige, gelande bladen; bloeit van mei tot in september, met roosachtige en roode karmyne bloemen.

De kromsabelige Middagbloem (Mesembrianthemum acinaciforme) groeit met zwakke, houtachtige stengels, meer dan 1 meter hoog, met gebogene, sabelvormige bladen, die rond stokken worden geleid, en bloeit met roode, gele stralen en purperachtige, bruine bloemen.

roseum,

[ocr errors]

De Mesembrianthemum rubricaule, - pulchellum, reflexum, — ulmifolia, van Willdenow, en de Mesembrianthemum diversifolium, capitatum, van Haworth, en meer andere soorten, worden hier alle in de matige serren gekweekt; de volgende zyn alle kruidplanten, die men hier meest Vetplanten noemt: De Mesembrianthemum dolabriforme, — deltoïdes, difforme, rostratum van Linnaeus, en de Mesembrianthemum felinum en murinum van Willdenow; de Mesembrianthemum ramulosum, - obcordellum, van Haworth, worden hier allen by sommige lief hebbers van Vetplanten gekweekt en door afzetsels en uitspruitsels in potten, en ook door het zaed vermenigvuldigd; zy vatten gemakkelyk wortel.

[ocr errors]

De éénjarige Middagbloem (Mesembrianthemum crystallinum van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant van Egypten, die hier gemeenlyk in de volkstael Ysplant wordt genoemd, om hare wonderbare, tepelvormige kristaelachtige blaeskens, die als blinkend ys, aen de stengels en bladen zeer lieflyk hangen; bloeit hier in augusty, met kleine, witte bloempjes; het zaed, dat in de warme serren rypt, wordt hier vroeg in de lente op broeibakken gezaeid.

De Mesembrianthemum pinnatifidum en de M. nodiflorum zyn ook éénjarige planten van Egypten, die alle jaren vroeg in de lente in de warme serren worden gezaeid.

Alle deze planten, die weinig nut inhouden, worden om hare lieflyke bloemen veel gekweekt.

MIRABELPRUIM, in 't fransch Myrobolanier, in het latyn Prunus myrabolana, is door Jussieu onder de familie der roosvormige bloemplanten en Pruimen gesteld, en onder de 12° klasse van Linnaeus, Icosandria monogynia, twintighelmigen, boomen welker bloemen met twintig en meer helmstyltjes bloeijen en maer één stampertje hebben.

De Mirabelboom (Prunus myrobolana van Desfontaines, of van sommigen Prunus cerasifera), is een langlevende boom van Noord-Amerika, die hier in de tuinen aen de muren en elders wordt geplant, veel in leiboomen gekweekt en op den gemeenen jongen Pruimenboom wordt geënt; bloeit hier in de lente en brengt schoone, rondachtige, donkerroode vruchten voort, welke in augusty rypen en eenen aengenamen, sappigen smaek verkrygen. In Zuid-Frankryk wordt hy om zyne lekkere vruchten veel in de velden geplant, om versch en droog in de keuken te gebruiken, en ook met de vruchten brandewyn te distilleren.

De Mirabelboom met dubbele bloemen (Prunus spinosa, flore pleno), is een langlevend heester-houtgewas van Noord-Amerika, dat hier van veel liefhebbers in de lusthoven wordt geplant om zyne schoone dubbele bloemen; maer men heeft er in ons klimaet geene vruchten van te verwachten, zoo als in de warme landen en van andere Pruimboomen, die nogtans ook dubbele bloemen dragen en ten zelfden tyde goede vruchten voortbrengen. Deze gewassen worden op de wyze van de gemeene Pruimen gekweekt en door enting vermenigvuldigd.

MISERIEBOOM, Bergpeperboom, Kellerhals, in het fransch Garou, Lauréole, Daphné, Bois gentil, in 't latyn Daphne, door Tournefort Thymelaea genoemd; door Jussieu onder de familie van den Miserieboom gesteld, en onder de 8° klasse van Linnaeus,

Octandria monogynia, planten die met acht meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Miserieboom (Daphne mezereum van Linnaeus) is een langlevend heester-houtgewas van Europa, dat in België, in de bosschen, omtrent Namen, Luik, Luxemburg en elders wast, en ook hier in de bloemhoven wordt gekweekt; groeit met zwakke, getakkelde stammen, omtrent 80 centimeters hoog, en lansvormige bladen; begint hier meest van february te bloeijen, met steellooze, donkere roozebloemen, die op den stam en de takjes groeijen eer de bladen zich vertoonen, en eenige medesoorten vindt, met witte, rooskleurige, violetachtige

bloemen.

waervan men

De laurierachtige Miserieboom (Daphne laureola van Linnaeus) groeit veel in België, Frankryk, Duitschland, Engeland en elders op de bergen en bosschen, en wordt hier ook in de bloemhoven geplant; groeit met lancetvormige, gladde bladen, omtrent 70 centimeters hoog, en begint van maert te bloeijen, met korte bloemtrosjes en ronde, geelachtige groene bloemen.

De Bergpeperboom (Daphne cneorum van Linnaeus) is een langlevend klein heester-houtgewas van de Alpische gebergten, dat hier omtrent 25 of 30 centimeters hoog groeit, met lynvormige bladen, en somtyds van in den herfst en geheel den winter bloeit, met bloemtrosjes en purperachtige bloemen, die zwartachtige beziën met een kerntje voortbrengen, welke eene zwarte verw inhouden.

De pontische Miserieboom (Daphne pontica van Linnaeus) is een langlevend heestergewas van Azië; groeit met lancetvormige bladen, omtrent 30 centimeters hoog, en bloeit hier meest in april, met trosjes en veel witachtige gele bloemen, die zeer welriekend zyn.

De Daphne thymelaea, van de Pyrenesche gebergten, groeit hier ook omtrent 30 centimeters hoog, met lancetvormige bladen, en bloeit in mei, met witachtige gele bloemen, die op de takjes vereenigd groeijen.

De Daphne Alpina van Linnaeus wordt veel in Zwitserland, Oostenryk en elders gevonden; groeit hier omtrent 60 centi

III.

13

meters hoog, met bleekgroene, lancetvormige bladen op de takken verspreid, en bloeit meest in juny, met korte bloemtrosjes en witte bloemen, die eenen zoeten geur inhouden.

De Miserieboom voor trekplaesters (Daphne gnidium van Linnaeus) is een langlevend heester-houtgewas van het Zuiden van Frankryk; groeit hier met getakkelde stengels, omtrent 1 meter hoog, met lynvormige bladen, en bloeit van juny tot in july, met bloemtrossen en kleine purperachtige bloemen, die van buiten witachtige bloembladen hebben en eenen welriekenden geur verspreiden.

Men vindt nog by onze bloemisten den Daphne colliną van Smith; den Daphne japonica, Daphne lutetiana, met blauwachtige bloemen; den Daphne intusrubra, met roodachtige b'oemen, die hier allen in den vollen grond worden gekweekt, en door het zaed, op teilen in den heigrond, gezaeid en ook door uitloopers, afzetsels en inleggers kunnen vermenigvuldigd worden, maer den eersten winter in de planthuizen moeten bevryd zyn.

De kundige heer Orfila stelt de Miserieboomen onder de eerste klasse der doodelyke, verhittende en aenprikkelende gewassen; derhalve mogen zy op geenerlei wyze inwendig worden gebruikt; maer de schorsen, inzonderlyk van den Daphne gnidium worden met voordeel als trekplaesters in de geneesmiddels gebruikt. De schors eenigen tyd in den azyn geweekt en op het vel gelegd, doet spoedig zwellen en roode blazen trekken, en kan de trekplaesters die met Spaensche Vliegen zyn gemaekt vervangen, als men bevreesd is van eenige kwade uitwerking van die insecten, inzonderlyk om op de natuerlyke teeldeelen te leggen; die plaesters veroorzaken ook, gelyk die van de Spaensche Vliegen, een onverdraeglyk jeuksel en kleine puistjes, maer die men weldra door het wasschen met water, waerin wit Heemstwortelkruid is gekookt, kan doen verdwynen. De Miserieboom-schors wordt ook in de pommade-zalve met zoet vet en was bereid, waermede men ze te samen laet koken en warm ondereen bryzelt tot dat er geene klonters meer in zyn; deze pommade-zalve is veel beter voor de menschen die met de zenuwziekte zyn gekweld, dan degene van Spaensche Vliegen gemaekt, bezonderlyk voor de vrouwen en

« VorigeDoorgaan »