Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

van het mannekens en wyfkens geslacht, die op denzelfden stam afzonderlyk bloeijen,

Het Klein Kliskruid (Xanthium strumarium van Linnaeus) is eenc éénjarige kruidplant van Europa, die in België en elders veel in het wilde wast, en hier meest aen de grachten, kanten en uitgedroogde poelen, die 's winters onder water staen, en ook somtyds in de drooge, woeste velden groeit, met groote, hartvormige, gekerfde, bleekgroene bladen, hoekige, getakkelde, zwart gespikkelde en geteckende stengels en verspreide stelen, omtrent 30 of 40 centimeters hoog, met bloempjes die op bezondere okselstelen groeijen en de toppen omvatten, welhaest uitvallen, en meest in augusty ruwe vruchten voortbrengen, die als de klissen ook aen de kleederen en haer blyven hangen, en somtyds de gedaente van de Plataenvruchten hebben, waeraen zy zeer wel gelyken; het sap en kruid van geheel deze plant, worden gebruikt om de kliergezwellen te genezen. Zy heeft den latynschen naem van Strumaria verkregen, omdat die plant de kropzweren geneest, en is Xanthium genoemd, omdat zy eene stoffe bezit die het haer rood kan doen worden; ten dien einde worden de vruchten vergaderd en wel met water geweekt, om er het hoofd mede te wasschen.

KLEIN PENNINGKRUID, Scheefbloem, in 't fransch Ibéride, in 't latyn Iberis, door Tournefert Thlaspidium genoemd; is door Jussieu onder de familie van de kruisvormige bloemplanten gesteld, en onder de 15° klasse van Linnaeus, Tetradynamia siliculosa, viermagtigen, planten die met vier groote en twee kleine helmstyltjes bloemen en kleine peulvruchten voortbrengen.

Het Klein Penningkruid dat alle maenden bloemt (Iberis semperflorens van Linnaeus) is een langlevend, half-houtachtig kruidgewas van Sicilië en Persië, dat hier omtrent 20 centimeters hoog groeit, met eenen stengel en veel dunne zy-takjes, en kleine, wigvormige, verspreide blaedjes; bloeit met bloemtrosjes en vier witte bloemblaedjes, die kleine peulvruchten voortbrengen, welke aen het Kersezaed wel gelyken.

Het Gribaltarsch Klein Penningkruid (Iberis gibraltaria van

Linnaeus), is ook een langlevend houtachtig kruidgewas van Gibraltar, dat met eenen stengel en getande bladen op de toppen wast, en met witte bloempjes bloeit. Deze twee planten moeten hier 's winters in de oranjehuizen zyn bevryd, en kunnen door het zaed, afzetsels en inleggers vermenigvuldigd worden.

Het altoos groen Klein Penningkruid (Iberis sempervirens van Linnaeus) is een half-houtachtig kruidgewas van Griekenland, dat met kleine stengels en altoosblyvende, groene, scherppuntige, lynvormige bladen groeit, en hier meest in juny met bloemtrosjes en witte bloempjes bloeit.

Het steen Klein Penningkruid (Iberis saxatilis van Linnaeus) is een houtachtig kruidgewas van de Alpische gebergten, dat met lansvormige, dikke bladen groeit, en ook meest in juny bloemtrosjes en witte bloempjes voortbrengt.

Het zonneschermig Klein Penningkruid (Iberis umbellata van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant van Europa, die hier in de bloemhoven wordt gezaeid, en groeit met eenen getakkelden stengel, omtrent 20 of 25 centimeters hoog, met lansvormige, scherpe blaedjes; zy bloeit byna den geheelen zomer, met trossen en veel witte bloempjes, die veel ronde peulvruchten met zaedjes voortbrengen. Men vindt er eenige medesoorten van met roodachtige en rooze bloempjes; waer deze gewassen eens gestaen hebben, zaeijen zy veel hen zelven. Deze laetste drie planten worden hier in de hoven gekweekt, en om hare lieflyke bloemen geacht.

Het bitter Klein Penningkruid (Iberis amara van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die hier in België in de drooge, zandachtige velden en onbebouwde landen wast, met getakkelden stengel en lansvormige bladen, die aen de wortels scherp getand en gekerfd zyn; zy bloeit met trosjes op de toppen en witte bloempjes die veel zaed voortbrengen.

Het Klein Penningkruid met bloote stengels (Iberis nudicaulis van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant, die ook in Vlaenderen, en elders in België groeit, met bogtige bladeren en bloote stengels.

Het welriekend Klein Penningkruid (Iberis odorata van Lin

naeus) groeit meest in Zwitserland en Italië, en wordt hier ook in sommige kruidhoven gezaeid en met dolkens verplant. De welriekende wortels van dit kruid met zoet verkensvet bereid, zyn door hunnen warmen en brandenden aerd zeer dienstig om op de heup te leggen van degenen die het flerecyn op heupjicht hebben; de bladen met Alantwortels gestooten, genezen niet alleenlyk de heupjicht en sciatica, zegt Dodonaeus, maer ook de miltzucht en allerlei schurftheid en krauwagie (Zie Dodon. Kruidboek, 24 kap., bladz. 1119).

KLIMME, Maegden-Wyngaerd, Maegden-Palm, in 't fransch Vigne-Vierge, in 't latyn Cissus, van Tournefort Vitis, en ook Ampelopis quinquefolia, genoemd, door Jussieu onder de familie van de Wyngaerdranken gesteld, en onder de 4o klasse van Linnaeus, Tetandria monogynia, planten die met vier meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De vyfbladige Klimme (Cissus quinquefolia) is een langlevend rankgewas van Noord-Amerika, dat met lange ranken en zeer schoone groenblinkende en vyf-vingervormige bladen, op de ranken verspreid, groeit, die omtrent den herfst een purperachtig rood kleur verkrygen; maer de bloemen zyn van weinig belang. Deze nieuwe plant wordt hier meest geplant our de zomerhuizen en priëlen mede te bekleeden, die zy door hare schoone groenblinkende bladen zeer lommerryk versiert, en wordt op de wyze van den Klimop door inleggers vermenigvuldigd.

De zure Klimme (Cissus acida van Linnaeus) is een langlevend rankgewas van Amerika, dat met donkergroene en gladde, eivormige bladen wast, en hier in de warme serren wordt gekweekt.

De Klimme met ongelyke bladen (Cissus heterophylla) is een langlevend rankgewas van Amerika, dat hier enkelyk sedert eenige jaren is bekend, en groeit met schoone geschakeerde bladen. Deze twee laetstgemelde planten verschillen maer weinig van de Wyndruiven, tenzy door de veelheid der vruchten, die éénzadig syn, en hier in ons klimaet zeldzaem bare rypheid verkrygen. Om aengename en rype vruchten te bekomen, zouden zy hier in eene goede matige of warme serre moeten gekweekt

worden. Gelyk sommige van die planten, inzonderlyk de Heterophylla, allerschoonste geschakeerde bladen voortbrengen, worden zy van veel liefhebbers geacht en door inleggers verinenigvuldigd.

KLIMOP, Veil, Heftebladen, Heilloof, in 't fransch Lierre, in 't latyn Hedera, is door Jussieu onder de familie van het Geitenblad gesteld, en onder de 5° klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en maer één stampertje hebben.

De Klimop (Hedera helix van Linnaeus) is een langlevend houtachtig rankgewas van Europa, dat ten alle kanten in België en elders aen de boomen en muren wast, met eivormige, donkergroene bladen, op de ranken verspreid, die zeer lommerryk groeijen; bloeit meest in july, met vyf lange bloemblaedjes, en brengt ook in den herfst zwartachtige beziën voort, met vyf kiempjes in de vruchten en zaedjes die met velvliesjes bekleed zyn. Deze Klimop groeit hier somtyds wel 18 meters hoog, en grypt met zyne kleine worteltjes, die zich aen de ranken bevinden, de tronken, muren en boomen vast, welke hy weldra in eenige jaren met zyne groene bladen en lieflyke beziën versiert.

De beziën en bladen versch geplukt, worden veel in de medecynen bereid. De groene bladen van den Klimop in wyn gezoden, heelen de groote wonden en zweringen, en genezen de kwade, voortetende zeeren. De bladeren zyn ook zeer nuttig voor de menschen die fistels dragen, om de ettergaten open te houden. De groene bladeren in den azyn geweekt, doen de eksteroogen op de voeten zachtjes verdwynen. De bloemen versch geplukt, met was, citroen en olie vermengd, en als plaesters gebruikt, doen de verbrandheid zeer wel genezen. De beziën dryven de maendstonden aen, en op wyn geweekt en gedronken, jagen het graveel en den steen af; maer te veel daervan gebruikt, beroert de zinnen. Het water dat men door eene afgesnedene rank uit de plant trekt en in eene flesch laet druppen, doodt de luizen en neten. De bladeren van den Klimop worden ook van de geiten, herten en veel andere kruidetende dieren gezocht, die daervan goede melk geven.

Men vindt nog by sommige liefhebbers den Klimop van Canada (Hedera quinquefolia van Linnaeus), met zyne schoone, vyfvoudige, kleingetande en groene eivormige bladen, die met draedvormige meeldraedjes bloeit, en trossen met geplekte beziën, in drie verdeeld, voortbrengt. Deze beide planten worden door het zaed en inleggers vermenigvuldigd.

KLISSE, Groot Klissekruid, Dokkebladen, in 't fransch Bardane, Glouteron, in 't latyn Arctium, door Tournefort Lappa genoemd; door Jussieu onder de familie van de asschemakende kruiden gesteld, en onder de 19° klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia aequalis, samenhelmigen, 1° orde, planten die tweeslachtige bloemen dragen, die zoowel in de stralen als rond den omkring geschikt zyn en met verscheidene meeldraedjes, met hunne helmknopjes samengegroeid, bloeijen.

Het Klissekruid (Arctium lappa van Linnaeus) is eene tweejarige plant van Europa, die in België in de onbebouwde velden wast, met bladstelen en hartvormige bladen, die uit de wortels spruiten, waeruit nadien stengels schieten, die omtrent 25 of 30 centimeters hoog groeijen, en waerop de klissen in augusty wassen, die kleven en ook aen het haer blyven hangen.

De Klisse of Dokkebladen (Arctium bardana van Willdenow) is eene tweejarige plant van Europa, die in Vlaenderen en elders veel aen de wegen en grachten, in vette en onbebouwde landen en boomgaerden wast, met groote bladstelen, lange, hartvormige bladen en getakkelde stengels, die te midden uitschieten, en waerop ook klissen groeijen, die aen de voormelde gelyken. Deze planten groeijen met dikke wortels door zwarte schors bedekt, die eene vette, slymachtige stoffe inhouden, heel van aerd zyn en matiglyk droogen en verteren; die wortels gestooten, zyn zeer dienslig om op de kropzweren en kliergezwellen te leggen: twee oncen van die wortels, zegt de kundige geneesheer Percy, in cenen liter water gekookt en gedeeltelyk warm ingenomen, is cen zeer zweetverwekkend middel. Deze wortelen worden ook inzonderlyk voor vele ziekten by de apothekers bereid, als om den haerworm, krauwsel, hoofdzeer, dauwworm der kinderen

« VorigeDoorgaan »