De levens van doorluchtige Grieken en Romeinen, onderling vergeleeken, Volume 11

ALEXANDER ANTIGONUS ANTIPATER ANTO ANTONIUS Armenië Athene Athenienfers befluit blyken bragt BRUTUS byzonder CÆSAR CATILINA CESAR CICERO Cilicie CLEOPATRA CLODIUS Conful daarop DACIER deed DEMETRIUS DEMOSTHENES deszelfs dezelve dien hy drachmen eenige eerfte eindelyk fcheen fchepen fchoon fchynt flag flechts fpreken ftaan ftaat ftad fteeds ftelde fterk ftond FULVIA gebragt geheel gelyk ging goed Griekenland groot HARPALUS hebbende heid hetzelve hield hunne hy zelf hy zyne Koning krygen krygsvolk kwam LAMIA leger leven LYSIMACHUS maakte Macedonie magt maken METRIUS moest mogt namelyk NIUS onze oorlog Parthers PHILIPPUS PLUT PLUTARCHUS POMPEJUS Prætor PTOLEMÆUS PYRRHUS Raad Redenaar Redevoeringen Rome Romeinen SELEUCUS Syrië terwyl hy thands TONIUS TRIUS tusfchen verhaalt volk vrouw vyand wanneer hy want welfprekendheid wien wierd wilde wyze zaak zeggen zeide zelven zodat zoude zulks zyde zyn Vader zynde zyne zyne vrienden zynen Zoon zyner