Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Van het overschot van ieder boekjaar, wordt een gedeelte als reserve ter zijde gelegd, en het overige over alle geheele aandeelen als dividend uitgedeeld.

In bijzondere gevallen, kan eene algemeene Vergadering van stemgeregtigde deelhebbers worden belegd, waardoor alsdan het gansche ligchaam der maatschappij wordt vertegenwoordigd.

Directie der Nederlandsche Handel

Maatschappij.

Jhr. W. G. van de Poll, Sr.,, President. G. Schimmelpenninck,

R. J. A. Cenie

Ch. Pieters,,

H. C. van der Houven,

W. de Clercq, Sekretaris.

Directeuren.

[merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

Dezelve is opgerigt bij de wet van den 30 april 1815, no 5, ten einde te strekken tot vereerende belooning, van die genen, welke zich van de pligten, aan den krijgsdienst te water en te lande verbonden, door uitstekende daden van moed, beleid en trouw gekweten hebben. De Koning is Grootmeester van de Orde. Het Grootmeesterschap van dezelve is onafscheidelijk aan de Kroon der Nederlanden verbonden.

De Militaire Willems-Orde bestaat uit vier klassen, als: Groot-Kruissen, Kommandeurs en Ridders van de derde en vierde klasse.

De dekoratie bestaat in een wit geëmailleerd kruis, met acht gouden geparelde punten. Op de armen van het kruis de woorden: voor Moed, Beleid, Trouw. Over hetzelve ligt het Bourgondische kruis, bestaande uit groene laurierstokken, zaamverbonden door den gouden vuurslag, op de tegenzijde vervangen door een blaauw geëmailleerd medaillon, waarop, in het midden van een laurierkrans, W, alles gedekt door eene gouden Koninklijke Kroon. Het lint Oranje, met twee smalle donker blaauwe strepen.

Het teeken van onderscheiding is:

Voor de Groot-Kruissen, eene zilveren ster, geborduurd op den rok aan de linker zijde, en het juweel van de Orde, aan een lint, vier vingeren breed, en écharpe van de Regter naar de linkerzijde.

Voor de Kommandeurs het Ordensteeken geborduurd op den rok aan de linkerzijde zonder ster, doch met de kroon en het juweel aan een lint, drie vingeren breed, en sautoir om den hals.

Voor de Ridders van de derde klasse, het Ordensteeken aan een lint, twee vingeren breed aan het knoopsgat; en voor de Ridders van de vierde klasse, een kleiner Ordensteeken, hebbende de punten, vuurslag en kroon in zilver aan een lint, één vinger breed aan het knoopsgat.

Den Militaire te water en te land, die geen Officiersrang hebben, krijgen, wanneer zij tot Ridders van de vierde klasse benoemd worden, eene verhooging van inkomen, gelijkstaande met de helft van de soldij, welke door hen, op het oogenblik hunner benoeming, wordt genoten. De soldij wordt verdubbeld voor die genen der voormelde Militairen, welke tot Ridders van de derde klasse worden benoemd.

Het lidmaatschap en versiersel dezer Orde, kan niet worden verloren, dan ten gevolge van een onteerend vonnis.

GROOTMEESTER DER ORDE.

DE KONING.

Kanselier der Orde.

Jhr. J. W. Janssens, G. K., LuitenantGeneraal.

Sekretaris der Orde.

J. Dedel,, 4.de

ORDE VAN DEN NEDERLANDSCHEN LEEUW.

Dezelve is opgerigt bij de Wet van den 29 september 1815 ( staatsblad no 47,) en strekkende tot eene vereerende onderscheiding van alle Nederlanders, die bewijzen geven van beproefde vaderlands-liefde, bijzonderen ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerpligten, of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen en kunsten. Deze Orde kan, in bijzondere gevallen, ook aan vreemdelingen gegeven worden.

De Koning is Grootmeester der Orde. Het Grootmeesterschap van dezelve is onafscheidelijk aan de Kroon der Nederlanden verbonden.

De Orde bestaat uit drie klassen: Grootkruissen, Kom-. mandeurs en Ridders.

Diegenen, welke zich, door nuttige daden, door zelfopoffering of door andere blijken van menschenliefde, eene onderscheiding waardig maken, kunnen, onder den naam van Broeders, aan de Orde worden verbonden.

Het versiersel der Orde bestaat in een wit geëmailleerd kruis, met een gouden W tusschen elk der armen van hetzelve, hebbende, aan de eene zijde, in het midden, een blaauw geëmailleerd rond, waarop in gouden letteren geschreven zijn de woorden, Virtus Nobilitat; en aan de tegenzijde, de leeuw, zoo als hij in het wapen van het Rijk voorkomt; alles gedekt met eene gouden Koninklijke kroon. Het lint is van Nassausch blaauw met twee smalle oranje strepen.

Het teeken van onderscheiding is:

Voor de Grootkruissen, het Ordens-teeken van de zijde, waarop de spreuk, Virtus Nobilitat, gevonden wordt, zonder kroon op een gouden ster, geborduurd op den rok aan de linkerzijde en het juweel van de Orde aan een lint, vier vingeren breed en écharpe, van de regter naar de linker zijde.

Voor de Kommandeurs, het Ordens-teeken als voren geborduurd op den rok, zonder ster, doch gedekt met de Kroon; en het juweel aan een lint, drie vingeren breed, en sautoir, om den hals.

Voor de Ridders, het Ordens-teeken aan een lint, twee vingeren breed aan het knoopsgat.

De Broeders dragen, in plaats van het kruis eene zilveren medaille, hebbende aan de eene zijde, het zinnebeeld der Orde en aan de keerzijde, háre spreuk, en hangende aan een Nassausch blaauw lint, ter breedte van anderhalf duim, met één oranje streep in het midden. Het lidmaatschap en versiersel dezer orde kan niet worden verloren, dan ten gevolge van een onteerend vonnis.

GROOTMEESTER DER ORDE.

DE KONING.

Kanselier der Orde.

W. F. Roëll, G. K., Minister van Staat. Thesaurier.

Baron van Zuylen van Nyevelt,, tevens belast met de werkzaamheden van het Sekretariaat.

LEDEN in de provincie Oost-Vlaanderen residerende.

De Heeren:

RIDDERS.

H. J. van Doorn, Staats-Raad, Gouverneur der provincie.

Graaf de Lens, Lid van de eerste Kamer der Staten-Generaal.

Raepsaet, Staats- Raad.

Baron Baut-De Rasmont, Burgemeester te
Wannegem-Lede.

Kluyskens, Hoogleeraar te Gent.
Van Toers, Staats-Raad

Lammens, Hoogleeraar te Gent.

Graaf, Dellafaille Maria-Lierde.

Baron de Loen, Lid van de eerste Kamer der Staten-Generaal.

Maximiliaan de Meulenaere, Vicaris-Generaal van het Bisdom van Gent.

Triest, Kanonik honorair van de Hoofdkerk te Gent.

De Moerloose, Vice-President der Gedeputeerde Staten.

J. van Crombrugghe, Staats- Raad, Lid van de tweede Kamer der Staten - Generaal, Burgemeester te Gent.

Graaf Vilain XIIII, Kamerheer van Z. M. den Koning en Lid van de tweede Kamer der Staten-Generaal.

Schrant, Hoogleeraar te Gent.

Verhegghen, eerste Schepen der stad Gent. Kervyn de Volkaertsbeke, Schepen der stad Gent.

Huyttens Kerremans, Lid van de twee de
Kamer der Staten-Generaal.

De Smet-De Naeyer, Fabricant.
De Coninck, Procureur des Konings.
Generaal-Majoor Van Doorn, Plaatselijke
Kommandant der stad Gent.

Van Hulthem, Lid van de tweede Kamer der Staten-Generaal.

Goomans, Majoor van de Koninklijke Ma

réchaussée.

Graaf van der Meere, Kamerheer van Z. M. den Koning.

Baron Snouckaert van Schauburg, Kolonel Adjudant in het derde groot militaire kommando.

P. Tack, Burgemeester der stad Lokeren. Carpentier, gewezen Ontvanger-generaal. Camberlyn, Regter te Gent.

Lippens, Lid der provinciale Staten.

H. Liefmans, Districts-Kommissaris te Oudenaarde.

Van Rotterdam, Hoogleeraar te Gent.
Wilson, Geneesheer.

De Pestre, Kapitein by het regim. huss, no 8.

« VorigeDoorgaan »