Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Algemeene Ambtenaren ten dienste van het Departement.

P. J. M. l'Ortye, . Sekretaris voor de Zaken van de Roomsch Katholijke Eeredienst.

J. Walter,, Inspecteur-Generaal voor het Onderwys.

A. van den Ende,, Hoofd-Inspecteur van het middelbaar en lager Onderwijs. M. Dewez, Inspecteur der Athenæa en Kollegien.

Mr. H. Wijnbeek, Inspecteur der latijnsche Scholen.

B. Koning, Adviseur in zaken van werktuig- en scheikunde.

G. M. Roentgen,, Adviseur in zaken van werktuigkunde.

V. Walter, Kommies van Staat, aan den Inspecteur-Generaal tot hulp in zijne werkzaamheden toegevoegd.

Eene kommissie uit den Raad van State, onderzoekt de zaken de Roomsch Katholijke Eeredienst betreffende over welke de Koning goedvindt dezelve te raadplegen. Voorts vervult deze kommissie de functien, welke aan den Franschen Staats-Raad, krachtens het concordaat, tusschen den Heiligen Stoel en het Fransch Gouvernement, op den 26 Messidor IX jaar, (15 julij 1801) gesloten, zijn opgedragen.

Staats-Raden Leden der Kommissie.

De Ridder B. de Bousies,, (in buitengewone dienst.)

A. P. Raoux,

.

J. J. F. J. Baron de Gaiffier d'Emeville, .

67

67

De Sekretaris P. J. M. l'Ortye, vervult de functien van Sekretaris dezer Kommissie.

Kommissie voor de stichtingen van Beurzen voor het Onderwijs.

J. G. van Hooghten,, President bij het Hoog geregtshof te Brussel, President. A. T. J. P. Garnier, Raadsheer in gezegd geregtshof, Lid.

J. M. D. de Guchteneere, Advokaat-Generaal bij gezegd geregtshof, Lid.

Mr. A. L. Dugniolle, Referendaris, Lid en Sekretaris.

Kommissie voor de algemeene Statistiek van het Rijk.

Z. E. de Heer Minister van Binnenlandsche Zaken, Voorzitter.

Leden.

De Heer Administrateur voor het binnenlandsch Bestuur.

De Heer Administrateur voor het Onderwijs, de Kunsten en Wetenschappen.

De Heer Referendaris, Inspecteur - Generaal, belast met de waarneming der Administratie voor de Nationale Nijverheid.

De Heer E. Smits, Sekretaris.

DEPARTEMENT VAN FINAN TIEN.

Zijne Exc. Mr. J. H. Appelius, K. †, Minister. P. A. Ossewaarde, Sekretaris - Generaal, Referendaris van de eerste klasse.

Administrateur.

J. A. Volck, voor de generale Thesaurie. H. Tromp, voor 's Rijks uitgaven.

STAATS-SEKRETARIE.

Zijne Exc. Mr. J. G. Baron de Mey van Streefkerk, K., Sekretaris van Staat. L. H. Elias Schovel, Griffier.

A. L. E. G. d'Hamecourt, Referendaris.

DEPARTEMEMT VAN OORLOG.

Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, K. ☀, G. K. *, Generaal der Artillerie, Kommissaris-Generaal.

De Heer J. P. Scheffer, Sekretaris-Generaal. Directie van het personeel en de eigenlijk gezegde Militaire zaken.

Z. W. A. L. Baron van Tengnagell, 4de, Generaal-Majoor, Directeur.

Directie der Administratie.

De Heer J. P. Reuther,, Generaal-Majoor, Directeur.

Algemeene Directie der Genie.

De Heer P. S. R. van Hooff, 4de, Kolonel, Chef der Directie.

Militaire Administrateurs, aan het Departement van Oorlog toegevoegd.

J. D. le Febvre, Agent van het Departement van Oorlog.

M. de Ras, idem.

NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ.

Zijner Majesteits besluit van den 29 maart 1824, n° 163, opende de inschrijving tot deelneming in deze maatschappij, welke, bij dat besluit, op den voet der naamlooze maatschappijen, voor den tijd van 25 jaren is opgerigt, en die, na den afloop van dat tijdvak, verlinging kan verzoeken, doch ook vóór dien tijd kan worden ontbonden, ingeval de meederheid der stemgeregtigde deelhebbers, te zamen eigenaars van ten minste drie vierde van de aandeelen op naam, daartoe mogt besluiten.

Zijne Majesteit heeft zich, met het Koninklijk huis, aan het hoofd der inschrijvers gesteld, voor eene somma van vier Millioenen Guldens, en bij Koninklijk besluit van den 19 april 1824 n° 41, is het fonds dezer maatschappij bepaald op zeven en dertig Millioenen Guldens, te verdeelen in zeven en dertig duizend geheele aandeelen van duizend Nederlandsche guldens ieder, welke in halve en vierde deelen kunnen worden gesplitst en die bij de eerste uitgifte, aan toonder of op naam zijn gesteld, ter keuze van de deelhebbers. Een dubbel van het register dezer aandeelen wordt in eene stad van het noordelijke, en een ander in eene stad van het zuidelijk gedeelte van het rijk gehouden, en de aandeelen kunnen van naam op toonder en omgekeerd, worden overgeschreven; alles krachtens de artikelen van overeenkomst, welke door afgevaardigden uit de deelnemers voor vier of meer geheele aandeelen, ontworpen en bij Koninklijk Besluit van den 18 augustus 1824 n° 138, goedgekeurd en vastgesteld zijn.

De zaken der maatschappij worden bestuurd door eene te 's Gravenhage gevestigde Directie, onder het toezigt van Kommissarissen, die, met de Directie vereenigd, den Raad der Maatschappij uitmaken.

Er zijn 26 Kommissarissen, waarbij één door den Koning kan worden gevoegd, om voor Hoogstdeszelfs belangen, als deelhebber, te waken. Dit getal van Kommissarissen kan door den Koning nog met twee worden vermeerderd.

[ocr errors]

De eerstbenoemde Kommissarissen blijven vier jaren in functie, daarna zullen, naar eenen rooster bij loting te bepalen, drie achtereenvolgende jaren zes en het volgende jaar acht Kommissarissen aftreden om opgevolgd te worden door een gelijk getal anderen; de aftredende zijn wederom verkies baar. De Kommissaris, die de belangen des konings, als deelhebber, waarneemt, is onder deze beurtwisseling niet begrepen.

De Directie bestaat uit vijf vaste Directeuren, bijgestaan door eenen Sekretaris.

Het voorzitterschap, zoo bij de Directie, als in den Raad, wordt waargenomen door een der Directeuren, daartoe telken jare, door den Koning te benoemen; zijnde de aftredende telkens wederom verkiesbaar.

De Directeuren en de Sekretaris genieten vaste tractementen, doch mogen geene andere posten, ambten of bedieningen hoegenaamd bekleeden, noch middelijk of onmiddelijk eenigen handel drijven, of deel hebben in reederijen of fabrieken.

In alle voorname handelplaatsen, zoo binnen als buiten het Rijk, alwaar de Maatschappij ladingen te verzenden of te ontvangen heeft, en overal elders, waar de Directie zulks noodig acht, worden een of meer agenten aangesteld, en in Amsterdam, Antwerpen en Rotterdam, zijn dezelve uitsluitend aan den dienst der maatschappij gewijd. Deze agenten genieten provisie. Te Batavia wordt een ondergeschikte tak van bestuur gevestigd, onder de benaming van factorij, te zamengesteld uit eenen Voorzitter en vier Leden, die even als de agenten der maatschappij, door de Directie benoemd, en bij een besluit van dezelve ontslagen zullen kunnen worden. Deze factorij heeft, behoudens eene volkomene ondergeschiktheid aan de Directie hier te lande, het toezigt en het algemeen beheer over de zaken der maatschappij, in Nederlandsch Oost-Indië. Zij zendt jaarlijks behoorlijke staten en rekeningen wegens haar beheer, met een verslag harer verrigtingen aan de Directie over. De leden der factorij genieten provisie.

Het doel der maatschappij is de bevordering van den nationalen handel, scheepvaart, scheepsbouw, visscherij en landbouw, fabrijken en trafijken, en zulks, door, met in achtneming van hare eigene belangen, de bestaande en voor Nederland voordeelige handels-betrekkingen uit te breiden, nieuwe wegen voor den Nederlandschen Handel te openen, en door al zulke ondernemingen welke het vertier der voortbrengselen van de Nederlandsche Nijverheid kunnen vermeerderen en bevorderen.

De Kommissarissen sporen de middelen op, waardoor de maatschappij bevorderlijk kan worden, aan de nationale nijverheid.

De Directie is de uitvoerende magt, waardoor de maatschappij werkt.

Aan de deelnemers is door Zijne Majesteit eenen jaarlijkschen intrest van vier en een half percent verzekerd, welke waarborg werken zal met 1825-1826; en bij de aandeelen worden halfjarige intrest-coupons gevoegd.

De jaarlijksche opgemaakte en goedgekeurde balans, zal, gedurende veertien dagen ter inzage liggen van de stemgeregtigde deelhebbers.

« VorigeDoorgaan »