Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands, Volume 7;Volume 1843

Voorkant
Gyselynck
 

Geselecteerde pagina's

Inhoudsopgave

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 201 - baptiser, il l'épousa, et changea ce nom d'Orable en » celui de Guibor... Guillaume , las de combattre et de » vaincre, prend la résolution de revenir dans ses états. » A son retour il apprend Ia mort de sa femme. Acca» blé de douleur, il vent se retirer du monde et se
Pagina 41 - Mer Joos Van Joingny, baron Van Pamele, heere van » den lande van tusschen Maercke ende Ronne, enz.
Pagina 37 - Item int zotte op de vraghe: wat volk ter » waerelt meest zotheyt tooght? Item int amorueze, op » den stoc: Och, moghticse spreken, ie ware ghepaeyt!
Pagina 75 - Van princen en vorsten scrijft hy veel diffamen ; 65 Prelaten, biscoppen hoort men hem misnamen. Al heeft Rossom veel quaets bedreven in Brabant, Men sach hem niet veel kercken oft cloosters pramen Met eenighen brande, aen gheenen cant ; Aen gheestelijcke maeghden en stack hy gheen hant , 70 Alsoot tot sommighen plaetsen wel scheen. Al heet Merten vnn Rossom een quaet tyrant.
Pagina 74 - Tusschen hen beyen, elck es een malefaiteur. Ie en gave om den keur niet mijnen minsten teen ; Maer, want Luther de zielen moordt, duer zijn erreur, Noch schijnt Merten van Rossom de beste van tween. Merten van Rossom heeft doen vanghen en spannen...
Pagina 417 - Hersnaer naer dien uw' luyt, en zing op blyd'ren toon, Hoe God dat schrik-dier heeft ontrukt de Fransche kroon, Om met een vrede-zon EUROPA te bestraelen.
Pagina 357 - Hoe pijnlijck valt het ons uw groote deught te melden ! Te dencken op 't soet jock van uwe heerschappy , Terwijl ons...
Pagina 191 - Bi Gode, gi daet sonde." Die meester wert harde gram; Hi seide: „swiget des, goet man, Gi selt mi die covele laten, 170 Ende uwe pelse ende gaet uwer straten, Dar toe boten ende cousen mede; Dus soe mogedi hebben vrede; Ende dien goeden stamijn Hi moet verdronken sijn.
Pagina 201 - Philippe-leRel ,.pajj- 67-68. frères, l'aidèrent dans la plupart de ses entreprises. L'une de ses sœurs , appelée Blanchefleur, épousa Louis-le-Débonnaire , et une seconde , qui n'est pas nommée, fut mariée à Toulouse. Guillaume, ayant assiégé la ville d'Orange , s'en, empara bientôt après. Au nombre des prisonniers se trouva une princesse sarrazine, nommée Orable. L'ayant fait baptiser, il l'épousa, et changea ce nom d'Orable en celui de Guibor.
Pagina 406 - Kersouwieren verhuerden hunnen theater aen dien troep , voor vyftig stuivers elke vertooning. Men vond zoo groot genoegen in deze vlaemsche opera's dat er opvolgelyk tot zeven representatien toe werden gegeven.

Bibliografische gegevens