Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ken zoo veel zorg vereischen, dewyl somtyds 24 uren verzuim genoegzaem is, om geheel den kweek te doen mislukken. Derhalve worden zy weinig geplant het zyn maer sommige groote liefhebbers die zich daermede bemoeijen; want die planten kunnen de onkosten van het kweeken niet opleveren.

ANDROMEDA, in 't fransch Andromède, in 't latyn Andromeda, is onder de 20° klasse, 4° sectie der eenbladige bloemdragende planten van Tournefort, door Jussieu onder de familie der heiplanten gesteld, en in de 10 klasse van Linnaeus, Decandria monogynia, planten die met tien meeldraedjes bloeijen en maer een stampertje hebben, of tienmannige-eenwyvige. Men vindt heden in België zeer veel soorten van die plant, die de volgende namen hebben :

De Andromeda Mariana van Linnaeus, een langlevende klein heester-houtgewas van Virginië, welk getakkeld omtrent 30 centimeters hoog groeit, met purperachtige, groene, blinkende bladen, en meest van juny tot in july bloeit met trosjes en zeer lieflyke blinkende, klokvormige bloempjes.

De Andromeda ferruginea van den Hortus Kewensis, de Andromeda polifolia van Linnaeus, de Andromeda media van den Hortus Kew., de A. paniculata, de A. arborea, de A. racemosa, welke allen van Noord-Amerika afkomstig zyn; de A. pulverulenta en de A. catesbaei van Willdenow, zyn van Florida en Virginië; de A. calyculata van Linnaeus, komt van Rusland; de A. axillaris is van de Karolina; de A. angustifolia, van den Hortus Kew., is van Siberiê.

Al deze Andromedas worden alhier in den heigrond geplant en kunnen aen onze wintersche koude wederstaen; maer de volgende soorten moeten in de oranjehuizen 's winters worden bevryd de A. lucida van Lamarck, of de A. nitida van Michaux, de Andromeda coriacea van den Hortus Kew., van Amerika, welke in getakkelde struiken, omtrent 60 of 70 centimeters hoog, groeijen, met geribde groene bladen, en meest in july bloeijen met trosjes en lieflyke witachtige rooskleurige bloempjes.

De Androm. acuminata, de A. dealbata van den Hortus Kew.,

de A. cassinefolia van Ventinat of A. speciosa van Michaux, de A. serratifolia, de A. rosmarinifolia, de A. crispa van Virginië, die in hun oorspronkelyk land zeer hoog en dik groeijen, worden alhier heestergewassen en in de oranjery gekweekt. Al deze Andromedas, waervan geene nuttige krachten zyn bekend, worden om hunne schoone bloemen gekweekt, en kunnen zeer gemakkelyk op de wyze van de Azaleas in den heigrond vermenigvuldigd worden. Men heeft door het zaed veel nieuwe medesoorten verkregen, zoo als de A. ovata, enz., die by onze bloemisten te vinden zyn.

ANDYVE, Hof-Andyve, Cichorei, in 't fransch Andive, Chicorée, in 't latyn Cichorium, is onder de 13° klasse, 2o sectie der lintbloemen van Tournefort, door Jussieu onder de familie der Andyve gesteld, en in de 19° klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia aequalis, samenhelmigen, met vyf meeldraedjes, onderling met hunne helmknopjes te samen gegroeid, en veel stampertjes: alle de bloempjes zyn tweeslachtig en vruchtbaer.

De Hof-Andyve (Cichorium endivia van Linnaeus) is eene éénjarige kruidplant van de Oost-Indiën, die eerst door de Kruisvaerders in België werd overgevoerd, en alle jaren om hare deugden in de moeshoven wordt gezaeid, waeruit men eenige medesoorten heeft bekomen met breede sappige bladen en met krulachtige bladen die zeer smakelyk zyn, en door gezonden en zieken rauw en gestoofd worden geëten.

De wilde Andyve (Cichorium intybus van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, welke in België aen de wegen en velden groeit met bremvormige bladen, en meest in juny blauwe, steellooze, tweevoudige bloemen geeft. Deze plant, die alhier onder den naem van Kapucinebaerden is bekend, wordt als salade in de keuken gebruikt.

De gedoornde Andyve (Cichorium spinosum) is eene tweejarige kruidplant van Griekenland; zy groeit met stengels en puntige doorntjes, die gemeenlyk bladen worden, en bloeit met steellooze, okselvormige, blauwe bloempjes.

De Hof-Andyve wordt voor zeer gezond geacht, om de bewe

ging der spieren en vezeltjes aen te dryven, en de maeg te herstellen. Het sap der Andyve gedronken, is zeer dienstig voor de bloedspouwende en terende menschen.

De Andyve wordt alhier op verschillige tyden in het jaer gezaeid, en voorts in den zomer verplant; maer als die vroeg, van in february, op broeibakken wordt gezaeid, en voort met april verplant, kan men nog t'einde den zomer er ryp zaed van bekomen. Men plant ook gemeenlyk de overgeblevene struiken, die des winters in de groenhuizen worden bewaerd, om er den tweeden zomer ryp zaed van te verkrygen.

Het ryp Andyvezaed kan, om te zaeijen, zeven jaren al zyne krachten behouden, en hoe ouder dit zaed geworden is, hoe min de Andyveplanten zullen opschieten.

De wilde Andyve of Cichoreiwortel, die men alhier meest in mei zaeit, om met het begin van november uit de aerde te steken en in de kelders te schieten te zetten, waervan de wortels en kruid een bitter melkachtig sap inhouden, wordt ook voor zeer gezond geacht; die zelfde cichorei gezoden, is zeer nuttig tot het zuiveren der moeder en gehulpzaem aen de blaes; zy opent het lichaem en jaegt door den kamergang al de vochtige galachtige slymen af. Het water van de cichoreibloemen gedistilleerd, is goed gedronken tegen den steen en het graveel, inzonderlyk voor de jonge kinderen; de bladen uitwendig opgelegd, genezen de zeeren, gezwellen en ontstekingen. Eindelyk de Andyven zyn om hare deugden van ouds bekend.

ANEMONE, Windkruid, Bosch-hanenvoet, in 't fransch Anémone, in 't latyn Anemone, is onder de 6° klasse, 7° sectie der roosvormige bloemplanten van Tournefort, door Jussieu onder de familie der Ranonkels gesteld, en onder de 13° klasse van Linnaeus, Polyandria polygynia, veelhelmigen, wier meeldraden, van 20 tot 100, op het vruchtbeginsel zyn vastgehecht, die een groot getal stampertjes hebben en zonder bloemkelken, met vyf tot negen bloembladen, groeijen.

Men vindt heden meer dan 100 soorten van die plant, die al verschillige kleuren van bloemen hebben, en ook al verschillende namen hebben verkregen.

De Leverkruid-Anemone (A. hepatica van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die in België veel in de bloemtuinen wordt geplant, en met vezelachtige wortels en groene drielobbige bladen groeit, waeruit in maert stelen spruiten, die maer omtrent 10 of 12 centimeters hoog wassen, en waerop in april blauwachtige bloemen bloeijen. Men heeft van deze plant verscheidene medesoorten door het zaed bekomen, welke roozekleurige, witte, roode of purperachtige bloemen dragen.

De Anemone die aen de Hanevoeten gelykt (A. ranunculoïdes), is eene langlevende plant van Europa, welke in België in de bosschen, meerschen en elders groeit, met ingesnedene bladen en kleine stengeltjes, waerop in april ronde bloempjes bloeijen, die een geel kleur hebben.

De Bosch-Hanevoet (A. nemorosa van Linnaeus) is eene langlevende kleine kruidplant, die in België in de bosschen wast met ingesnedene blaedjes en eenbladige kleine steeltjes, waerop meest in april witte enkele bloemen bloeijen, en waervan men eenige medesoorten heeft verkregen, die zeer lieflyke witte dubbele bloemen dragen en onze bloemtuinen in de lente versieren.

De apenynsche Anemone (A. apennina) is eenc langlevende kruidplant van Italië, die in België in de bloemhoven wordt gekweekt en meest in april blocit met blauwachtige bloemen.

De Anemone pulsatilla van Linnaeus, is eene langlevende kruidplant welke in België in de bergen en bosschen groeit, en in de bloemtuinen wordt geplant; zy bloeit met blauwachtige violettebloemen.

De Hof-Anemone (A. hortensis van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Italië, waervan men door het zaed veel medesoorten heeft bekomen, die met verscheidene kleuren bloemen.

De Anemone pavonina is eene langlevende kruidplant van Azië, welke met geknobbelde wortels groeit, en stengels van omtrent 20 centimeters hoog; zy bloeit van april tot in mei met zeer schoone bloembladen; men heeft er veel medesoorten van verkregen, met roode, purpere, bleeke en hoogroode, witte en violetkleurige bloemen.

Men heeft nog vele andere soorten van die plant, zoo als: de Anemone alpina, van Oostenryk; de Anemone coronaria, van de Oost-Indien; de Anemone baldensis, van het Zuiden van Frankryk, waervan men hier medesoorten door het zaed heeft bekomen; de Anemone virginiana, van Amerika; de Anemone palmata, van Portugael; de vleeschkleurige Anemone (Anemone cernua), van Oost-Indiën; de Anemone sylvestris, van Duitschland; de Anemone met oranjekleurige dubbele bloemen, eene langlevende kruidplant van Spaenje; de Anemone pava, met hare scharlaken roode en breede bloembladen, eene kruidplant van Azië, waervan men door het zaeijen ook veel medesoorten heeft bekomen; de twee dubbele Anemone latifolia en Anemone chalcedonia, van Constantinopelen, met hare schoone dubbele scharlaken bloemen, welke van veel liefhebbers zeer worden geacht en waeruit men ook eenige medesoorten verkregen heeft.

Men vindt te Gent by sommige bloemisten zeer schoone verzamelingen van die Anemonen met verschillige kleuren, welke zy door het zaed verkregen hebben, en die de bloemhoven in de lente zeer lieflyk versieren.

Zie hier de wyze om de Anemonen te zaeijen : men neemt gemeenlyk de zaedbollekens van de schoonste roode, enkele bloemen, die men ryp van de stengels snydt, en alzoo cene geheele maend in hun eigen laet droogen; dan bereidt men eene goede zandachtige plaets, van alle onkruid gezuiverd, waerop men de zaedbollekens ter plaets zelve uitvryft en overal wel bedeelt; na het zaeijen bedekt men het zaed met een weinig zandachtige fyne aerde, en legt die wel effen toe; vervolgens, by drooge saizoenen besproeit men van tyd tot tyd het zaed, dat gewoonlyk na 45 of 50 dagen uit de aerde bovenspruit. Men moet de jonge plantjes binnen den zomer wel koesteren en met de eerste winterkoude een weinig met stroo bedekken, op zoo eene wyze geschikt, dat de lucht er kan onder vliegen. Men kan dit zaed ook op teilen zaeijen, en die 's winters in de oranjehuizen bevryden, om die met de lente in de opene lucht te planten; en om die vochtig te houden, bedekt men ze met mosch. Als men alzoo eene schoone verzameling van Anemonen door het zacd heeft bekomen, is het ook zeer

« VorigeDoorgaan »