Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

len

ZYNE KONINGLYKE HODGHEID

PHILIPS-EUGEEN - FERDINAND - MARIE-CLEMENS-BAUDEWYNLEOPOLD-GEORGES VAN SAXEN-COBURG,

GRAEF VAN VLAENDEREN,

Eerbiedig opgedragen

Door pren cotmoedigen en gehoorzamen Dienaer,

L. A. Delathauwer.

BIBLIOTHEQUE DE L'UNIVER. ITÉ

DE GAND

VOORREDE

EN DOEL VAN HET WERK.

Botanica est scientiæ pars, cujus optime, felicissime et minimo negotio plantae cognoscuntur et in memoria retinentur.

BOERHAAVIUS, Hist. 16.

Er bestaen reeds zoo vele boeken in de fransche tael over de Kruidkunde geschreven, dat men het als vermetel zou kunnen aenzien er nog een enkel by te voegen; maer vele werken over dit onderwerp zyn zoozeer met nieuwe grieksche kunstwoorden opgevuld, dat zy dezen die zoekt eene ware kruidkundige kennis te bekomen, dikwils van den regten weg afleiden. Men heeft maer al te veel bemerkt dat men door die nieuwe woorden aen welbekende planten nieuwe namen toebrengt, welke daermede geenszins overeenkomen. Ik heb derhalve ondernomen al die nieuwe, vreemde en gemengde woorden te vermyden, en de wonderbare geheimen der natuer en de kenteekenen der levende gewassen in de nederduitsche tael te beschryven, die immers uit haer eigen kunstwoorden genoeg bezit, om zich van geene vreemde tael te moeten bedienen, en zulks volgens de regelen die by de kruidkundige ocfeningen meest worden gevolgd en door bevoegde regters voor de beste erkend zyn; tevens vermydende die menigte onnutte bastaerdwoorden te gebruiken, waerdoor onze zoo schoone als ryke moedertael maer al te veel ontsierd wordt. Ik heb er my verder bezonderlyk op toegelegd om alles in eenen eenvoudigen styl voor te dragen;

waeraen het toe te schryven is dat ik my hier en daer in den loop van dit werk, by voorkeur heb bediend van uitdrukkingen die alhier aen vele gewesten eigen zyn, en by elk hoofdstuk al de nederduitsche namen van iedere plant, die haer alom in België gegeven worden, heb gevoegd.

Tot heden vinden wy nog geen kruidkundig werk in onze tael dat aen den tegenwoordigen toestand der wetenschap beantwoordt, en daer de leerlingen dikwils verpligt zyn zich van vreemde boeken te bedienen, vervuld met onnutte stelsels waermede men de beoefening der Kruidkunde maer al te veel heeft overladen, heb ik dit werk vooral bestemd tot het eerste onderwys in de Plantkunde, en voor de leerlingen die trachten eene ware kruidkundige kennis te bekomen. Ik heb derhalve gepoogd de zekere en onmisbare punten voor de studie der planten te ontwikkelen. Myn oogmerk is ook de verschillige planten welke den mensch heilzaem zyn, gemakkelyk te leeren onderscheiden van deze die ontstekend of vergiftig zyn; te doen kennen welke geschikt zyn om de ziekten te genezen en aen de behoeften der armen te voldoen, en wat nut zy er uit kunnen trekken: want de Kruidkunde is eene onuitputtelyke bron van heilzame geneesmiddelen, voor alwie de nuttige krachten der planten heeft bestudeerd en wel weet te onderscheiden.

Sommigen gelooven dat de Kruidkunde alleen bestaet in de eenvoudige kennis van den naem der planten, en vooral in deze te kunnen noemen die in de geneeskunde gebruikt worden; maer het voornaemste is de krachten der planten te kunnen onderscheiden en tegen welke ziekten zy kunnen gebruikt worden, dewyl vele planten vergiftige deelen inhouden die, door onwetendheid of gebrek aen kennis, in stede van heilzaem, den mensch nadeelig kunnen wezen welke grove dwalingen een ge

neesheer, die eene grondige kruidkundige kennis bezit, altyd zal vermyden.

Anderen willen ook al de verschillige planten erkennen en onderscheiden door de afbeeldsels in de boeken geplaetst waerin zy dezelve beschreven vinden; maer by elken stap worden zy terug gehouden door moeijelyke hinderpalen, die zy niet kunnen te boven komen. Want zonder de karakters en kenteekens der organen te bestudeeren, door wier toedoen men eene plant kan erkennen en onderscheiden, zal men nooit eene volmaekte kennis erlangen. Daerom moet men eerst beginnen met al de organen der planten te leeren, welke werktuigen verschillige wyzigingen kunnen ondergaen, en dikwils door het zaed nieuwe medesoorten voortbrengen, die met de moederplant somtyds geene gelykenis meer hebben, waervan ik vele bestaende voorbeelden zou kunnen aenhalen; maer myn voornaem oogmerk is, hun die zich op de studie der planter toeleggen, eenvoudige en gemakkelyke beginselen te verschaffen, en de beoefening aengenaem te maken, zonder in het diepste der wetenschap te moeten treden; waeraen ik sedert twaelf jaren al myne uren heb toegewyd. Myn doel is ook niet de beoefende geneeskunde te leeren kennen, noch alle de takken der natuerlyke historie te verhandelen : dit stel ik my geenszins voor, maer wel van al de natuerlyke en nuttige krachten te leeren kennen en de verschillige organen te onderscheiden van meer dan duizend hoofdplanten en derzelver medesoorten, wel tot zes duizend beloopende, die uit alle deelen der wereld in ons land gebragt zyn en er heden gekweekt worden; hierby voegende de vlaemsche namen die haer alom in de verschillige provintien van België gegeven worden, met de fransche en latynsche namen aen elk hoofdstuk, volgens de nieuwe kruidkundige rangschikkingen; de

« VorigeDoorgaan »