Gevoel van waarde, en kracht, en hoogheid, van vermogen , Vereedlen haar gelaat, en vonklen in hare oogen. Zij drilt een zware speer in de uitgestrekte hand , Terwijl de glans der zon op 't gouden harnas brandt , De blanke vederbos golft in de zonnestralen... Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving: behelzende beknopt en ... - Pagina 168 door Pieter Gerardus Witsen Geysbeek - 1836 Volledige weergave -
|