Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

in; zy moeten 's winters gedekt of in potten geplant en in de oranjehuizen bewaerd worden.

HEESCHEKRUID, Hederik, Zangerskruid, Herink, in het fransch Velar, in 't latyn Erysimum, is onder de 5o klasse, 4o sectie van Tournefort gesteld, der kruisbloemdragende planten, met veelbladigen, regelmatigen bloemkrans, uit vier kruislings geplaetste bloembladen bestaende; door Jussieu onder de familie van de kruisvormige bloemplanten, en onder de 15° klasse van Linnaeus, Tetradynamia siliquosa, viermagtigen, welke zes meeldraden hebben, waervan vier altyd langer dan de beide overigen zyn, en hauwtjes of schelpvruchten voortbrengen.

Het Winkel-Heeschekruid (Erysimum officinale van Linnaeus) is eene éénjarige zaeiplant van Europa, die in België aen de kanten der wegen en velden groeit, met braemvormige bladen, zeer diep uitgesneden; bloeit meest in july, met aren en bleekgele, vierbladige bloemen, die vierhoekige, geslotene, kleine hauwtjes, met veel zaedjes gevuld, voortbrengen.

De Hederik of S. Barbaraskruid (Erysimum Barbarea van Linnaeus) is eene tweejarige plant, die ten alle kanten in België en elders, op vochtige plaetsen en aen de grachten zeer overvloedig groeit, met liervormige, lobbige bladen, die aen de stengen als rondachtig zyn; bloeit van juny tot in augusty, met bleekgele bloemen, die kleine geslotene hauwtjes met zeer veel zaedjes voortbrengen.

Het Heeschekruid of Herink, die aen de Wilde Giroffelen gelykt (Erysimum cheiranthoïdes), is eene éénjarige kruidplant, die in België veel in de bebouwde velden ten alle kanten wast, met geheele, lansvormige bladen; bloeit van juny tot in july, met geelachtige witte bloemen.

Het Heeschekruid, dat aen het Knoflookkruid gelykt (Erysimum alliaria), is eene tweejarige kruidplant, die in België in de hagen, aen de kanten der velden en grachten groeit, met hartvormige bladen, die gewreven of gekneusd, eenen sterkriekenden lookgeur verspreiden; bloeit meest in den zomer, met witte, vierbladige bloemen.

Al deze onkruiden, die in de velden wassen, zyn aen de landbouwers zeer hinderlyk; want eens dat deze planten haer ryp zaed in de landen hebben gezet, vermenigvuldigen zy alle jaren op zoodanige wyze, dat zy de andere vruchten doen versterven : daerom moet een landbouwer op tyds zorgen van die uit zyne

akkers te doen wieden.

Het Winkel-Heeschekruid (Erysimum officinale) bezit de krachten van de Fonteinkerse, en wordt zeer geprezen voor de menschen die de stem verloren hebben; door afkooksel met honig bereid, wordt het voor de langdurige vallingen gedronken; met wyn bereid, doet het geweldig zweeten, en is zeer dienstig voor de menschen die koud en stram geworden zyn.

Er wordt van dit kruid, de wortels en bloemen, eene siroop of conserve gemaekt, waeraen de zingers in Italië en elders, de eigenschap toekennen van de heeschheid en schorheid der borst te verdryven, om hunne stem helder te kunnen verheffen; derhalve heeft dit kruid in vele landstreken den naem van Zangerskruid verkregen; maer in Vlaenderen wordt het meest by alle landslieden Herink genoemd, en van sommigen Sinte Barbaraskruid geheeten.

HEIDE, Heiplant, in 't fransch Bruyère, in 't latyn Erica, is onder de 20° klasse, 4° sectie van Tournefort gesteld, der heestergewassen, met eenen regelmatigen of onregelmatigen, éénbladigen bloemkrans; door Jussieu onder de familie van de Heiplanten, en onder de 8° klasse van Linnaeus, Octandria monogynia, achthelmigen, planten die met acht meeldraden bloemen en maer één stampertje hebben.

Men vindt heden op de bloemlysten van onze bloemisten en liefhebbers, meer dan vier honderd soorten van Heiplanten, die allen verschillige namen dragen en onderscheidene gedaenten van bloemen hebben; derhalve zou men, om al die soorten te noemen, en de gedaente der bloemen van elke te beschryven, er een geheel boek moeten van maken. De heeren Royer, vader en zoon, te Gent, bezitten alleen eene schoone zeldzame verzameling van meer dan honderd soorten, waermede zy verscheidene malen in

de tentoonstellingen van den Casino te Gent de eerepryzen behaeld hebben. M. Van Geert, by de Keizerpoort, te Gent, heeft eene allerschoonste verzameling van die heiplanten, die zyne matige serren versieren, en waervan hy den liefhebbers, aen eenen geringen prys, eene collectie bezorgt. Mr L. Van Houtte, te Gentbrugge, die eene verzameling van meer dan 200 soorten bezit, meldt in zyne bloemlyst van het jaer 1843, dat hy twintig schoone soorten, met verschillige bloemen, aen 50 franks aflevert. Alex. Verschaffelt, J.-B. De Saegher, M. Spae, Kortrykschestraet, en veel andere bloemisten te Gent, bezitten allergrootste verzamelingen, die zy aen eenen kleinen prys verkoopen. Volgens sommige naemlysten van bloemisten in Engeland, vindt men aldaer veel bloemkweekers, die ieder wel 300 verschillige soorten hebben, welke meest allen van de Kaep de Goede Hoop oorspronkelyk zyn, en nog alle jaren door de varieteiten die men uit het zaed bekomt, vermeerderen. Zy worden op de wyze van de Azaleas en Kalmias in den heigrond gezaeid, maer begeeren in 't algemeen op belommerde plaetsen, in de oranjehuizen of matige serren, gekweekt te worden, en moeten, terwyl zy bloeijen of groeijen, by drooge saizoenen dikwils besproeid

worden.

De boomachtige Heide (Erica viridi purpurea) is een heesterhoutgewas van Portugael, dat in België 's winters in de oranjery wordt bevryd; het groeit met eenen wolligen, boomachtigen steng, meer dan 2 meters hoog, met bladen in vier verdeeld, die zeer uitgebreid zyn; bloeit met ingeslotene, vorkswyze geschikte meeldraden, verlengde, klokvormige bloemkransen en witte, verspreide bloemen. Deze soort verandert door de bladen, die viervoudig zyn.

De kruidige Heide (Erica herbacea) is eene kruidplant van Oostenryk, die in België in de kruidhoven wordt geplant; zy groeit met kleine stengen en vyfvoudige, smalle, uitgebreide bladen, en bloeit met roode bloemen, die langs eene zyde gekeerd zyn.

Nu ga ik de heiplanten beschryven die aen het koningryk van België eigen zyn, en ten alle kanten op drooge, dorre, zandach

tige, vlakke gronden, bosschen en heiden, klein en heestergewys groeijen.

De gemeene Heide (Erica vulgaris) groeit met lage stengen en pylvormige bladen, die tegenover elkander staen; bloeit in april, en somtyds van augusty tot in september, met tweehoornige, inwendige meeldraedjes, ongelyke, klokvormige, middelmatige bloemkransen en purperachtige roode en somtyds witte bloemen; er zyn medesoorten met roode bloemen en ruwe bladen, die somtyds ook in september bloeijen.

De Bessem-Heide (Erica scoparia) groeit veel in de Ardennen, in de gebergten omstreeks Luik en in Oost-Vlaenderen te Maldeghem, met donkergroene bladen, en bloeit met klokvormige kransen; de bloemen zyn kort van duer en verwelken weldra na het bloeijen.

De aschgrauwe Heide (Erica cinerea) groeit veel in de Kempen, en te Lembeek in Oost-Vlaenderen, met kleine, dunne stengen en drievoudige, gladde, smalle bladen; bloeit met eironde, trosvormige, witachtige, vereenigde bloempjes; er is eene medesoort die roodachtige bloempjes draegt.

De hoofdvormige Heide (Erica tetralix) groeit in de provincie Antwerpen, in Vlaenderen en elders in de heiden, met stengen en viervoudige bladen die gehaerd zyn; bloeit met eironde bloemkransen op de toppen, en purpere, rooskleurige en ook witte bloemen, volgens de medesoorten, die in de lente en ook in den herfst in België bloeijen.

De gehaerde Heide (Erica ciliaris) groeit met stengels en drievoudige, gehaerde bladen; bloeit met enkele, ingeslotene meeldraden, eironde bloemkransen die groot en open zyn, en trosvormige aren die naer eene zyde op de toppen der stengen rooskleurige bloemen dragen. Deze plant groeit ook in de zeeduinen, tusschen Duinkerke en Ostende; maer het schynt dat zy van Portugael oorspronkelyk is.

Om de Heiplanten wel aen te kweeken, moeten zy met dolkens aen de wortels uit de natuerlyke groeiplaetsen gehaeld worden, bezonderlyk die door het zaed in den heigrond gezaeid zyn; want hare wortels schieten doorgaens digt aen de oppervlakte der

aerde; hoe min de grond omgeroerd wordt, hoe beter de planten aerden. Het is een ieder bekend, dat de magere, zandachtige gronden waerop sedert eenige eeuwen Heide heeft gestaen, die men dan uitroeit, merkelyk verbeteren door de blaedjes die alle jaren afvallen en op den duer een Heilage vormen, welke de gronden, nadat zy diep omgeploegd zyn, tot het zaeijen van vruchten kan brengen; maer op die Heiplanten wordt er weinig acht genomen ; iedere gemeene gemeene landman haelt die af, om te branden of zynen oven mede te heeten; er wordt ook veel van dit heestergewas gebruikt om bessems te maken; anderen steken die Heivlakten gansch af, om assche te branden en andere landen te vetten. De landen waer Heide groeit, kunnen tot den veldbouw gebragt worden, en gemest, goede vruchten voortbrengen; de menigvuldige heigronden, welke men heden in de Kempen tot het zaeijen van vruchten bereid, zullen ons wel overtuigen, dat die goed Koorn kunnen geven.

In Engeland en Schotland, worden die Heiplanten in den zomer veel de jonge toppen afgesneden, om 's winters de schapen en andere kruidetende dieren mede te voeden. De Heiplanten gedroogd en de bladen afgedorscht, zyn zeer dienstig om bedden en kussens mede te vullen, om de menschen op te slapen; zy worden door veel doktors in Engeland voorgeschreven, om de overvloedige vochtigheden van de waterzuchtige menschen te doen verteren en hunne zenuwen te versterken, en zyn voor veel gezonder dan alle andere bedding geacht. De Heide is merkelyk heet en droog van natuer, derhalve heeft zy eene verterende en scheidende kracht, en kan daerom alle vochtigheden doen vergaen; de bloemen gedroogd zyn zoo goed als de Vlierbloemen, om op het wildvuer of roos te leggen.

HEIDENSCH WONDKRUID, in 't fransch Sarracenie, in het latyn Sarracenia, is door Jussieu onder de familie der onzekere planten gesteld, en onder de 13° klasse van Linnaeus, Polyandria monogynia, veelhelmigen, met een stampertje, wier meeldraden, van twintig tot honderd, op het vruchtbeginsel vastgehecht zyn.

Het purper Heidensch Wondkruid (Sarracenia purpurea van

« VorigeDoorgaan »