Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Het zwart Handekenskruid (Satyrium nigrum van Linnaeus of Orchis nigra van Willdenow) groeit veel in België, in de gebergten, belommerde bosschen en elders, met handvormige wortels, stengen en lynvormige, lange bladen; bloeit meest in juny, met gelipte bloemblaedjes en omgekeerde honigkelkjes, die witachtig rooskleurig of roodachtig gevlekt zyn. Deze twee planten hebben den naem van Handekenskruid (Satyrium) verkregen, omdat de wortels eenigzins de gedaente van de palm der hand en vingers hebben.

Het Geiten-Bollekenskruid (Satyrium hircinum van Linnaeus of Orchis hircina van Willdenow) groeit veel in België, in de vette, kleiachtige gronden, bosschen en bergen van Henegouwen, Braband en Oost-Vlaenderen, omstreeks Ronsse, met drie bollekens, en somtyds zonder verdeeling, die de wortels vormen, en met lansvormige bladen en stengen van omtrent 25 centimeters hoog; bloeit meest in juny, met trosjes op de toppen en gelipte bloemblaedjes in de honigkelkjes, die rooskleurig of purperachtig gevlekt zyn, volgens de medesoorten.

Het wit Bollekenskruid (Satyrium albidum van Linnaeus of Orchis albida van Willdenow) groeit veel in België, in de gebergten der Ardennen en de provinciën Luik, Namen en elders, in de vochtige bosschen, weiden, enz., met bolvormige wortels in bussels vereenigd, en met stengen en lansvormige bladen; bloeit meest in july, met gelipte bloemblaedjes in de honigkelkjes en keine, geslotene bloempjes, die een wit kleur hebben, maer somtyds wit purperachtig gevlekt zyn.

Het kruipende Handekenskruid (Satyrium repens) groeit in België, in de provincie Luxemburg, in Duitschland, Zwitserland en elders, met bollekens, vezelachtige wortels, ovale bladen en kruipende stengen; bloeit meest in july, met eenzydige bloemen en drie behaerde, samengelymde bloembladen, die een witachtig kleur hebben.

Het Handekenskruid (Sytyrium epipogium van Linnaeus) is eene kruidplant van Siberiën, die in België veel in de bloemhoven wordt geplant; zy groeit met bolvormige, ineengedrongene wortels, getande bladen, en stengen die in scheeden steken;

bloeit meest op het einde van mei, met bleeke, lipvormige bloembladen in de honigkelken, die purperachtig gestreept zyn.

Er worden alhier vele uitheemsche Handekenskruiden in de matige serren gekweekt, zooals de Satyrium Tabulare, van den berg Tabul; de Satyrium giganteum, S. aculeatum, S. Capense, S. hians, S. pedicellatum, allen van de Kaep de Goede Hoop. De Satyrium plantagineum, met veel andere soorten van Amerika overgevoerd, worden om hunne wonderbare gedaente en bloemen by veel liefhebbers gekweekt, en door het ryp zaed met zorg in den heigrond gezaeid of door de bolwortels aengekweekt en op de wyze van het Standelkruid vermenigvuldigd, daer zy, volgens de oude en nieuwe Kruidbeschryvers, ook dezelfde krachten bezitten. Het Handekenskruid dat in België in 't wilde groeit brengt ook door het zaed verschillige medesoorten voort, die dikwils door de kleuren der bloemen zeer verschillen, al is het dat zy van dezelfde planten voortkomen.

HANENKAM, in 't fransch Crête de coq, Célosie, Passe-Velours, in 't latyn Celosia, door Tournefort Amaranthus genoemd, en onder zyne 6° klasse, 1° sectie gesteld, der roosachtige bloemen, met éénbladigen, regelmatigen bloemkrans; door Jussieu onder de familie van de Fluweelbloem, en onder de 5o klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, vyfhelmigen, planten die met vyf meeldraden bloemen en maer een stampertje hebben.

De gefranzelde Hanenkam (Celosia cristata) is eene éénjarige zaeiplant van Azië; zy groeit met stengen en steellooze, eironde, langwerpige bladen, en ronde stelen die soms als gestreept zyn; bloeit met langwerpige, trosvormige aren, die een donker rood fluweelkleur hebben. Deze soort verandert door de bladen, die somtyds breed en somtyds smal zyn.

De trosvormige Hanenkam (Celosia paniculata) is eene éénjarige zaeiplant van Jamaïka; zy groeit met ovale, langwerpige bladen en hooge stengen, met trosvormige aren, die zich zydelings uitbreiden en de toppen met hun rood fluweelkleur versieren.

De driestamperige Hanenkam (Celosia trigynia) is eene éénjarige kruidplant van Senegal, op de kusten van Afrika; zy groeit

met ovale, langwerpige bladen en stengen met hangende bloemtrossen, die een rood karmynkleur hebben en met drie stampertjes bloeijen.

De zilverachtige Hanenkam (Celosia argentea) is eene éénjarige kruidplant van China; zy groeit met lansvormige bladen, steelschubbetjes, die als eene zeissen verbeelden, en hoekige stengen; bloeit met ruwe aren.

De hoogroode Hanenkam (Celosia coccinea) van de Indien, met veel medesoorten, worden alle jaren van in maerte, op lauwe belommerde broeibakken en in de matige serren gezaeid, en jong met dolkens in potten verplant, om geheel den zomer in de matige serren te verblyven; terwyl zy bloeijen, moeten zy veel water hebben om hunne volmaekte gedaente te behouden en ryp zaed te verkrygen. Het zaed van deze planten wordt in het land hunner af komst vergaderd, om alle soorten van pluimgedierten te voeden, vooral de papegaeijen, die er zeer op verlekkerd zyn.

HANENKOP, Bylkenskruid, Heilighooi, in 't fransch Sainfoin, in 't latyn Hedysarum, door Tournefort Hedysarum onobrychis Athagi genoemd, en onder zyne 10° klasse gesteld, der vlindervormige bloemen; door Jussieu onder de familie van de peulvrucht-dragende planten, en onder de 17° klasse vanı Linnaeus, Diadelphia decandria, tweebroederigen, die met tien helmstyltjes bloemen, welke met hunne helmdraden tot twee afzonderlyke lichamen zyn samengegroeid.

Meer dan tachentig soorten zyn heden van de Kruidzoekers bekend; het schynt dat elke wereldstreek haren Hanenkoppen heeft, die aen het land eigen zyn de leeraer Linnaeus alleen telt in zyne Rangschikking 68 soorten, die in de vier deelen der wereld groeijen; ik zal my bepalen met degenen te beschryven, die in België, Frankryk en elders, in de velden worden gezaeid, om droog en groen de kruidetende te voeden, en ook die om hunne bloemen 's winters moeten bevryd zyn.

Het dik Heilighooi (Hedysarum onobrychis van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die in België, in de

velden, weiden, drooge en vochtige meerschen wordt gezaeid, en groeit met gevleugelde bladen en getakkelde stengen, omtrent 35 of 40 centimeters hoog, met blaedjes aen de stelen in het midden geribd, die eenigzins aen de Linzen of Vitsenbladen gelyken; bloeit op het einde van mei of met het beginne van juny, met vlindervormige, roodachtige bloemen, die de gedaente van eenen Hanenkop verbeelden, waerdoor die plant den naem van Hanenkop verkregen heeft, en langachtige, platte, peulvruchten, die veel roosachtige zaden inhouden, welke de gedaente van een bylken hebben, waerom de plant ook wel Bylkenskruid wordt genoemd. Zy wordt op de wyze van de spaensche Klavers gezaeid, maer is toch zoo voordeelig niet, dewyl men er maer eene sneê 's jaers en toemaet van bekomt; maer voor de dorre, keiachtige gronden, waer geene klavers kunnen groeijen, is die plant zeer goed om door alle kruidetende dieren te laten afweiden.

De Hanenkop (Hedysarum caputgalli) is eene kruidplant, die jaerlyks vroeg in de lente in België en Frankryk, in de velden en weiden wordt gezaeid, en groeit met gevleugelde bladen en wyduitgebreide stengen; bloeit op de toppen, met kamvormige, getande bloemen, die korte vleugels hebben en peulvruchten met een zaedje voortbrengen.

De gekamde Hanenkop (Hedysarum cristagalli) verschilt weinig van den voormelden dan door de bloemen, die eenen getanden of afgesneden kam verbeelden. Deze planten, in goede gronden gezaeid, kunnen twee of driemael binnen den zomer afgesnoeid worden, om droog of groen aen de kruidetende dieren te geven, die er zeer op verlekkerd zyn.

De uitheemsche Hanenkop (Hedysarum canadense) is eene langlevende kruidplant van Canada en Virginië, die in België in de bloemhoven wordt geplant, en groeit met enkele, donkergroene bladen en blinkende stengen, omtrent 50 centimeters hoog; bloeit meest in juny, met trossen en geelachtige bloemen.

De harige Hanenkop (Hedysarum hirtum) van Virginië, groeit met donkergroene, eironde bladen en kruidachtige stengen; bloeit in july, met langwerpige aren en bloemkelkjes met vruchten en opgerezene haren. Deze plant heeft het eerste jaer, in onze

bloemhoven, verminkte maer vruchtbare bloemen; het tweede jaer is zy wit van bloemen.

De beweegbare Hanenkop (Hedysarum gyrans) is eene kruidplant van de Indiën, die met donkergroene bladen groeit. Deze plant is van Bengalen naer Europa overgevoerd, en is merkwaerdig door de beweging harer bladen, welke sterker is naer mate het weder warmder is.

De Hanenkop van de Alpische gebergten (Hedysarum alpinum) groeit meest in Zwitserland, met gevleugde bladen en regte stengen, met korte steelschubbetjes en 17 ovale, lansvormige bladen; bloeit meest in july, met geelachtige bloemen, die gladde, hangende, lidverdeelde peulvruchten voortbrengen.

De Hedysarum umbellatum van de Oost-Indiën, groeit met donkergroene bladen en houtachtige stengen, en bloeit met schermdragende bloemen, die korter dan de bladen zyn. Al deze vreemde planten worden 's winters in de oranjehuizen bevryd; maer de Hedysarum obscurum kan onze koude winters wel wederstaen. Zy kunnen allen door het zaed aengekweekt worden; het zaed van den Hanenkop of dik Heilighooi (Hedysarum onobrychis) heeft eenen zeer bitteren smack; met wyn of bier gekookt en gedronken, zuivert het de verstoptheid van lever en milt, en met melk gezoden, doodt het de wormen der jonge kinderen.

HANENSPOOR, Hanenspoor-boom, in 't fransch Germaine, Plectranthe, in 't latyn Plectranthus, is onder de familie van de gelipte bloemplanten gesteld, wier boord als in twee lippen is verdeeld, en onder de 14° klasse van Linnaeus, Didynamia gymnospermia, tweemagtigen, planten welke vier meeldraden hebben, waervan twee langer zyn dan de anderen, welke allen op eenen onregelmatigen bloemkrans zyn ingehecht en nackt zaed dragen.

De Hanenspoor-boom (Plectranthus fruticosus van l'Héritier) is een langlevend, houtachtig heestergewas van de Kaep de Goede Hoop, dat enkelyk sedert eenige jaren in België is overgevoerd en heestergewyze groeit, maer omtrent 60 of 70 centimeters hoog, met donkergroene, hartvormige bladen; bloeit meest van

« VorigeDoorgaan »