Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

getakkelde stengen, wel omtrent 4 meters hoog, met bontachtige groene en witte bladen; bloeit van july tot in september, met trosvormige aren en schoone violetachtige bloemen, die peulvruchten voortbrengen. Deze plant schikt zich zeer wel om aen de muren te planten en priëlen mede te bekleeden, die zy door hare bladen en bloemen zeer lommerryk versierd.

De Glycine Apios van Linnaeus is een langlevend kruidgewas van Virginië, dat met windende stengen, meer dan 2 meters hoog, en gevleugelde bladen groeit, en alhier van juny tot in oogste bloeit, met trosvormige bloemen, die een roodachtig purper kleur hebben.

Deze schoone gewassen kunnen zeer wel onze koude winters wederstaen, en voortgekweekt worden door inleggers van jonge rankjes met de lente in den heigrond te leggen, die binnen het jaer wortel vatten om met de toekomende lente te verplanten, en met zorg van hunne moederplant te scheiden. De peulvruchten van deze gewassen worden in de landen van waer zy afkomstig zyn veel gebruikt om de pluimgedierten mede te voeden.

GNIDIANE, in 't fransch Gnidienne, in 't latyn Gnidia, is door Jussieu onder de familie van den Miserieboom of Bergpeper gesteld, en onder de 8° klasse van Linnaeus, Octandria monogynia, achthelmigen, planten die met acht meeldraden bloemen en maer een stampertje hebben.

De eenvoudige Gnidiane (Gnidia simplex van Linnaeus) is een langlevend houtgewas van de Kaep, dat in België is overgevoerd, en heestergewyze, zeer getakkeld groeit, met lynvormige, scherppuntige bladen; bloeit meest in juny, met kleine, gele, vereenigde bloempjes, die inzonderlyk 's avonds in den zomer eenen zoeten, aengenamen geur verspreiden.

De Gnidiane met Pynboom-bladen (Gnidia pinifolia) is een langlevend heestergewas van Ethiopië; het groeit met lynvormige bladen aen de takjes digt verspreid, en bloeit met wit gewolde bloempjes, die aen de toppen ringwyze zyn geschikt en eenen zeer aengenamen geur inhouden.

De Gnidiane met tegenovergestelde bladen (Gnidia oppositi

folia) is een langlevend houtgewas van de Kaep de Goede Hoop; groeit met stengen en kleine, ovale, eironde, gladde bladen, en bloeit van july tot in september, met zeer bevallige gele bloempjes op de toppen, die kleine beziën met een kerntje voortbrengen. Onze bloemisten hebben onlangs de Gnidia aurea, de Gnidia radiata en de Gnidia tomentosa van Ethiopië, met de Gnidia Daphnaefolia van Madagascar, verkregen, die allen in de matige serren om hare lieflyke bloemen worden gekweekt, alwaer zy somwylen, volgens de warmte die men er aen toebrengt, vroeg in den zomer bloemen. Zy kunnen door het korrelzaed, op de wyze van de Azalias, aengekweekt, en door inleggers en afzetsels op warme broeibakken onder het glas, in den heigrond, op belommerde plaetsen, vermenigvuldigd worden.

GODSGENADE-KRUID, Purgeer-kruid, Arm-manskruid, in 't fransch Gratiole, Herbe aux Gueux, Herbe au pauvre Homme, in 't latyn Gratiola, door Tournefort Digitalis genoemd, en onder zyne 3 klasse, 3 sectie gesteld, der grynzende bloemplanten, met éénbladige, regelmatige bloemkransjes; door Jussieu onder de familie van het Schurftkruid, en onder de 2o klasse van Linnaeus, Diandria monogynia, tweehelmigen, planten die met twee meeldraden bloemen en maer een stampertje hebben.

Het Winkel-Godsgenade-kruid (Gratiola officinalis van Linnacus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die in België op sommige plaetsen in de lommerachtige bosschen groeit, en zeer veel in de kruidhoven wordt geplant; zy heeft stengen van omtrent 30 of 35 centimeters hoog, en lynvormige, stengomvaltende, groene blaedjes, die eenigzins aen de Hyzope gelyken; bloeit alhier meest van juny tot in july, met witachtige gele of purperachtige bloempjes op de bloemsteeltjes, die okselachtig tusschen de bladen en stengen staen, met oneffene bloemblaedjes en trechtervormige kelkjes, die uitwendig eene halfronde gedaente vertoonen en zaedhuisjes met veel zaedjes voortbrengen.

Deze plant, waervan men eene medesoort met lansvormige bladen heeft, bezit eenen zeer bitteren, zuervringenden smaek en is zeer warm en droog van krachten. Al de deelen van geheel deze

plant, zegt de leeraer Van Quelen, houden eene sapachtige, zure en hardvochtige stoffe in; eenige deelen daervan ingenomen, verhitten welhaest de verteerbuizen der ingewanden en veroorzaken zeer spoedig eene groote, overvloedige buiklossing, die de slymachtige vochten uit den onderbuik zeer geweldig afdryft; zy doen het gansche lichaem roeren en purgeeren, en jagen alle kwade vochten van de galblaes en de taeije, waterachtige slymen uit het lyf. Deze plant, om hare schielyk werkende kracht, is onder den naem van Turbitswortel in het geneesmiddel van Leroy gemengd; maer zy wordt door veel geneesheeren, en bezonderlyk door den kundigen heer Orfila, onder het getal der verhittende en doodelyke planten gesteld, die den mensch groote gevaren kunnen veroorzaken, inzonderlyk als dit kruid niet met alle voorzigtigheid door eenen ervaren doktor voorgeschreven wordt; de kwakzalvers en kruidverkoopers bevelen dikwils aen de goede, eenvoudige menschen, die hun te rade gaen, dit verhittend kruid als een uitmuntend middel aen, om eene groote menigte ziekten te genezen, zonder somwylen deszelfs hinderlyke krachten te kennen, die ongelukkige gevolgen kunnen veroorzaken.

Dit purgeerkruid echter met mate en onder andere verzachtende geneesmiddelen, door eenen ervaren doktor voorgeschreven, is zeer goed tegen de koortsen, opent de verstopte lever en milt, dryft het water door den kamergang af en verlost den mensch van alle taeije slymen.

Het sap van het Godsgenade-kruid, in zalve, met olie van roozen en was bereid, en als plaesters gebruikt, is zeer dienstig om de oude zeeren en wonden te genezen. Dit kruid is zeer hinderlyk aen de paerden, die volgens ervarene veeartsen er zwak en traeg van worden; daerom wordt dit kruid in Italië en ZuidFrankryk, alwaer het veel in de weiden groeit, Stanca cavalla, paerden vermagerend kruid, genoemd.

Het Godsgenade-kruid, met ronde ovale bladen (Gratiola rotundifolia) van Algiers, en het Virginiaensch Genadekruid (Gratiola Virginica), met lansvormige, plompe, getande bladen, worden om hunne lieflyke bloempjes in de kruidhoven geplant, en allen door wortelscheiding in de lente aengekweekt. Dezc planten

werden van de oude Kruidbeschryvers meest Gratia Dei geheeten, waerdoor ry den naem van Godsgenade-kruid verkregen hebben.

GOMBOOM, Arabische Gom, in 't fransch Gommier arabique, in 't latyn wel Gummis arabicus genoemd, is de Mimosa nilotica, door Jussieu onder de Acaciaboomen die peulvruchten dragen, gesteld, en onder de 23° klasse van Linnaeus, Polygamia monoecia, veelechtigen-eenhuizigen; mannelyke en vrouwelyke bloemen van elkander gescheiden, op denzelfden boom.

De Arabische Gomboom (Mimosa nilotica van Linnaeus of Acacia vera van Willdenow), is een groot langlevend boomgewas van Egypten; groeit met doorns aen de takken verspreid en steelschubbetjes versierd, met groene, drievoudige, gevleugelde bladen, en bloeit meest in juny, met bolvormige aren op de toppen. der bloemstelen, en veel schoone, witachtige roozebloemen, die veel peulvruchten voortbrengen. Het is uit dit boomgewas dat men, door insnyding der schors, de beste arabische Gom trekt, die door de warmte der zon eene hardigheid bekomt, en dan in Egypten en andere warme landen vergaderd wordt om door den handel naer vreemde gewesten te verzenden; zy wordt alhier by de apothekers verkocht, en smilt zeer ligt in het kokend water. Deze gom wordt als zeer voedzaem en gezond geprezen, en als een krachtig middel door de doktors voorgeschreven, om de inwendige ontstekingen des lichaems te verdryven en de verkoudheden der borst, die de ademhaling beletten, te genezen; zy wordt ook veel met andere verzachtende middelen den zieken voorgeschreven. De beste gom die men daertoe gebruikt, is die welke een wit kleur heeft.

Men vindt ook alhier in België eene soort van gom, die uit de Abrikoos-, Krieken, Pruim- en Amandelboomen vloeit, maer die toch zoo nuttig en voedzaem niet is als de arabische Gom. Hoewel zy dezelfde eigenschappen niet bezit om in de medecynen te gebruiken, wordt die inlandsche gom echter veel van de schoen- en hoedenmakers in het kokende water gesmolten, en gebruikt om de schoenen en hoeden mede te bereiden. Eindelyk vindt men hier nog by de apothekers de senegalsche

gom, die maer zeer weinig van de arabische gom verschilt. Die Gomboomen kunnen in België den winter niet wederstaen; zy worden by sommige liefhebbers in de matige serren gekweekt en op de wyze van de Acacia of Mimosa sensitiva aengekweekt.

GOODIA, in 't fransch Goodia, in 't latyn Goodia, is onder de familie van de planten die peulvruchten dragen gesteld, en onder de 17° klasse van Linnaeus, Diadelphia decandria, tweebroederigen, tienhelmigen; de meeldraden zyn met hunne helmdraden tot twee afzonderlyke lichamen samengegroeid.

De vogelvitsbladige Goodia (Goodia lotifolia) is een nieuw, langlevend, klein, heesterachtig houtgewas van Nieuw-Holland; het groeit met getakkelde stengen en drievoudige bladen, te samen aen de takjes verdeeld, omtrent 70 of 80 centimeters hoog, en bloeit meest in juny, met groote, trosvormige aren, en schoone gele, saffraenkleurige bloemen, roodachtig gevlekt, die eene lieflyke versiering maken en eenen aengenamen geur verspreiden.

Deze nieuwe plant kan in onze luchtgesteldheid maer aen tien of twaelf graden koude wederstaen; derhalve moet zy op eene warme standplaets geplant en 's winters met dorre bladen bedekt worden; maer om een zoo schoon bloemgewas niet te verliezen, is het beter dat men die plant in de oranjehuizen bevryd, alwaer zy somtyds van in mei bloeit. Zy kan door het ryp korrelzaed, dat men eerst vier-en-twintig uren in het water laet weeken, in den heigrond worden gezaeid en door afzetsels, inleggers en uitspruitsels op warme broeibakken, onder het glas, in de lommer aengekweekt worden; maer de jonge planten moeten de eerste jaren in de oranjehuizen gekoesterd zyn.

GORDONIA, in 't fransch Gordonia, in 't latyn Gordonia, is onder de familie van de Maluweplanten gesteld, en onder de 16 klasse van Linnaeus, Monadelphia polyandria, éénbroederigen, met veel helmstyltjes, wier helmdraden zyn samengegroeid.

De gladbladige Gordonia (Gordonia lasianthus van L'Heritier), is een langlevend boomgewas van de Caroline, in Amerika, dat

« VorigeDoorgaan »