Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

omvattende, steellooze bladen die zweerdwyze versmallen, en bloeit meest van july tot augusty, aen de toppen der stengen, met blauwe bloemen en vier bladen in de bloemkransjes, die een bloot schoteltje vormen.

De groenblinkende Gentiaen (Gentiana verna van Linnaeus) is eene langlevende plant van de Alpische gebergten, die in België in de kruidhoven wordt gekweekt, en meest in mei bloeit, met trechtervormige bloemkelken en donker-blauwe bloemen.

De purpere Gentiaen (Gentiana purpurea) is eene langlevende plant van Italiën; zy groeit alhier in de kruidhoven, met breede, puntige bladen, en stengen van omtrent 15 centimeters hoog, en bloeit meest in augusty, met klokvormige, purpere bloemen, die geel afgeslipt en ringwyze aen de toppen geplaetst zyn.

De groote of gele Gentiaen (Gentiana lutea) is eene langlevende plant van Zuid-Europa, die in Duitschland en ook in de provincie Luxemburg groeit, maer alhier in de kruidhoven wordt geplant; zy wast met stengen, op goede standplaetsen wel 1 meter hoog, en bloeit meest in july, met gele bloemen die ringwyze geschikt zyn en afgestipte bloemkransjes hebben.

De Gentiana germanica en de Gentiana ciliata, worden ook in België, omstreeks Spa en Luik in 't wilde gevonden. De Gentiana asclepiadea van Linnaeus, groeit meest in Duitschland, Oostenryk, en wordt alhier in de kruidhoven geplant; bloeit meest in july, met allerschoonste klokvormige bloemen.

De Veld-Gentiaen (Gentiana campestris van Linnaeus) is maer eene éénjarige gemeene kruidplant; zy groeit in België, veel in Henegouwen, Namen, Braband en Vlaenderen, in de vette velden omstreeks Dendermonde, en bloeit meest in september, met in twee verdeelde bloemkelken, gebaerde bloemkransjes en schoone violetkleurige bloembladen.

Men vindt nog by onze bloemisten, de Gentiana alba, Gentiana barbata, G. bavarica, G. brachyphylla, G. Catesbaei, G. gaudiana, G. Grahamii, G. hybrida, G. macrophylla, G. ochroleuca, G. pallida, G. punctata, G. saponaria, G. septemfida, G. Thomasii, en meer andere soorten, die allerschoonste bloemen dragen en door het ryp zaed, in den lossen grond met

heigrond vermengd, en veel door wortelscheiding in de lente aengekweekt worden.

Al de Gentianen zyn van over zeer oude tyden om hare deugden in alle landen bekend, dewyl zy, volgens Plinius, den naem van Gentiana verkregen hebben naer dien van den koning Gentius, die in Illyriën en Slavoniën regeerde, al de krachten en eigenschappen van deze heilzame planten ontdekt en aen zyn volk heeft bekend gemaekt. Het zyn de wortels van de Gentiana cruciata, met die van de Gentiana punctata, de Gentiana ciliata en ook de bavarica, die meest al de deugzame krachten bezitten, en warm en droog van aerd tot in den derden graed zyn. De kunstscheiders hebben er by het ontbinden eene bittere zuerstoffe in bemerkt, waeraen den naem van Gentiana in de geneesmiddels wordt gegeven, die door de apothekers verkocht en voorgeschreven wordt, om de spannende spieren en vezels van het lichaem te herstellen; die wortels worden ook gebruikt voor de afgaende koortsen; zy geven in veel omstandigheden aen de deelen des lichaems eene bezondere beweging, bemiddelen de maeg, en dryven de vertering der spyze aen; zy worden gemeenlyk van de landlieden op wyn geweekt, eene once voor eenen halven liter wyn, waervan zy tweemaels daegs een klein ruimertje nemen.

De heer Gabriël Grimaud De Caux, schryft dat de Gentiana, met een weinig fyne eiken schors gemengd, somtyds krachtdadig de Quinquina vervangt; dat de wortels in water gekookt en van hetzelve eenige dagen, 's morgens en 's avonds, een glas gedronken, de koortsen verdryft en zeer dienstig is voor de waterzuchtige menschen, dewyl dit al de kwade vochten door den kamergang afdryft. De wortels van de gele Gentiana worden in Frankryk ook met brandewyn gedistilleerd; maer zy hebben eene dusdanige kracht, dat zy de zwangere vrouwen kunnen doen misvallen; daerom moeten zy zich wel wachten deze wortelen, terwyl zy zwanger zyn, te gebruiken. Lobel heeft ook de wortels van de Gentiana in zynen tyd beschreven, en zegt, dat het water gedronken, waerin die wortels gezoden zyn geweest, degenen geneest die met den steen of graveel gekweld zyn. Eindelyk

vindt men die wortels in alle oude kruidkundige werken beschreven; zy werden ook in de oude tyden tegen de pest en andere besmettelyke ziekten veel gebruikt.

GEZEGENDKRUID, Nagelkruid, in 't fransch Bénoite, in het latyn Geum, door Tournefort Caryophyllata genoemd, en onder zyne 6o klasse, 7° sectie gesteld, der Roosachtige bloemen, met veelbladige, regelmatige bloemkransjes; door Jussieu onder de familie der roosvormige bloemplanten, en onder de 12° klasse van Linnaeus, Icosandria polygynia, twintighelmigen, veelvrouwigen, met een groot getal stampertjes en meer dan twintig meeldraden, op den kelk vastgehecht.

Het Gezegendkruid of Winkel-Nagelkruid (Geum urbanum van Linnaeus) is eene langlevende kruidplant van Europa, die in Vlaenderen, Henegouwen, Braband en elders in België, in de drooge bosschen en kanten der grachten, op belommerde plaetsen groeit, met regte stengen van omtrent 30 of 40 centimeters hoog, en gevleugelde bladen aen de wortels, in drie gespleten met de boorden zaegwyze gekarteld, van een donker groen; de blaedjes aen de stengen zyn enkel en donker-groen; bloeit meest in juny, met gele bloemen op de topjes, die bolvormige, bruinachtige, gehaerde vruchten of zaedbollekens voortbrengen. Geheel deze plant, zoo de bladen als bloemen, heeft eenen welriekenden geur en wordt na het bloeijen vergaderd.

Het Water-Gezegendkruid (Geum rivale van Linnaeus) is eene langlevende plant van Europa, die ten alle kanten in België, in de vochtige meerschen, grachten, staende en loopende waters groeit, in struiken, met stengen van omtrent 30 centimeters hoog, donker-groene bladen aen de wortels en drie zydelingsche, regt overeenstaende blaedjes aen de stengen; bloeit meest van mei tot in juny, met gele, overhellende bloempjes, die lange, ronde, gehaerde, fyngewolde vruchten voortbrengen.

Deze twee planten, die in België natuerlyk groeijen, worden om hare heilzame deugden veel in de kruidhoven geplant; de groene wortels hebben den reuk van de kruidnagels, waerdoor die planten den naem van Nagelkruid verkregen hebben; maer door

het uitdroogen verliezen zy al hunne welriekene eigenschappen. Voordezen, eer de Kina in Europa was bekend, werden zy in de medecynen voor de afgaende koortsen gebruikt.

Het Berg-Gezegendkruid (Geum montanum van Linnaeus) groeit veel in de gebergten van de provincie Luxemburg, Duitschland, Oostenryk en elders, en wordt in onze kruidhoven geplant; het schilt maer weinig van gedaente met den Geum rivale.

Het Virginiaensch Gezegendkruid (Geum virginianum) van Noord-Amerika, groeit met donker-groene bladen aen de wortels en bloeit alhier meest in juny, met witachtige gele bloembladen, die overhellen en kleiner dan de bloemkelken zyn; brengt bolronde vruchten met kromme baerden voort.

Het Bastaerd-Gezegendkruid (Geum hybridum) schynt uit het zaed van den Geum rivale met den Geum montanum bestrooid, gesproten te zyn.

Veel nieuwe soorten zyn heden in België en elders uit het zaed gewonnen, zoo als die met witte bloemen, Geum album, die met hoogroode bloemen, Geum coccineum, die met groote bloemen, Geum grandiflorum, met glanzende bloemen, Geum splendens, die met drie bloemen, Geum triflorum, en meer andere, die allen om hare schoone bloemen, die meest van mei tot in juny bloeijen, by veel liefhebbers in België gekweekt worden. Zy kunnen onze koude wintersche lucht zeer wel wederstaen, door het zaed in de lente en ook gemakkelyk door wortelscheiding aengekweekt worden. De zacijelingen dragen het tweede of derde jaer bloemen. De wortels met het kruid in de kleerkassen gelegd, verjagen al de motten, boekwormen en schieters, en geven aen de kleederen ook eenen aengenamen reuk, inzonderlyk als die alle jaren in den zomer vernieuwd worden.

De landlieden vergaderen in den zomer die kruiden, om de wortels met de bloemen en bladen droog en groen in het water te koken en als thee te drinken; zy zeggen dat het zeer dienstig is om de verstoptheid van lever en milt te openen, de borst te zuiveren, en de pyn der darmen en van gansch het ingewand te verzachten. De doktor Bouchin heeft ook veel deugden van die

[ocr errors]

planten beschreven, die hy met wyn heeft gekookt, om de verstoptheid van lever en milt te verdryven.

GINKGO, Japaensche Notenboom, Veertig Kroonenboom, in 't fransch Arbre aux quarante Écus, in 't latyn Salisburia, Ginkgo, is onder eene onzekere familie gesteld, en onder de 21 klasse van Linnaeus, Monoecia polyandria, eenhuizigen met veel helmstyltjes; er zyn mannelyke en vrouwelyke bloemen, welke op ééne steng aengetroffen worden.

De Ginkgo biloba van Linnaeus, of Salisburia adiantifolia van Willdenow, is een langlevende boom van Japan, die in het eiland Nipon en elders in de Indiën groeit, van over meer dan eene eeuw in Europa, door M. Salisburi, overgevoerd en in België verspreid is, alwaer hy eene tamelyke hoogte en dikte bekomt; hy wast zeer getakkeld, met grysachtige schors en schoone, groene, blinkende, verniste, breede, gesteelde, tweelobbige bladen, die nooit door den regen vochtig worden. De mannekens bloemen van deze boomen bloeijen met katjes, en de wyfkensbloemen met katjes en meeldraedjes, die vleezige, pruimvormige vruchten voortbrengen, welke van binnen witte pitkerns hebben. Die rype vruchten, op de wyże van de Kastanjen gebraden, zyn zeer voedzaem, en worden veel met andere spyzen in de huishoudens bereid en als Kastanjen geëten.

Deze boom wordt nog door afzetsels of inleggers van tweejarige takjes op belommerde plaetsen, in maert of april, aengekweekt; maer gelyk die zeer moeijelyk wortel vatten, heeft men poogingen gedaen om deze op warme broeibakken te stekken, alwaer zy, met zorg gekoesterd, binnen den zomer wortel vatten. Zy worden heden ook wel door de korrels in de oranjehuizen of in lauwe broeibakken geplant; maer die jonge boompjes, moeten de vier eerste jaren 's winters in de oranjehuizen verblyven; dan langzaem aen onze lucht gewend, kunnen zy de winters doorbrengen. Men vindt alreeds in den Kruidhof te Parys geheele dreven met die boomen in de vrye lucht geplant, die zy door hunne schoone groenblinkende bladen zeer lieflyk versieren.

« VorigeDoorgaan »