Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

kunnen bereid worden, en met conserve uit het sap van roozen, volgens de gesteldheid der kranken en eisch der ziekte, voorgeschreven moeten wezen. Eindelyk, om zonder hindernis te werken, kan men de Senebladen in vleeschsap zieden en te drinken geven, hetgeen aen de zwaermoedige of treurende menschen, die met lever- of miltziekte zyn gekweld, zeer voordeelig is; want zy veroorzaken blydschap, en nemen de kwade humeuren weg.

De Cassiaboom van Maryland (Cassia marylandica) is eene langlevende plant van Noord-Amerika, die met stengels en gevleugelde bladen, omtrent 1 meter hoog groeit, en alhier van augusty tot in october bloeit, met zeer veel bloemtrossen en zeer fraeije gele bloemen, die op de twee bovenste bloembladen schoon blozend rood gestreept zyn. Deze plant, die aen onze koude winters wel wederstaet, schikt zich zeer wel om aen de boorden der lusthoven te planten, en kan door het zaed en wortelscheiding vermenigvuldigd worden, maer moet by drooge zomers veel water hebben.

De gepyple Cassia (Cassia officinalis, Cassia fistula) is een langlevend klein boompje van de Indiën, dat veel in Egypten groeit, en van daer in België is overgevoerd; het heeft lange bladstelen en vyf eironde, scherpe, gladde bladen, en bloeit in den zomer met groote bloemtrossen en gele bloemen, die ronde peulvruchten voortbrengen, wel 15 centimeters lang, met houtachtige schelpen en veel zaden, die ook in de geneesmiddelen worden gebruikt.

De Cassia bicapsularis met zaedvruchten, de Cassia floribunda van de Indiën, de Cassia ligustrina, en meer andere soorten, worden allen by onze bloemisten in de matige serren, om hunne schoone bloemen gekweekt, en kunnen door het zaed vermenigvuldigd worden.

CASUARINA, in 't fransch Casuarina, in 't latyn Casuarina, is onder de familie van de kegelvormige vrucht-dragende boomen gesteld, en onder de 21° klasse van Linnaeus, Monoecia monandria, eenhuizigen, boomen welke mannelyke en vrouwelyke bloe

II.

2

BIBL. UNIV.

GENT

men dragen, welke op ééne steng of stam aengetroffen worden en éénslachtig zyn.

De gestreepte Casuarina (Casuarina striata), welke in verschillende rigtingen strepen vertoont, is een langlevend boomgewas van Nieuw-Holland, dat in het land zyner afkomst een groote dikke boom wordt, maer alhier, in de oranjehuizen gekweekt, maer klein blyft en meest in april katjes draegt, die weinig glans hebben.

De knobbelachtige Casuarina (Casuarina torulosa van den Hortus Kew.) is een langlevend boomgewas van Nieuw-Holland. De Casuarina met peerdesteert-bladen (Casuarina equisetifolia) is van de eilanden der Zuiderzee, en groeit met kransvormige katjes. Men vindt nog de Casuarina nodiflora, van Azië, en andere soorten, die met katjes bloeijen en zich zeer wel schikken om in de warme landen van Italië, Zuid-Frankryk en elders in de lusthoven te planten, die zy zeer lieflyk versieren; maer dewyl die boomen alhier 's winters in de oranjehuizen moeten bevryd zyn, kunnen zy hunne schoone versiering niet ontwikkelen, en derhalve worden zy weinig by onze liefhebbers gekweekt. Zy kunnen op de wyze van den Acacia mimosa in den heigrond voortgezet worden, en dienen in het land hunner afkomst om schepen en huizen van te bouwen.

CATALPABOOM, in 't fransch Bignone catalpa, in 't latyn Bignonia catalpa, is onder de 3° klasse, 3° sectie van Tournefort gesteld, der grynzende of kaekvormige bloemen; door Jussieu onder de familie van de Bignone, en onder de 14° klasse van Linnaeus, Didynamia angeospermia, tweemagligen, welke vier meeldraden hebben, waervan er twee langer zyn dan de andere, en welke allen op eenen onregelmatigen bloemkrans zyn ingehecht en zaed dragen dat in een zaedhuisje besloten is, of vatzadig zyn.

De Catalpaboom (Bignonia catalpa van Linnaeus) is een langlevend groot boomgewas van Noord-Amerika, dat meer dan van over eene eeuw in België is bekend, en van den voet tot op dc kruin, omtrent 8 meters hoog groeit, met witte schors en veel

wydverspreide takken, door groene, hartvormige bladen zeer lommerryk versierd; bloeit meest van july tot in augusty, met breede vuerkransjes op de toppen en witte bloemen, die purperachtig geel gevlekt zyn.

Ik moet hier doen opmerken dat men in Curtis's Botanical Magazine een boom, onder den naem van Catalpa syringifolia, beschreven vindt, dien hy onder de 2o klasse van Linnaeus stelt, en nogtans dezelfde Bignonia catalpa van Linnaeus schynt te

zyn.

Men ontmoet veel van deze boomen in Italië, Spaenje, ZuidFrankryk en elders, die, sedert eene eeuw geplant, heden meer dan 3 meters omtrek bekomen hebben. Het hout, dat een witachtig-geel kleur verkrygt, dient tot timmerwerk van huizen en om alle slach van fraeije meubels te maken. Men vindt ook veel van deze boomen alhier in de lusthoven geplant, die in alle wel bewerkte gronden zeer wel aerden, en door het ryp zaed in ligte, vochtige aerde, in de lente kunnen gezaeid worden; maer zy moeten de twee eerste jaren 's winters met dorre bladen worden bevryd, en kunnen, zoo als vele andere houtgewassen, door inleggers en stekken van jonge loten, die zeer gauw wortel vatten, in de vochtige aerde, op belommerde plaetsen, voortgezet worden.

CATANANCHE, Mingodin, in 't fransch Cupidone, Catananche, in 't latyn Catananche, is onder de 13° klasse, 2o sectie van Tournefort gesteld, der Tong- of Lintbloemen, samengesteld uit een groot getal kleine, éénbladige, onregelmatige bloemkransen; door Jussieu onder de familie van de Andyve-planten, en onder de 19 klasse van Linnaeus, Syngenesia polygamia aequalis, samenhelmigen, met vyf meeldraedjes, wier helmknopjes zyn samengegroeid; gelyke veelwyvery, alle bloempjes zyn tweeslachtig, en by gevolg allen gelykelyk vruchtbaer.

De Catananche of Mingodin met blauwe bloemen (Catananche coerulea) is eene langlevende schoone kruidplant van het Zuiden van Europa, die alhier in de kruidhoven wordt geplant, en groeit met smalle, gewolde bladen aen de wortels, waertusschen dunne stengels uitspruiten, die omtrent 40 of 50 centimeters hoog was

sen; zy bloeit van july tot in september, met roode, geschulpte bloemkelken, en zeer veel groote ametist-blauwe bloemen, die de tuinen zeer lieflyk versieren.

De witte Catananche (Catananche alba), van het Zuiden van Frankryk, heeft dezelfde gedaente van stengels en bladen, en bloeit van juny tot in september, met schoone witte bloemen.

De tweekleurige Catananche (Catananche bicolor), van Italië, bloeit met twee schoone kleuren.

De Catananche met geelkleurige bloemen (Catananche lutea) is eene eenjarige bloemplant van Griekenland; zy groeit met zwakke groene bladen en stengels met geschulpte bloemkelken, en blocit met hoog gele bloemen; de Catananche graeca schynt, volgens Miller, hiervan eene medesoort te zyn.

Deze planten kunnen vroeg in de lente, op bakken, in de oranjehuizen worden gezaeid, om die omtrent mei in de bloemtuinen te verplanten; maer toch kunnen zy geene 10 graden koude wederstaen : derhalve is het voorzigtig van 's winters eenige dier planten in potten in de oranjehuizen te zetten. Zy kunnen ook door wortelscheiding vermenigvuldigd worden.

Het kruid en de bladen van de eenjarige Catananche worden van sommigen in Italië als toekruid geëten.

CEANOTHUS, in 't fransch C'éanothe, in 't latyn Ceanothus, is door Jussieu onder de familie van de Sleedoorns gesteld, en onder de 5o klasse van Linnaeus, Pentandria monogynia, planten die met vyf meeldraedjes bloemen en maer een stampertje hebben.

De amerikaensche Ceanothus (Ceanothus americanus van Linnaeus) is een langlevend heester-houtgewas van Noord-Amerika, dat in België in de lusthoven wordt geplant, en wast met getakkelde stengels, omtrent 60 of 70 centimeters hoog, met kleine, eironde bladen, die van boven groen en van onder donzig wit bewold zyn; bloeit meest in july, met bloemtrosjes en kleine witte verzamelde bloempjes, die drooge beziën met drie kerntjes voortbrengen.

De Ceanothus met groote bladen (Ceanothus macrophyllus van Willdenow) is ook een langlevend heestergewas van Noord

Amerika, dat alhier 's winters in de matige serren wordt bevryd, alwaer het van in mei met lieflyke bloemtrossen en welriekende witte bloemen bloeit.

De hemelsblauwe Ceanothus (Ceanothus azureus), met zyne lieflyke blauwachtige bloemtrosjes en schoone bloemen, wordt ook 's winters in de oranjehuizen bevryd.

De witte Ceanothus (Ceanothus albiflore) kan aen onze koude winters wederstaen, en wordt veel in de lusthoven geplant. Onze behendige bloemisten hebben nog in het jaer 1844 van Amerika den Ceanothus divaricatus verkregen, die met schoone bloemen van verscheidene kleuren hier in de matige serren, meest in april, bloeit.

De afrikaensche Ceanothus (Ceanothus africanus van de Kacp) wordt alhier ook by sommige liefhebbers in de oranjery gekweekt.

Deze planten kunnen door inleggers en afzetsels, die gemakkelyk wortel vatten, en door het ryp kernzaed op teilen, in den vermengden heigrond, in de oranjery worden vermenigvuldigd, om voort in potten te verplanten en de eerste jaren 's winters te bevryden. Ik heb bemerkt dat die planten by koude winters vervriezen, en met de lente boven de aerde afgesneden, jonge scheuten uitspruiten, die nog binnen denzelfden zomer bloemen dragen.

CEDERBOOM, Ceder van Libanon, in 't fransch Cèdre du Liban, in 't latyn Pinus cedrus, is onder de 19e klasse, 3° sectie van Tournefort gesteld, der boomen die met katjes bloemen; door Jussieu onder de familie der kegeldragende boomen, en onder de 21° klasse van Linnaeus, Monoecia monadelphia, eenhuizigen, eenbroederigen; er zyn mannelyke en vrouwelyke bloemen, welke op éénen stam of steng aengetroffen worden.

De groote Cederboom van den berg Libanon (Pinus cedrus van Linnaeus) is een groot en dik boomgewas van Azië, welk omtrent Jerusalem en elders in Syriën, op den berg Libanon, en by Taurus, aen den oever van den Euphraet groeit, van waer hy sedert meer dan eene eeuw in België is overgevoerd, en heden in de lusthoven en elders wordt geplant; hy groeit met cenen stam en breede uitgespreide takken, veeltyds zeer dik;

« VorigeDoorgaan »