Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

byzonder blyk van misnoegen noch ook van hoogachting bejegend wierd. Wat het eerfte betreft, dit kon de achting, die GALBA hem toedroeg, niet dulden, en het laatfte werd veroorzaakt door GALBA's vrienden; voornamelyk door TITUS VI NIUS, die, terwyl hy uit nyd VIRGINIUS zocht te benadeelen, zonder dat hy het wist, deszelfs geluk bevorderde, daar hy hem buiten oorlogen en andere, rampen hield, waarin de overige veldheeren gewikkeld werden, en hem daarentegen een ftil leven en eenen gansch vreedzamen en gerusten ouderdom deed genieten.

De afgevaardigden uit den Raad vonden GALBA omstreeks Narbo, eene ftad van Galliën, waar zy hem begroeteden, en ernftig verzochten om zich hoe eer hoe liever aan het volk, 't welk zulks verlang de, te vertonen. Hy ontfing en behandel de hen niet alleen in andere opzichten op eene vriendelyke en alzins gemeenfame manier, maar gebruikte ook by de maaltyden, waarop hy hen onthaalde, niets van al dien toeftel van tafelgereedschap en omflag van bedienden, die NYMPHIDIUS hem uit den

[blocks in formation]
[ocr errors]

voorraad van NERO gezonden had, maar beholp zich geheel en al met het zyne; waarom hy geprezen werd als een groot. moedig man, en die toonde boven dwaze verwaandheid verheven te zyn. Dan fpoe. dig wist VINIUS, die deze edele eenvoudigheid, die onopgefmukte en burgerlyke manier van doen, volksvleiery noemde, en eenen fmaak die al wat groot was ver fmaadde, hem te bewegen om van NERO's rykdommen gebruik te maken, en by zyne maaltyden geenen koninglyken pracht te sparen; ja langzamerhand deed de oude man genoeg zien, dat hy geheel en al van VINIUS zoude af hangen.

VINIUS nu was zo uitermaten geldgierig, dat hy daarin niemand toegaf, en daarenboven zeer overgegeven aan onkui. fche liefde voor de vrouwen. Reeds nog zeer jong zynde, toen hy onder CALVISIUS SABINUS zynen eerften veldtogt deed, had hy de vrouw van dien veld. oversten, die zeer befaamd was, by nacht in krygsgewaad in het leger gebragt, en op de plaats, welke by de Romeinen

Principia genoemd wordt, bekend (#), (n). Hierom had CAJUS CESAR hem gevan, gen gezet, doch na den dood van dezen had hy het geluk gehad om weder op vrye Voeten te geraken. Eens, toen hy by CLAUDIUS CAESAR ter maaltyd was, ftal hy eenen zilveren beker. CESAR, dit ver nomen hebbende, liet hem 's anderdaags weder ter maaltyd nodigen, en beval, toen hy kwam, aan zyne bedienden, hem niets van zilver, maar alles van aardewerk, aantebieden en voortezetten. Dit nu werd uit hoofde van CÆSAR's zachtheid, die meer in het spotachtige viel, geoordeeld eer belachelyk te zyn, dan waardig om 'er over vertoornd te worden. Maar 't gene hy door

[ocr errors]

(n) Principia heette in de Romeinfche legerplaats eene ruimte van honderd voeten breedte en lopende van het eene einde tot het andere tusfchen het hoofdkwartier en de tenten der Officieren, en die der zoldaten, waardoor dus hee opper-gedeelte der legerplaats van het benedengedeelte gefcheiden werd. Hier werden de veldteekenen bewaard, en werd rechtspleging gehou. den; en dit was dus het aanzienlijkfte gedeelte van de geheele legerplaats.

[ocr errors]

door zynen groten invloed en vermogen op GALBA om geld uitvoerde, gaf aan zommigen aanleiding, aan anderen voorwendzels voor de grootste treurtoneelen en onheilen, die zy aanrichteden.

NYMPHIDIUS namelyk, zodra GELLIANUS terug was gekomen, dien hy min of meer als verfpieder naar GALBA gezonden had, van dezen vernomen heb. bende, dat cORNELIUS LACO tot Overfte van de Hof bende was aangesteld, en dat VINIUS alleen het bestuur van alles had, dat hy [Gellianus] zelfs niet in de nabyheid van GALBA had kunnen komen, noch gelegenheid had gehad om afzonderlyk met hem te fpreken, daar elk hem in toog hield en naging, werd hierover zeer ontrust, en de hoofden van de krygsmagt hebbende zamengeroepen, zeide hy, dat GALBA wel een goed oud man, billyk en gematigd was, doch dat hy zelden uit zy. ne eigene oogen zag, en zich door vi NIUS en LACO, geenszins ten besten, liet leiden; hy ftelde dus voor, eer dat dezen ongemerkt den zelfden invloed in alles kregen, dien TIGELLINUS had gehad, afge

*

vaardigden uit het leger naar den Imperator te zenden, om hem onder het oog te brengen, dat, zo hy flechts die twee vrienden van zich verwyderde, hy te Rome met veel meer blydfchap en genegenheid zoude worden ontfangen. Dan toen dit zyn voorftel geenen ingang vond, en het vreemd en ongeryind geoordeeld wierd, eenen Impera. tor van die hoge jaren, even als eenen jon. geling, die het Opperbewind nog pas gefmaakt had, voortefchryven, welke vrienden hy al of niet moest hebben, floeg hy eenen anderen weg in, en zocht GALBA door brieven vervaard te maken; nu eens fchry. vende, dat 'er in de ftad heimelyk kwaad fchuilde, en vele gemoederen aan 'c gisten waren; dan eens, dat CLODIUS MACER de koornfchepen in Afrika achterhield; op eenen anderen tyd, dat onder het krygs volk in Germanië bewegingen bespeurd wierden, en dat zulks ook aangaande de legioenen in Syrië en Judéa bericht wierd. Dan daar GAL BA zich dit alles luttel aantrok, en aan die berichten geen geloof floeg, befloot hy hem den voet te ligten. Zulks werd hem wel door CLODIUS CELT

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

SUS

« VorigeDoorgaan »