Nederduitsch taalkundig woordenboek, Volume 1Johannes Allart, 1799 |
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aanduidt AANTOONENDE WIJS AANVOEGENDE WIJS aanzien aardaker aarde achter affcheiden afge afmatten angelf anker asch avond bedr Bedrijvend beteekenis beteekent BIJBELVERT bijv bijvoeglijke naamwoorden bijw bijwoorden D. I. bl deelw deelwoord derden perfoon derhalve derzelver dewijl dezelve eener zaak eenige eerfte eigenlijk elkander Enkelvoudig fcheidb fchip fchoon fchrijven Figuurlijk flaan flechts fommige fomwijlen foort fpelling fpreekwijs fpreken ftaan ftaat ftad fteen fter gebezigd gebiedende wijs gebruik gefchreven geflacht gelijk gelijkvl gemeenen fpreektrant goed goth heb aange heid hetgene hetzelfde hetzelve HooFT hoogd hulpw hulpwoorden hunne iemand iets KILIAAN klank klinker laatſte lidwoord lijdende lijk maken manlijk medeklinker meerv Meervoudig menfchen naamlijk naamw onbepaalde wijs onderfcheid ongelijkvl onze taal Onzijdig oorfprong oude oudtijds Overdragtiglijk regt ſchrijven thands tusfchen verfcheidene verl veroud verouderd vierden naamval voornaamwoorden voorz voorzetfel vrouwlijke wanneer werkw werkwoorden woord zamengefteld zamenkoppeling zegt zelfft zelfstandige naamwoorden zelven